Al onze kennis en ervaring met betrekking tot kindontwikkeling delen we graag, zodat het ten goede komt aan zo veel mogelijk kinderen. Om die reden organiseren we (online) events als CompaTalks en schrijven we regelmatig blogs. We nemen je mee in specifieke onderwerpen over de ontwikkeling van kinderen en geven je tips hoe je thuis verschillende vaardigheden op de juiste manier kunt stimuleren.
Kinderen kunnen zich uren vermaken met blokken, bakjes, knutselspullen of auto’s. Speelgoed brengt je kind niet alleen veel plezier, het helpt je kind ook in zijn ontwikkeling. Educatief speelgoed helpt bij de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek. Daarnaast stimuleert het de creativiteit en nieuwsgierigheid van je kind. Elke leeftijdsfase heeft verschillende behoeften als het aankomt op speelgoed. In deze blog zetten we het leukste educatieve spelmateriaal per leeftijdsfase op een rij en geven we tips om het delen van speelgoed met andere kinderen makkelijker te maken. Tot slot lees je welk educatief speelgoed wij bij CompaNanny gebruiken op de groepen.
Baby’s tussen de 0 en 2 jaar bevinden zich in verschillende ontwikkelingsfases. In deze leeftijdsfase leren kinderen zich ontwikkelen van een rugligging naar kruipen en van tijgeren naar lopen. Om op deze verschillende fases in te spelen is het belangrijk om leeftijdsspecifiek spelmateriaal te geven aan je kind.
De jongste kinderen die vooral op hun rug liggen, kun je met speeltjes uitdagen om te rollen, reiken en grijpen. Leg een aantal speeltjes in een halve boog om je kind heen. Je zal zien dat hij nieuwsgierig wordt en vanzelf in beweging komt. Door verschillende materialen te gebruiken leert je kind verschillende structuren en vormen kennen.
Leerzaam speelgoed voor baby’s van 0 tot 6 maanden:
Op een gegeven moment gaan baby’s tijgeren en kruipen. Kinderen hebben in deze fase behoefte om met speelgoed te gooien en weer op te pakken, het ergens in te doen of ermee te slaan. Geef je kind in deze leeftijdsfase voorwerpen die makkelijk vast te houden zijn. Wanneer kinderen gaan lopen wordt het interessant voor ze om te bouwen, sjouwen, verzamelen, duwen en trekken.
Leerzaam speelgoed voor baby’s vanaf 6 maanden:
Peuters kunnen al steeds meer zelfstandig spelen. Bakjes stapelen, omgooien, openmaken en weer dichtdoen. Trek de keukenkasten open en kijk eens wat voor passief speelgoed jij allemaal hebt liggen. Kinderen van 2 tot 4 zijn nog volop nieuwe structuren, stoffen en vormen aan het ontdekken. Met sensomotorisch speelgoed worden de zintuigen van je kind geprikkeld. Dit is goed voor de ontwikkeling van de hersenen, hand-oogcoördinatie en het geheugen.
Leerzaam speelgoed voor peuters:
Wanneer je kind naar de basisschool gaat, leert hij steeds meer om samen te spelen met andere kinderen. Stimuleer daarom interactief spel en geef hen de ruimte en materialen om samen te spelen. In onze blog Tips om je kind meer te laten bewegen vind je verschillende spelletjes die beweging en interactiviteit stimuleren.
Heeft je kind inmiddels leren tellen, lezen en schrijven? Daag je kind dan uit met educatief speelgoed waarbij hij logisch moet nadenken. Ook het stimuleren van creativiteit en verbeelding is goed voor de ontwikkeling van je kind. Leg al jullie knutselspullen op tafel en laat je kind de mooiste creaties maken. Is jouw kind wat minder van het knutselen? Laat hem dan zijn eigen droomwereld bouwen met LEGO of K’nex.
Tot slot valt er ook heel veel te leren van de natuur. Verzamel mooie bladeren en raad samen van welke bomen deze bladeren komen. En wat dacht je van jullie eigen groenten verbouwen in een moestuintje? Hier stimuleer je het verantwoordelijkheidsgevoel van je kind mee. Daarnaast geeft het een boost aan zelfvertrouwen als de eigen tomaatjes en worteltjes lekker smaken!
Leerzaam speelgoed voor kinderen van 4 - 12 jaar
Als ouder zie je graag dat jouw kind zijn speelgoed moeiteloos met andere kindjes deelt. Maar helaas is dit niet altijd de realiteit. Kinderen van ongeveer 1 jaar ervaren voor het eerst frustratie of woede wanneer er iets wordt afgepakt. Tot 2 jaar is het voor een kind lastig om op zijn beurt te wachten en speelgoed te delen. Heeft jouw kind die ene mooie auto van een ander kindje in het vizier? Dan is de kans groot dat hij deze afpakt.
Ook voor peuters is het nog lastig om speelgoed te delen. Kinderen van 2 tot 3 jaar ontwikkelen het ik-bewustzijn; een natuurlijke drang om te willen heersen en spullen te bezitten. Zij kunnen nog geen rekening houden met anderen en bekijken situaties vanuit hun eigen behoeften. Dit is lastig als ze hun zin niet krijgen, maar wel belangrijk voor hun ontwikkeling.
Vanaf het 3e en 4e levensjaar leren kinderen langzaamaan delen. Veel kinderen hebben hier moeite mee en dit kan voor frustraties zorgen bij je kinderen. Daarom geven wij een aantal tips om het delen van speelgoed makkelijker te maken.
Tips voor het delen van speelgoed
Bij CompaNanny zijn we, van babygroep tot BSO, fan van passief speelgoed. Want speelgoed dat uit zichzelf niets doet, maakt kinderen creatief en actief! Op elke groep hebben we passend educatief speelgoed voor de leeftijdsfase van de kinderen.
Bij de baby’s leggen we kleine, grijpbare materialen neer. Peuters geven we ‘ongedefinieerde’ spelmaterialen, zoals keukenrollen, bakjes, of dozen. Dit speelgoed daagt ze uit om het op te tillen, te rollen of te vouwen. Op de BSO organiseren we verschillende interactieve activiteiten. Zo spelen we levend stratego of zorgen we samen voor de moestuin. Daarnaast is er genoeg ander educatief speelgoed op de BSO, zoals boekjes, spelletjes en knutselspullen.
Op de opvang hebben wij verschillende speelhoeken. Zo is er een bouwhoek, een hoek om te klimmen en klauteren en een keukentje. Onze Pedagogisch Medewerkers leggen het speelgoed meerdere keren per dag op een andere manier neer. Zo blijven de speelhoeken interessant en uitdagend voor de kinderen.
Daarnaast worden onze Pedagogisch Medewerkers getraind in de manier waarop zij kinderen begeleiden in hun spel. Zij moedigen de kinderen aan zelf keuzes te maken en oplossingen te bedenken. Heeft een peuter zonder hulp een pop aangekleed? Dan is een gevoel van trots en zelfvertrouwen het gevolg! Op onze pagina Spel en activiteiten lees je meer over het spelmateriaal dat wij de kinderen op de opvang bieden.
Wanneer jouw kind naar de opvang gaat kom je misschien in aanmerking voor kinderopvangtoeslag. Dit is een fijne tegemoetkoming, maar de kinderopvangtoeslag roept bij veel ouders ook vragen op. Want wat is kinderopvangtoeslag precies en heb ik hier wel recht op? En hoeveel toeslag krijg ik terug van de belastingdienst? In deze blog geven wij antwoord op al je vragen over de kinderopvangtoeslag 2023!
Kinderopvangtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten die je als ouders betaalt voor kinderopvang. Elke kinderopvang biedt andere diensten, services en kwaliteiten aan. Daarom is elke kinderopvangorganisatie vrij om zijn eigen uurtarief te bepalen. De overheid geeft voor elke kinderopvangorganisatie hetzelfde maximaal vastgestelde uurtarief als tegemoetkoming in de kosten voor de kinderopvang.
Hoeveel kinderopvangtoeslag je krijgt, hangt af van de hoogte van je inkomen, het aantal kinderen dat naar de opvang gaat en de soort opvang. Daarnaast is de hoogte van de toeslag afhankelijk van het uurtarief van de kinderdagopvang en het aantal uren dat jullie als ouders werken.
Kinderopvangtoeslag 2023 berekenenMet behulp van onze rekentool bereken je het bedrag aan kinderopvangtoeslag waar je recht op hebt. Zo weet je precies hoeveel toeslag je ontvangt.
Als gevolg van de hoge inflatie in 2022 en het toenemende personeelstekort zijn de kosten voor kinderopvangorganisaties flink gestegen. De stijgende kosten worden doorberekend in het uurtarief, waardoor ook ouders meer betalen voor de opvang van hun kind. Daarom heeft het kabinet besloten de toeslag voor 2023 eenmalig te verhogen. De maximaal te vergoeden uurtarieven zijn in 2023 gewijzigd:
• Van €8,97 naar €9,12 voor de dagopvang;
• Van €7,72 naar €7,85 voor de buitenschoolse opvang;
• Van €6,73 naar €6,85 voor de gastouderopvang.
Het krijgen van kinderopvangtoeslag is helaas niet voor iedereen vanzelfsprekend. Er is een aantal vereisten waar de opvang en de ouders aan moeten voldoen om hiervoor in aanmerking te komen. Kun jij de onderstaande vragen met ‘ja’ beantwoorden? Dan heb je recht op kinderopvangtoeslag!
1. De kinderopvang is een erkende opvanglocatieDe opvang van je kind moet een erkende opvanglocatie zijn. Staat de kinderopvang van jouw kind in het Landelijk Register Kinderopvang? Dan is dit een erkende opvang en kom je in aanmerking voor kinderopvangtoeslag. Voor opvang bij zowel peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, BSO’s als gastouderopvangen kan je een tegemoetkoming krijgen.
2. Beide ouders werken, volgen een traject om werk te vinden of studerenOm recht te krijgen op kinderopvangtoeslag moeten beide ouders werken. Hebben jullie, of heeft één van de ouders, geen baan? Dan krijg je alsnog toeslag als deze ouder een door de overheid erkende opleiding volgt of een traject volgt om werk te vinden. Ook als je bezig bent met een verplichte inburgeringscursus bij een gecertificeerde instelling heb je recht op kinderopvangtoeslag.
3. Beide ouders hebben de Nederlandse nationaliteitBeide ouders hebben de Nederlandse nationaliteit of zijn in het bezit van een geldige verblijfsvergunning.
Ben je er na deze blog achter gekomen dat je recht hebt op kinderopvangtoeslag? Wees er dan op tijd bij! 3 maanden na de eerste dag dat je kind naar de opvang gaat, moet je de kinderopvangtoeslag aanvragen. Als je de toeslag niet binnen deze termijn hebt aangevraagd, ontvang je geen toeslag over de eerste 3 maanden opvang. De kinderopvangtoeslag vraag je met je persoonlijke DigiD aan, via mijn toeslagen op de website van de Belastingdienst. Het is hierbij goed om te weten dat je voor elk van je kinderen apart een toeslag aanvraagt. Rond de 20ste van de maand wordt de toeslag op je rekening gestort.
Gaat jouw kind naar de opvang bij CompaNanny? Ook dan volg je de bovenstaande stappen in de blog om je kinderopvangtoeslag te berekenen en aan te vragen. Voor een aantal van onze vestigingen is het mogelijk om de toeslag direct over te laten maken naar CompaNanny. Zo ontvang je op jouw factuur direct het bedrag dat jij betaalt voor de opvang, min de kinderopvangtoeslag. Onder onze veelgestelde vragen vind je een overzicht van de vestigingen waarvoor dit mogelijk is. Via de Belastingdienst kun je doorgeven dat zij je kinderopvangtoeslag rechtstreeks mogen overmaken naar CompaNanny.
Op onze pagina Openingstijden en tarieven vind je meer informatie over kinderopvangtoeslag. Wil je meer inzicht in de kosten die je maakt voor de kinderopvang? Lees dan ook onze blog Alles wat je moet weten over kosten kinderopvang.
Nog even en dan is het weer vakantie! Dat betekent dat het tijd is voor leuke activiteiten met het gezin. Of je nu op zoek bent naar avontuur, ontspanning of iets educatiefs, er zijn talloze mogelijkheden. In deze blog vind je 16 leuke dingen om te doen in de vakantie met kinderen, verdeeld over 4 verschillende thema's.
1. Bezoek een klimbos. Klimmen en klauteren door de bomen is een uitdagende activiteit voor jong en oud. Grote kans dus dat je kinderen stralen van zelfvertrouwen als ze weer met beide benen op de grond staan! Ga bijvoorbeeld een dagje naar Fun Forest in Amsterdam. Goed om te weten: deze activiteit is het leukst als je kinderen 8 jaar of ouder zijn. Vanaf deze leeftijd kunnen ze genoeg verschillende parcoursen afleggen.
2. Ga op een geocaching avontuur. Zijn je kinderen iets ouder én nieuwsgierig? Dan is geocaching misschien iets voor jullie! Met behulp van een Geocaching app gaan jullie samen op zoek naar verborgen schatten in de buitenlucht.
3. Maak een fietstocht door de natuur. Ontdek al fietsend de mooiste plekjes bij jullie in de buurt. Maak onderweg een stop bij de speeltuin of neem wat brood mee om de eendjes te voeren. Kan je wel wat inspiratie gebruiken? Kies een route uit één van deze 10 kindvriendelijke fietstochten in Nederland.
4. Ga op kanotocht. Het weer moet bij deze activiteit natuurlijk een beetje meezitten. Maar hoe leuk is het om samen door de plassen van Nederland te peddelen? De Biesbosch, het Amsterdamse bos en Giethoorn hebben mooie plekjes om een tochtje te maken. Ga op zoek naar visjes, planten en insecten!
5. Ga picknicken in het park. Tijd om te ontspannen na al die avontuurlijke activiteiten! Vul een tas met lekker eten en drinken, wat spelletjes en een kleedje. Kinderen hebben het nodig om regelmatig buiten te zijn om te bewegen en hun energie kwijt te kunnen. Lees ook eens onze tips om je kind meer te laten bewegen.
6. Ga naar buiten voor een wandeling. Weer of geen weer, naar buiten gaan voor een wandeling doet altijd goed! Nederland kent genoeg mooie wandelroutes die je kunt ontdekken met je kinderen. Genieten jullie onderweg van het zonnetje of stampen jullie samen in de regenplassen?
7. Lees samen boeken. Door samen te lezen komt je kind tot rust. Tegelijkertijd werken jullie aan de taalontwikkeling en de verbeelding van je kind. Ga ook eens samen naar de bibliotheek. Hier kun je met je kinderen boeken lenen of een voorleesuurtje bijwonen.
8. Ga zwemmen. De vakantie is dé tijd voor waterpret. En het voordeel van een uitje naar het zwembad... na een hele middag van de glijbaan afgaan is er 's avonds geen strijd meer met het naar bed brengen.
9. Bezoek een dierentuin. Al van kleins af aan leren kinderen welke geluiden alle verschillende dieren maken. Hoe leuk is het dan wel niet om ze in levenden lijve te zien? Naast het kijken naar de dieren, leren de kinderen hier veel over hun leefomgeving. Ben je op zoek naar een gratis activiteit met de kinderen? Dan is een bezoek aan de kinderboerderij of geitenboerderij ook altijd leuk!
10. Maak een culturele stadswandeling. Ontdek tijdens een wandeling de geschiedenis en cultuur van een stad. Nederland heeft veel historische plekken die je samen met je kinderen kunt bezoeken. Denk aan gezellige oude havenstadjes zoals Volendam of steden met mooie kastelen, zoals Utrecht.
11. Bezoek een museum. Leer over het menselijk lichaam, de scheepvaart of de geschiedenis van Nederland. In Nederland zijn er veel kindvriendelijke musea waar jullie een gezellig dagje uit van kunnen maken. Ga bijvoorbeeld naar het NEMO Science Museum in Amsterdam. Hier leren jullie alles over de wetenschap. Of zijn jouw kinderen meer geïnteresseerd in dieren en fossielen? Breng dan een bezoek aan Naturalis in Leiden.
12. Doe een wetenschappelijk experiment. Er zijn veel eenvoudige wetenschappelijke experimenten die je samen met je kinderen thuis kunt doen. Maak bijvoorbeeld samen een vulkaan van bakpoeder, azijn en afwasmiddel! Of maken jullie een papieren vliegtuigje dat echt kan vliegen?
13. Leer origami vouwen. Pak een stapel gekleurd papier en maak de mooiste creaties! Met wat hulp van video’s op YouTube vouwen jullie zo een zwaan of een schattig hondje.
14. Maak je eigen sieraden. Knutsel samen met je kinderen armbandjes, kettingen of oorbellen. Gebruik kralen, veertjes, touw of glitters. Zij maken er wel iets moois van!
15. Bak samen een taart of koekjes. Samen bakken is niet alleen gezellig, maar ook erg leerzaam en lekker! Zo leert je kind om instructies op te volgen en hoe je moet samenwerken. Zijn de koekjes goed gelukt? Dan krijgt je kind hier ook nog een gevoel van voldoening en zelfvertrouwen van!
16. Maak samen een fotoboek. Heb je tijdens al deze activiteiten wat mooie plaatjes geschoten? Verzamel alle foto's die je hebt gemaakt en maak er een mooi boek van! Tijdens het maken van dit boek kunnen jullie samen terugkijken op alle herinneringen die jullie hebben gemaakt.
Hopelijk hebben deze 16 leuke dingen om te doen in de vakantie jou geïnspireerd. Met deze tips kunnen jullie er zowel een avontuurlijke als een hele ontspannende vakantie van maken. Zo zitten er zeker weten een aantal activiteiten bij die passen bij jouw kind. Kan je nog wat meer tips gebruiken om de (regenachtige) vakantiedagen te vullen? Lees dan ook onze blog Activiteiten voor thuis! Maak er een mooie vakantie van en geniet van de tijd met elkaar!
De Paasdagen staan weer voor de deur! Hoe vieren jullie het thuis? Met een uitgebreid ontbijt? Of gaan jullie paaseieren zoeken in de tuin of in huis? Pasen is een mooie gelegenheid om samen als gezin feestelijk de lente in te luiden. En al helemaal met wat leuke activiteiten voor deze feestelijke dag! In deze blog lees je welke paasactiviteiten je allemaal kunt doen met je gezin tijdens de Paasdagen.
Een leuke eerste stap om in de feeststemming te komen is om samen een paastafel te maken. Dek de tafel met een mooi tafelkleed en zet er een vaas met paastakken op. Versier samen de takken met kuikentjes, paaseitjes, veertjes, noem het maar op! Of verven jullie de takken in een vrolijke lentekleur? Maak de huiskamer nog gezelliger met een zelfgemaakte paasslinger.
Met Pasen is er niets gezelliger dan samen aanschuiven voor het paasontbijt of de paasbrunch. Dit is dan ook de ideale feestdag om met de kinderen de keuken in te gaan. Al op jonge leeftijd kunnen kinderen helpen met bakken. Laat ze kleine taakjes doen zoals roeren in het beslag, deeg kneden en vormpjes uitdrukken. Naarmate je kind ouder wordt breidt je deze taak steeds verder uit. Laat je kind vooral meehelpen! Kinderen vinden het leuk om betrokken te worden bij het helpen in de keuken of het helpen van de tafel dekken. Dit roept namelijk een trots en waardevol gevoel op.
Kun je wel wat inspiratie voor in de keuken gebruiken? De paashaasjes van spek en ei van Allerhande Kids zijn perfect om met kinderen te maken. Of gaan jullie voor de lekkere kaneelhaasjes van bladerdeeg?
Naast eieren verven en paastakken versieren zijn er nog veel meer knutselopties voor jouw kind. Probeer tijdens het knutselen samen op ideeën te komen over wat je kan maken en bespreek wat dit met Pasen te maken heeft. Door hier samen over in gesprek te gaan zullen kinderen zelf ook met leuke knutselideeën komen.
Tip: maak een paaskuiken van gele verf
Benodigdheden:
Volg de stappen in de afbeelding hieronder en creëer jouw paaskuiken!
Natuurlijk horen ook spelletjes bij een gezellige feestdag met het gezin. Bij sensorisch spel gebruikt je kind zijn of haar zintuigen. Met de ogen, oren, handen, neus of mond, ontdekt jouw kind verschillende materialen en structuren. Maak bijvoorbeeld met vingerverf een paashaas of pimp een gekookt eitje. Wil je kind nog meer ontdekken met zijn zintuigen? Vul een bak met bijvoorbeeld rijst en voeg hier paaskuikentjes en paaseitjes aan toe. Zo kan je kind het verschil voelen tussen de verschillende materialen.
Pasen is het begin van de lente en het zonnetje laat zich weer steeds vaker zien. Heerlijk dus om de buitenlucht op te zoeken! Tijdens de paasdagen worden er door Staatsbosbeheer leuke paasactiviteiten in verschillende regio’s voor kinderen aangeboden. Niet alleen met Pasen, maar gedurende het hele jaar zijn hier allerlei activiteiten te vinden die je samen met je kinderen kan doen. Wij hebben een aantal activiteiten voor Pasen op een rijtje gezet.
Leuke paasactiviteiten in de natuur
Pasen is het begin van de lente en het zonnetje laat zich weer steeds vaker zien. Heerlijk dus om de buitenlucht op te zoeken! Tijdens de paasdagen worden er door Staatsbosbeheer leuke activiteiten in diverse regio’s voor kinderen aangeboden. Niet alleen met Pasen, maar gedurende het hele jaar zijn hier allemaal leuke activiteiten te vinden die je samen met je kinderen kan doen. Wij hebben een aantal activiteiten voor Pasen op een rijtje gezet.
Voor groot en klein blijft paaseieren zoeken een leuke activiteit. Door de eieren op verschillende plekken te verstoppen, pas je deze activiteit makkelijk aan de leeftijd van jouw kind aan. Gaan jullie met de paasdagen lekker naar buiten? Neem de eieren dan mee naar het park, het bos of de speeltuin en verstop ze hier! Zo is het zoeken voor de kinderen meteen een stuk uitdagender. Draai de rollen ook eens om en laat de kinderen de eieren verstoppen.
Tip: tel goed hoeveel eieren je kinderen verstoppen, zodat je weet hoeveel je er moet vinden. Kinderen bedenken vaak de gekste plekken en je zit niet te wachten op een gesmolten chocolade ei in de wasmand!
Na een dag vol lekker eten, paaseieren zoeken en knutselen, is het tijd om tot rust te komen. Lees voor het slapen gaan samen nog een boekje over Pasen of de lente. Zo sluit je de dag in thema af en stimuleer je de taalontwikkeling van je kind. Voorbeelden van leuke boeken over Pasen zijn ‘Boer Boris en de eieren’ van Ted van Lieshout en ‘Het raadsel van de paashaas’ van Jennine Staring.
Welke paasactiviteiten neem jij mee in jouw planning voor dit jaar? Of het nou knutselen, paaseieren zoeken of bakken wordt, wij wensen jullie alvast fijne paasdagen!
De zomertijd komt eraan! In de nacht van 25 op 26 maart 2023 gaat de klok een uur vooruit. Door de vroeg opkomende zon staan we makkelijker op, maar slapen we ook moeilijker in. Een verschuiving in het slaapritme van jouw kind kan daarom voor vermoeidheid en onrust zorgen. Wij geven je tips om de overgang van wintertijd naar zomertijd te vergemakkelijken, zodat jullie uitgerust van de langere en lichtere dagen kunnen genieten!
De overgang naar de zomertijd heeft invloed op het slaapritme van ons allemaal, want onze biologische klok is gebaseerd op daglicht. Hoewel volwassenen snel wennen aan de verschuiving van de klok, heeft dit op kinderen vaak een grotere impact. De klok kunnen wij niet tegenhouden, maar we bereiden jou en je kind graag zo goed mogelijk voor op deze overgang. Ga jij voor de stapsgewijze aanpak of laat je jouw kind direct wennen aan zijn nieuwe bedtijd? Jij voelt als ouder het best aan welke methode geschikt is voor je kind!
De eerste manier is om jouw kind stapsgewijs te laten wennen aan zijn nieuwe bedtijd. Bij deze methode verschuif je de bedtijd iedere dag met 10-30 minuten (afhankelijk van de leeftijd en vermoeidheid van jouw kind). Gaat jouw kind normaal altijd om 19.30 uur naar bed? Breng je kind dan de eerste avond om 20.15 uur naar bed, de dag erna om 20.00 uur, etc. Doe dit totdat jullie weer naar de standaard bedtijd zijn toegewerkt.
Voor welke leeftijd is deze methode geschikt?Deze methode werkt goed bij de echte kleintjes. Baby’s en kinderen tot 4 jaar hebben namelijk een sterk bioritme en voelen precies aan wanneer ze gaan slapen. Een direct verschil van een uur kan daarom veel impact maken op het kind.
Bij deze methode pas je direct het dag- en nachtritme van jouw kind aan. Op de dag waarop de zomertijd is ingegaan, volg je voor de eetmomenten en slaapjes de nieuwe kloktijden. Omdat dit uur verschil een omschakeling is voor je kind, is het belangrijk om je als ouder flexibel op te stellen. Houd daarom in grote lijnen het nieuwe ritme aan, maar negeer de slaapsignalen van je kind niet.
Voor welke leeftijd is deze methode geschikt?Deze methode is aan te raden bij iets oudere kinderen. Hoe ouder het kind namelijk is, hoe minder sterk het bioritme is. Hierdoor zijn zij flexibeler in hun slaapritme. Bij deze methode went het kind snel aan het nieuwe ritme. Doordat kinderen overdag sneller moe worden, vallen zij ’s avonds sneller in slaap.
Naast het kiezen van één van de bovenstaande methodes, zijn er meer manieren om de overgang naar de zomertijd te vergemakkelijken. Wij geven je nog een aantal tips om je kind beter te laten slapen in deze periode:
Tot slot, bedenk dat ieder kind verschillend is en op een andere manier reageert op een overgang als deze. Wees flexibel en maak je niet druk als het meer tijd kost dan je van tevoren had bedacht. Het is normaal als je kind een week nodig heeft om te wennen aan het nieuwe ritme. Ben je bang dat je kindje slaaptekort krijgt? Maak je geen zorgen! Kinderen zijn veerkrachtiger dan je denkt en uiteindelijk haalt je kleine eventueel slaaptekort altijd weer in.
Wil jij meer weten of slaapsignalen, bedrituelen en hoe je voor een goede slaapomgeving zorgt? Lees dan onze blog Slaap lekker kleintje of luister onze podcast Slapen is een vaardigheid, hoe leer je dat?
Wist je dat maar liefst 1 op de 3 vrouwen last heeft van urineverlies na de bevalling? Denk maar eens aan springen op een trampoline of plotseling hard niezen. Veel vrouwen ervaren dus dit probleem, maar het is geen onderwerp dat makkelijk besproken wordt. Met het online platform Fit for the Floor wil Floor Wijma graag meer aandacht aan deze problemen geven, vrouwen in de juiste richting helpen met een oefenprogramma op maat en meer uitleg en advies geven over dit onderwerp om het taboe te doorbreken!
Fit for the Floor richt zich met name op het trainen van de bekkenbodemspieren met hele subtiele, kleine oefeningen zonder al gelijk teveel te vragen van jouw lijf dat nog herstellende is van een bevalling. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar voor bijna iedereen geldt dat sporten jou helpt om je fysieke fitheid te behouden en/of te verbeteren! De voordelen?
En misschien nog wel het meest belangrijk: wanneer je sport tijdens de zwangerschap, herstel je ook sneller na de bevalling!
Afhankelijk van jouw lichamelijke conditie, kunnen oefeningen na de bevalling al weer worden hervat na enkele dagen, afhankelijk van jouw situatie en herstel. Uiteraard is het belangrijk heel rustig op te bouwen omdat je nog te maken hebt met wondherstel in de eerste 6-8 weken. Maar je kan je gelijk aanmelden na de bevalling bij Fit for the Floor om met het juiste programma rustig te gaan starten met het trainen van de bekkenbodem. Dit zorgt voor minder kans op incontinentie en minder kans op een postnatale depressie. Er wordt ook wel gezegd: better in = better out!
En dan over die bekkenbodem. Het lastige is dat de bekkenbodemspieren moeilijk te vinden en te voelen zijn. Daarnaast is het zo dat over dit onderwerp erg weinig wordt gesproken en er nog een behoorlijke taboe rust op dit onderwerp. Zeker op de klachten die in deze regio kunnen optreden. Je moet hierbij denken aan incontinentieproblemen of verzakkingen. Zeker niet iets wat je top of mind hebt als je net bent bevallen, maar toch een erg belangrijk onderwerp. Met name omdat de goede en tijdige manier van oefenen jou kan helpen klachten voorkomen, nu en in de toekomst.
Maar liefst 1 op de 3 vrouwen ervaart urineverlies na de bevalling en 1 op de 8 vrouwen ontlasting verlies. Denk maar eens aan springen op een trampoline, plotseling niezen of hoesten terwijl je loopt of rent. Vaak redenen voor een ´ongelukje´. Daarnaast komen problemen met de stoelgang, verzakkingen en pijn bij vrijen veel voor.
Gelukkig is er veel hulp mogelijk. Een bekkenfysiotherapeut kan meer duidelijkheid geven of het gaat om teveel spanning op de bekkenbodemspieren of juist te weinig spanning. Beide scenario’s kunnen klachten geven maar met deze informatie kan je vervolgens gerichter gaan oefenen.
Onze programma’s op maat richten zich in de eerste weken puur op de juiste manier van aanspannen en ontspannen van de bekkenbodemspieren, het aanspannen en ontspannen van de belangrijkste buikspieren die verantwoordelijk zijn voor stabiliteit, een goede buikademhaling en vervolgens hoe dit met elkaar te combineren en complexer te maken. Daarnaast worden tips gegeven over bijvoorbeeld staan, lopen en tillen en heel functioneel: je kind verschonen of in bad doen vanuit een goede houding en spierspanning. Slechts in enkele gevallen is er meer nodig, zoals een chirurgische ingreep bij een ernstige verzakking.
Om je bekkenbodem fit te houden is het dus belangrijk om oefeningen te doen én ze ook vol te houden. Je bekkenbodem trainen zou je kunnen vergelijken met het poetsen van je tanden. Het is misschien niet zo leuk en soms een opgave, maar wel iets wat je elke dag moet herhalen.
Een voorproefje op de oefeningen uit Fit for the Floor: span je bekkenbodemspieren aan zoals je een plas zou ophouden. Als basisoefening is het goed om kort en krachtig aan te spannen (2-3 seconden) en rustig weer los te laten. Dit herhaal je een keer of 5. En dit mag je gerust 3 keer per dag herhalen.
Ga voor meer informatie en uitleg over de programma’s naar: www.fitforthefloor.nl en kies jouw programma op maat! De oefeningen worden uitgelegd aan de hand van korte, duidelijke filmpjes.
Houd je ondanks het opbouwen met behulp van de juiste oefeningen toch klachten? Ga dan altijd naar een (bekken)fysiotherapeut of huisarts die jou kan adviseren, doorverwijzen of behandelen voordat je verder traint.
Kinderopvang is ook in 2023 nog niet gratis, en bij het berekenen van de totale kosten komt nog best wel wat kijken. Je moet tijdig kinderopvangtoeslag aanvragen en wijzigingen doorgeven. Ben je benieuwd hoeveel kosten je voor kinderopvang gaat maken in 2023 en wat je moet doen om kinderopvangtoeslag te ontvangen? In deze blog vertellen we je er alles over.
Met behulp van onze Rekentool bereken je wat de bruto- en nettokosten van de kinderopvang worden en daarmee ook het bedrag aan kinderopvangtoeslag waar je recht op hebt. Per vestiging kunnen de tarieven voor kinderopvang verschillen. Selecteer daarom binnen de rekentool de gewenste vestiging. Op de locatiepagina’s van de vestigingen staan ook de bruto uurtarieven vermeld.
Als je gebruik maakt van kinderopvang bij CompaNanny dan is het volgende inbegrepen:
Als je gebruik maakt van kinderopvang kun je bij de Belastingdienst kinderopvangtoeslag aanvragen. Dit is een overheidsbijdrage die wordt bepaald door je (gezamenlijk) bruto inkomen, het aantal uren dat je werkt en het aantal kinderen binnen je gezin dat gebruik maakt van opvang. Daarnaast is deze bijdrage afhankelijk van de kosten van de kinderopvang.
Dit zijn de voorwaarden:
Kinderopvangtoeslag vergoedt een groot deel van de kosten voor kinderopvang. Je krijgt in 2023 het volgende vergoed:
Je kunt kinderopvangtoeslag online aanvragen en wijzigingen doorgeven met je persoonlijke DigiD via mijn toeslagen. We adviseren je om uiterlijk 8 weken vóór de eerste maandelijkse betaling je aanvraag bij de Belastingdienst in te dienen. Wanneer je voor de toeslag in aanmerking komt, betaalt de Belastingdienst de toeslag in maandelijkse termijnen rechtstreeks aan je uit. De Belastingdienst betaalt de kinderopvangtoeslag vooruit en doet dit meestal binnen 8 weken na het indienen van je aanvraag. Je kunt kinderopvangtoeslag aanvragen met een terugwerkende kracht van maximaal 3 maanden.
Kinderopvang wordt in de kabinetsplannen niet helemaal gratis maar wel heel erg betaalbaar voor ouders. De overheid zal met ingang van 1 januari van 2025 aan werkende ouders 96% van de kinderopvangkosten vergoeden. Hierdoor wordt kinderopvang een heel stuk goedkoper. Omdat er een wijziging in de wet nodig is, duurt het nog even voordat het zover is.
Werkende ouders hoeven dan niet meer de hele factuur te betalen en er zelf kinderopvangtoeslag over aan te vragen kinderopvangtoeslag voor te krijgen. Je betaalt dan alleen nog maar een eigen bijdrage van 4%. En wanneer het gezinsinkomen verandert, doordat je bijvoorbeeld meer of minder uren gaat werken, heeft dit géén effect op de kosten voor kinderopvang. Dit is wel zo prettig, want dan hoef je niet telkens ervoor te zorgen dat je gewijzigde situatie bekend is bij de belastingdienst. Minder risico op hoge kosten achteraf dus!
Stel jij je kind ook weleens de vraag: ‘’Wat ben je aan het maken?”, als je kind aan het bouwen is met blokjes of lekker aan tafel zit te knutselen? Wist je dat kinderen vaak zelf niet bezig zijn met wat het wordt maar meer geïnteresseerd zijn in hoe iets werkt? Kinderen leren dus door te experimenteren en te onderzoeken zonder dat ze daarbij een vastgesteld eindresultaat voor ogen hebben. Jij kunt je kind wel helpen bij de ontwikkeling van fantasie en creativiteit. Hoe je dit doet? Dat lees je in deze blog.
Nieuwe ervaringen die kinderen opdoen helpen hen om de wereld om zich heen te begrijpen en zijn van onmisbare waarde voor hun leerproces. Dit leerproces stagneert wanneer ze zich richten op het ‘product’ dat ze maken of moeten afleveren. Aan de hand van verwachtingen die er zijn, gaan kinderen zich anders gedragen dan wanneer ze zelf de ruimte krijgen om te ontdekken.
Als ze succeservaringen op kunnen doen, groeit bovendien hun zelfvertrouwen. Het belangrijkste uitgangspunt bij de ontwikkeling van fantasie en creativiteit is dan ook een onvoorwaardelijk vertrouwen dat het kind zelf over alle capaciteiten beschikt die hij of zij nodig heeft. Volwassenen hoeven alleen de juiste omstandigheden en omgeving te creëren.
Bij baby’s draait het vooral om het ontdekken. Kinderen tussen de 0-2 jaar bevinden zich in verschillende ontwikkelingsfases met daarbij verschillende behoeften en interesses (motorisch en mentaal). Kinderen leren in deze leeftijdsfase zich ontwikkelen van een rugligging, naar kruipen en tijgeren en naar lopen. Om op deze verschillende fases in te spelen, kun je leeftijdsspecifiek materiaal aanbieden
Voor de jongste kinderen die vooral op hun rug liggen kun je speeltjes in een halve boog om het kind heen leggen. Denk aan 4 á 5 speeltjes in verschillende materialen waar kinderen zelf naar toe kunnen rollen of reiken zoals houten rammelaars, ijzeren bakjes, zachte knuffels, et cetera.
Op een gegeven moment gaan baby’s tijgeren en kruipen. Kinderen hebben in deze fase vooral behoefte aan speelgoed ergens in doen, materiaal te laten vallen en weer op te pakken, materiaal te rollen of schuiven of ergens mee te gooien of slaan. Passend is dan om kleine ballen aan te bieden, grote auto’s die gemakkelijk vast te houden zijn, verzamelmateriaal (bijvoorbeeld houten servetringen) en mandjes. Wanneer kinderen gaan lopen wordt het interessant voor ze om te bouwen, sjouwen en verzamelen, duwen en trekken. Denk aan duplo, grote ballen, tassen of grote teilen.
Wil je meer weten over bewegingsontwikkeling bij baby’s? Lees dan ook zeker eens onze blog:
Het belang van vrije bewegingsontwikkeling bij baby’s.
Of luister naar de Podcast:
Wist je dat er steeds meer kinderen een voedselallergie hebben? Onderzoek toont aan dat je de kans op een pinda- en ei-allergie met 80% kan verkleinen, door je baby vroeg en vaak pinda en ei te geven. Artsen en het Voedingscentrum raden aan om vóór de leeftijd van 6 of 8 maanden al pinda en ei te geven. Je leest er alles over in deze blog, geschreven door Vini Mini.
Wie is Vini Mini?
Vini Mini is opgericht door Jozien Boersma en Laurie Lancee. Zij brachten een product op de markt om pinda-allergie te voorkomen. Minuscule hoeveelheden pinda in poedervorm worden door het bedrijf verkocht in capsules of zakjes. De hoeveelheid pinda die je toevoegt aan het eten van je kind, wordt langzaamaan opgehoogd met deze voedingssupplementen.
Bij een voedselallergie reageert je afweersysteem op de eiwitten in bepaalde voedingsmiddelen. Die eiwitten noemen we dan allergenen. De meest voorkomende voedselallergieën bij kinderen in Nederland zijn voor melk, ei, pinda, noten, soja, vis en tarwe.Steeds meer kinderen hebben een voedselallergie. Ongeveer 7% van alle kinderen in Nederland heeft een voedselallergie en dit aantal is in de afgelopen 10 jaar zelfs verdubbeld! Maar hoe komt dit? Er zijn verschillende elementen die van invloed kunnen zijn op het krijgen van een voedselallergie.
Veel mensen denken dat eczeem een reactie is op een voedselallergie, maar dit is echter omgekeerd. Wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat baby’s allergisch kunnen worden via de huid. Als jouw baby eczeem heeft, kunnen de allergenen (zoals een pinda) via de kapotte huid naar binnen komen. Het afweersysteem van jouw baby begrijpt niet wat dit is en gaat gelijk antistoffen aanmaken. Als je dan vervolgens via de juiste route de pinda geeft (namelijk via het maag-darmkanaal), kan je baby een allergische reactie krijgen.Daarom is het vroeg en vaak geven van allergenen aan je baby zo belangrijk. De meeste baby’s krijgen eczeem rond de 4 maanden. Als je dan tegelijkertijd allergenen gaat geven via het eten, snapt het lichaam van je baby dat het allergeen (zoals pinda en ei) “goed” is.
Ook voor baby’s zonder eczeem is het advies om vroeg te starten met allergenen.
Voor baby’s met eczeem is het van belang dat je vóór de leeftijd van 6 maanden start met het geven van pinda en ei. En voor alle andere baby’s is het advies van het Voedingscentrum en het consultatiebureau om te starten met het geven van pinda en ei vóór de leeftijd van 8 maanden. Daarna is het belangrijk dat je gedurende 6 maanden lang, wekelijks pinda en ei blijft geven, om de kans op een pinda- en ei-allergie met 80% te verkleinen.
Het blijft een spannend moment: het eerste hapje ei of pindakaas dat je aan je baby geeft. Uit wetenschappelijk onderzoek (EAT, LEAP, PETIT,) blijkt dat een risico op een pinda- en ei-allergie verkleint door baby’s vroeg en vaak pinda’s en ei te laten eten. Het is net zo belangrijk voor baby’s met aanleg voor een voedselallergie als voor baby’s die dit niet hebben.
Voor veel ouders is geven van allergenen aan hun baby een ingewikkeld en tijdrovend proces. Hier wil Vini Mini een oplossing bieden met hun gezonde en betrouwbare voedingssupplementen voor baby’s, die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek en richtlijnen van artsen.
In 3 of 6 stappen, afhankelijk van de allergiegevoeligheid van je baby, wordt met ‘mijn eerste pinda in 3 of 6 stappen’ de hoeveelheid pinda rustig opgebouwd. De poeder uit zakjes of capsules zijn makkelijk te mengen met de eerste hapjes van je baby. Daarna is het belangrijk om voor een periode van 6 maanden wekelijks pinda te blijven geven. Hiervoor kan de ‘mijn eerste pinda Opvolgkit’ worden gebruikt.
Doe de Vini Mini test om te ontdekken welke producten geschikt zijn voor jouw baby.
Mooi hoor, niet doen, stop daarmee! Allemaal standaard zinnen die je andere ouders hoort zeggen en waarschijnlijk ook vaak zelf gebruikt. Veel van deze zinnen gebruik je bijna automatisch. Je denkt er niet over na maar roept gewoon “hou eens op”, wanneer je kinderen ergens ruzie over maken. Vaak komen je woorden helemaal niet binnen bij je kind. Waarom is dat eigenlijk? En wat kun je als alternatief gebruiken zodat je kind jou beter begrijpt? Wij helpen je op weg met een aantal handige voorbeelden.
Waarschijnlijk niet en blijf je je standaard zin herhalen en misschien volgt er daarna nog een straf omdat je kind niet luistert. Maar probeer eens te bekijken wat deze zinnen eigenlijk met je kinderen doen en ook met jouzelf. Want als je als kind deze zinnen regelmatig langs hoort komen hebben ze gewoon geen effect meer. Je kind hoort niet wat er van hem gevraagd wordt en reageert net zo automatisch als dat jij deze zin gebruikt.
In zowel positieve als negatieve situaties komen “standaard” zinnen voor. Automatisch reageer je op een situatie. Wat zou er gebeuren als je meer nadenkt en echt goed kijkt naar wat er gebeurt en daar op inspeelt? Wij laten het je zien aan de hand van drie voorbeelden.
''Doe eens normaal.''
Een zin die in zowel negatieve als positieve situaties voor komt. Doet een kind een beetje druk, omdat hij uitgelaten is, wordt er al snel gezegd “kom op, doe eens normaal” Maar ook wanneer kinderen boos zijn wordt deze zin vaak gebruikt. Dit is voor kinderen heel lastig. Normaal doen, wat is dat dan? Ik ben blij en wil springen, maar ik moet normaal doen. Kinderen hebben geen idee wat wij op dat moment van ze verwachten. Betekent dit dat ze moeten stoppen met wat ze aan het doen zijn? Als dat is wat je wil, is het makkelijker om dat direct te vragen.
“Ik zie dat je heel blij bent, maar je mag stoppen met springen, want ik word hier onrustig van.’’
Door concreet te benomen wat je bedoelt weet het kind goed wat je van hem verwacht. Ook is er zo meer ruimte voor de emotie van het kind. Je mag blij zijn, maar hou hierbij ook rekening met je omgeving. Kinderen zullen ook makkelijker luisteren, wanneer ze goed weten wat je van ze vraagt. Ergens mee stoppen is veel duidelijker dan normaal doen. Je hoeft het minder vaak te vragen, waardoor er minder spanning zal ontstaan.
''Mooi hoor.''
Je kind komt een tekening of knutselwerkje aan je laten zien en vrij automatisch zeggen we: “mooi hoor”. Vinden we het echt mooi? En wat vindt het kind er zelf van? Misschien vindt het kind het wel helemaal niet mooi of is hij helemaal niet trots op wat hij gemaakt heeft. In zulke situaties is het mooi om niet direct een mening te vormen over het werkje dat je kind komt laten zien. Door te benoemen wat je ziet, daag je je kind uit om zijn mening te geven en te vertellen wat hij heeft gemaakt.
“je hebt een tekening gemaakt, met allemaal verschillende kleuren en strepen”.
Zo daag je je kind uit om te vertellen wat hij heeft gemaakt. “Nee mama, het zijn geen strepen maar het is een auto”. Op deze manier laat je zien echt naar de tekening te hebben gekeken en je neemt de tijd om het kind er iets over te laten vertellen. Zo voelt het kind zich gezien en gehoord.
''Stil maar, je hoeft niet te huilen.''
Wanneer je kind huilend naar je toe komt wordt deze zin ook vaak gebruikt. Stil maar, het is goed je hoeft niet te huilen. Je hoeft niet te huilen? Waarom zeggen we dat? Als je verdrietig bent mag je huilen. Dit zorgt juist voor ontlading en helemaal bij kinderen die nog niet kunnen praten is dit de manier om je emoties te tonen. Je bent verdrietig, boos of je hebt pijn dus dan mag je hier om huilen. Je wil je kind troosten dat is natuurlijk logisch, maar probeer tijdens het troosten juist ruimte te geven aan de emotie, zodat het kind zich ook begrepen voelt.
“ik zie dat je verdrietig bent, je bent gevallen”.
Je benoemt wederom wat je ziet bij het kind en laat zien dat het er mag zijn. Als je niet precies weet waarom een kind verdrietig is, is het al voldoende om alleen de emotie te benomen. Bij oudere kinderen kun je het gesprek aangaan. Benoem eerst de emotie en vraag dan of het kind uit kan leggen wat er is gebeurd of vraag of waarom hij zich zo voelt
Waarschijnlijk merk je wel tijdens het lezen dat er niet veel lading aan standaard zinnen zit en je hiermee niet inspeelt op de behoeftes van het kind. Door goed naar de situatie te kijken en het kind, kom je er vaak achter waar het gedrag vandaan komt en wat er voor nodig is om het te stoppen of te veranderen. Het belangrijkste is dat we het kind écht zien en niet automatisch reageren met standaard zinnen.
Wanneer je als volwassenen meer gaat nadenken over wat je zegt, zal het kind zich ook meer gehoord en gezien voelen. Door soms wat meer tijd te nemen en echt te kijken naar wat je kind aan het doen is of wat de behoeftes zijn, speel je hier makkelijker op in. Daarnaast zal het niet alleen voor het kind als prettig worden ervaren, maar ook voor jou als opvoeder. Je zal je kind meer zien en dat zorgt vervolgens voor positieve opvoedsituaties. Wanneer een kind zich echt gezien en gehoord voelt, zal dit kunnen zorgen voor meer rust gedurende de dag!
Kun jij wel wat meer tips gebruiken in de communicatie met je kind? Howtotalk leert iedereen met kinderen omgaan met de uitdagingen die bij opvoeden horen. Daarbij ligt de focus op het erkennen van gevoelens van kinderen (0-18 jaar). Door dat met aandacht te doen, leren kinderen weer rekening te houden met hun ouders of verzorgers. Grenzen en afspraken respecteren is tenslotte veel makkelijker als er ook oog is voor jouw situatie als kind. Kinderen leren zo dealen met tegenslag, zelfstandig te zijn en zelf oplossingen te bedenken. Met de methode geef je ze een andere kijk op zichzelf en help je hen te worden wie ze willen zijn. Trots op zichzelf, zelfverzekerd en met respect voor hun omgeving.
Wil je meer weten over effectief communiceren met kinderen? Lees dan ook eens: De Howtotalk-methode bij CompaNanny.
Met de zomerse temperaturen lekker in de zon genieten en geen zorgen maken om te verbranden? Wij geven je vijf tips hoe je dit doet! Want lekker en onbezorgd genieten van mooi zonnig weer doe je door jezelf en je kinderen goed te beschermen.
Daniel Kadouch werkt als gespecialiseerd en gepromoveerd dermatoloog bij Centrum Oosterwal in Alkmaar. Naast zijn werk als dermatoloog is hij vader van drie jonge kinderen. Daarom begrijpt hij als geen ander hoe belangrijk het is om je kind goed te beschermen tegen de zon. Voor ouders kan dit soms een uitdaging zijn en daarom deelt hij graag vijf simpele tips om met een gerust hart, samen met je kleintjes, van de zon te kunnen genieten.
In 2020 heeft Daniel een nieuw merk gelanceerd met zonwerende kleding voor kinderen genaamd Tenue de Soleil. Dit is duurzame en hippe zwemkleding speciaal voor kinderen en volwassenen. Daniel hoopt hiermee zoveel mogelijk mensen te beschermen tegen overmatige zonblootstelling op een milieuvriendelijke en verantwoorde manier.
Merk je dat jij en je partner niet altijd hetzelfde denken over de opvoeding van je kind? Verschil je vaak van mening als het gaat om bijvoorbeeld bedtijd of voeding? Allebei compleet hetzelfde denken over de opvoeding zou ideaal zijn maar is in de meeste gezinnen niet de realiteit. Het mooie nieuws is: dit hoeft ook helemaal niet! Het belangrijkste is dat je duidelijk en consequent bent. Hoe je dat doet lees je in deze blog!
Kinderen zijn flexibel. Ze kunnen er goed mee omgaan als bij de ene ouder andere regels gelden dan bij de ander. Het is dan wel noodzakelijk dat de regels duidelijk zijn. Neem als ouders een moment om de regels die de één hanteert over bedtijd en slapen door te spreken. Zo weet je van elkaar hoe je erin staat.
Stel dat jouw regels totaal het tegenovergestelde zijn van die van je partner? Wat dan helpt is dat jullie als opvoeders je kunnen vinden in de regels en afspraken van de ander. Ruzie hierover kan ook zorgen voor onrust en onduidelijkheid bij jullie kind. Als je respect hebt voor elkaars visie dan lukt het zeker om als één team samen op te voeden!
Duidelijke regels geven rust, overzicht en een stuk voorspelbaarheid voor iedereen. Ook buiten de thuissituaties kunnen regels anders zijn. Denk maar aan de kinderopvang. Het kind weet dat bij de ene Nanny deze regel hoort en bij de andere die. Daar kunnen kinderen prima mee omgaan. Het is dus niet erg wanneer je als opvoeder verschillend met een situatie omgaat.
Verder helpt het ook mee als er duidelijke afspraken zijn waar kinderen houvast aan hebben. Die in iedere situatie gelden. Het is aan te raden om met je mede opvoeder duidelijke afspraken vast te stellen over dingen die voor jullie belangrijk zijn. Dit allemaal in het belang van jullie kind. Bespreek daarom met elkaar: wat wil je je kind meegegeven, welke afspraken maak je over bijvoorbeeld voeding, bedtijden, straffen en/of belonen.
Aan hoeveel regels opstellen kun je als ouders en opvoeders denken? Stel niet teveel regels op. Met 5 basisregels heb je vaak over veel belangrijke onderwerpen al een grens aangegeven. Met oudere kinderen kun je de regels goed bespreken. Het kan ook helpen om ze zichtbaar in huis op te hangen. Zo hebben jullie allemaal een ‘kapstokje’ om te blijven denken aan de regels die gelden.
Wat als je het echt oneens bent met de keuze van de ander? Bespreek het met elkaar, maar niet in bijzijn van het kind. Bijt desnoods even op je tong als je je partner ziet handelen op een manier waar jij niet voor zou kiezen. Praat erover als de kinderen op bed liggen. Zorg dat jullie een team zijn. Een team met elk zijn eigen talenten. Waar de één uitblinkt in structuur bieden, zal de ander misschien losser zijn en makkelijker mee bewegen met het kind. Beide opvoedstijlen hebben voordelen. Vul elkaar aan en val elkaar niet af. Juist die combinatie maakt de opvoeding rijk.
Stel dat je partner niet wil dat jullie kind snoept na het avondeten, maar zelf sta je er anders in. Respecteer dan deze regel van je partner. Als je kind dan vraagt om een snoepje zeg je toch: ‘Nee, na het avondeten wordt er niet meer gesnoept.’ Zo geef je hetzelfde antwoord en voorbeeld als je partner. Is dat erg om een antwoord te geven dat niet helemaal bij jouw opvoedstijl past? Nee helemaal niet. Voor jou persoonlijk kan het voor wat onrust zorgen, omdat je jezelf onnodig streng vindt, maar voor je kind geeft dit juist duidelijkheid. Je kind zal het antwoord makkelijker accepteren en ook eerder hiernaar gaan handelen.
Een scheiding is een impactvolle gebeurtenis voor zowel ouders als kinderen. Er verandert veel in het gezin. Daarnaast kun je als ouder worstelen met je eigen gevoelens en wil je je kind hier zo min mogelijk mee belasten. Als je gescheiden bent, blijf je in de meeste gevallen samen verantwoordelijk voor de opvoeding. Goed blijven communiceren is heel belangrijk. Het kan prima dat er bij de één andere regels gelden, als je maar respect hebt voor elkaars opvoedstijl!
Wil je meer over weten over scheiden en op welke leeftijd je je kinderen kiunt betrekken bij het scheidingsproces? En hoe ga je met de emoties van je kind om?? Luister dan naar onze Podcast. Laurie, pedagoog bij CompaNanny bespreekt dit en nog meer luisteraarsvragen met gastspreker Amber van Riessen van stichting Villa Pinedo; voor en door kinderen van gescheiden ouders.
Lekker slapen, het is helaas lang niet voor ieder kind vanzelfsprekend. Slapen is belangrijk om goed te groeien, de indrukken van de dag te verwerken en nieuwe energie op te doen. Maar wat als jouw kind helemaal niet goed kan slapen? Je kunt er als ouders behoorlijk spanning en stress van hebben.. een kind dat niet goed slaapt. Gelukkig is er wel iets aan dit slaap probleem te doen. Als je weet waar het door komt, is de oplossing al een stapje dichterbij. Daarom zetten we wat tips op een rij om jouw kind te helpen zijn of haar natuurlijke slaapritme te vinden!
Het helpt mee voor lekker slapen overdag als je kind zoveel mogelijk in een vertrouwd bed kan slapen. Dit kan thuis zijn of bijvoorbeeld bij de kinderopvang. Passen opa en oma geregeld op? Ook dan is dit een vertrouwde slaapplek voor je kind. Lukt het om je dag om de dutjes heen te plannen? Dan ben je al een heel eind op weg naar een goed slaapritme. Als dit nog niet zo is, hoe pak je dit dan aan? Het helpt als je herkent wanneer je kind moe wordt. Het herkennen ervan helpt namelijk ook bij het plannen van de dagelijkse activiteiten. Twijfel je of je naar de supermarkt nog kunt gaan? Kijk dan eens of je baby de volgende slaapsignalen afgeeft:
Als je één van de slaapsignalen herkent, is het tijd om rustig aan vast alles klaar te maken om lekker te gaan slapen. Een schone luier, als je kind nog een fles of boterham nodig heeft deze aanbieden en erna de slaapzak aan. Een gezellig liedje zingen met een knuffel en dan slapen de meeste kinderen binnen mum van tijd. Als een vermoeid kind wordt opgepakt, getroost en gedragen, wordt hij vaak weer alert. Dan maakt hij of zij oogcontact of lacht. Hierdoor krijg je wellicht de indruk dat je kind nog niet moe is, maar eigenlijk reageert deze slechts op de prikkels om zich heen. Als een kind op dat moment niet in bed wordt gelegd leert hij/zij overactief gedrag aan. Dan wordt het moeilijker om in slaap te vallen en worden de slaapjes steeds korter. Leg je kind dus in bed wanneer je de eerste slaapsignalen opmerkt. Ook als hij of zij daarna weer een minder vermoeide indruk maakt!
Slapen in een opgeruimde en goed geventileerde kamer helpt om in de diepere slaapfase te komen. Het doorlopen van alle cyclussen draagt bij aan een uitgerust gevoel. Belangrijk dus dat er zoveel mogelijk aan gedaan wordt om dit mogelijk te maken. Als je zelf slaapt in een opgeruimde en frisse kamer, merk je ook dat het sneller lukt om in slaap te vallen. Je gedachten worden niet afgeleid door spullen die er liggen. Dit noemen we ook wel een gedragsregel voor het slapen gaan.
Alle kleine gedragsregels die we kunnen toepassen om beter te slapen, noemen we slaaphygiëne. Bijvoorbeeld dat het ’s avonds op tijd donker is. Dit kan door bijvoorbeeld de lichten zachter te zetten, de tv uit te laten of de gordijnen te sluiten. Overdag kun je de slaapkamer van je kind juist beter niet donker maken, dat is beter voor de gewenning van dag en nacht. Ook is het van belang dat de slaapkamer van je kind goed geventileerd is en de juiste temperatuur heeft, namelijk 16-18° Celsius.
Wat is nu normaal bij het wakker worden van kinderen? Want zelf worden we als volwassenen ook wel eens wakker in onze slaap. Kleine kinderen doorlopen in ongeveer 50 à 60 minuten een slaapcyclus van lichte naar diepe slaap. Bij volwassenen is dit 90 à 100 minuten. Het is dus heel normaal dat kinderen vaker wakker worden. Dit hoeft geen probleem te zijn, als het je kind weer lukt om door te slapen.
Laat je kindje daarom wennen aan slapen met geluiden om zich heen. Stofzuig bijvoorbeeld de ruimte om de slaapkamer heen. Zo zal je kind minder snel bij ieder geluid wakker schrikken. Als hij of zij dan toch wakker wordt door iets, haal je kind dan niet gelijk uit bed. Het kan zijn dat je kindje nog niet uitgeslapen is maar net een slaapcyclus heeft afgerond en daardoor even wat lichter slaapt of tussendoor wakker wordt en toch nog verder zal slapen.
Slaap jij zelf ook het liefste in je eigen bed? Dit is voor kinderen ook het geval. Door je kind op vaste tijden in eigen bed te leggen in een rustige kamer, ook al is hij of zij nog wakker, went je kind aan de regelmaat en de kamer en valt dan makkelijker zelf in slaap. Door aan de kamer en het ritme te wennen voelt je kindje zich veilig. Als een kind zelf in slaap kan vallen (en niet in slaap gewiegd hoeft te worden) is hij/zij niet afhankelijk van een volwassene. Dit draagt uiteindelijk ook bij aan de zelfstandigheid, de autonomie en het zelfvertrouwen van een kind. Laat je kind dus bij voorkeur niet op schoot, in de box of in een wipper slapen.
Plan je dag het liefste zo dat de slaapmomenten overdag zoveel mogelijk in het eigen bedje plaats kunnen vinden. Je kunt een eerste stap maken door je kind op vaste tijden naar bed te brengen, als de slaapsignalen nog niet heel duidelijk zijn. Een vast ritme zorgt er daarnaast voor dat het lichaam automatisch op de juiste momenten het slaaphormoon melatonine aanmaakt. Verder helpt een routine je kindje het ritme op een dag te herkennen en zich daaraan over te geven. Enkele voorbeelden van een vast slaapritueel? Dit kan bijvoorbeeld door altijd eerst een boekje te lezen, het liefst iedere keer hetzelfde boek. Of altijd rustige muziek aan te zetten, zoals klassieke en instrumentale muziek. Houd ook een vaste volgorde aan in deze routine.
Vaak wordt er gedacht dat het overdag wakker houden van een kind ervoor zorgt dat deze ‘s nachts beter slaapt. Onderzoeken hebben echter aangetoond dat het tegendeel waar is. Het is voor een oververmoeid kind moeilijker om zich over te geven aan slaap. En als je kind eenmaal in slaap is gevallen, wordt hij of zij vaker wakker omdat hij meer prikkels van de dag moet verwerken. Probeer daarom ook overdag aan te sluiten bij het natuurlijke slaapritme van je kind en laat deze uit zichzelf wakker worden.
En uitslapen in het weekend, wat is daarbij een handig tijdstip? Het is verleidelijk om in het weekend of tijdens een vakantie je kindje later naar bed te brengen en langer uit te laten slapen. Jullie zitten nergens aan vast, hebben leuke dingen te doen en het is gewoon heel gezellig om samen te zijn! Om ervoor te zorgen dat het slaapritme van je kind niet helemaal in de war raakt hierdoor, kun je proberen om hierbij een maximaal verschil van 1,5 uur aan te houden met de tijden waarop je kind normaal gaat slapen of wakker wordt.
Ben je nieuwsgierig geworden naar hoe we bij CompaNanny werken met betrekking tot het slapen van kinderen? Vraag dan vrijblijvend een rondleiding aan!
‘Ga lekker buiten spelen’, die zin hoorden we zelf geregeld toen we jong waren. Niet voor niets, want bewegen is goed voor kinderen! Dit advies geldt al vanaf de babytijd. Bewegend bezig zijn heeft vele voordelen. Zo is buitenspel goed voor het immuunsysteem. Onderzoeken tonen aan dat kinderen die spelen ook meer hersenactiviteit laten zien, dan waarop ze stil in de kinderstoel zitten. Door te spelen worden de hersengebieden van taal, emoties en ook motorische vaardigheden ‘aan’ gezet. Sport en bewegen past verder in een gezonde leefstijl. Zo verkleint het de kans op overgewicht. Maar hoe kun je nu jonge kinderen meer laten bewegen?
Aan hoeveel spel en beweging per dag kun je als ouders en opvoeders dan denken? Een goede vraag! Er is onderzoek gedaan naar hoeveel beweging (jonge) kinderen per dag nodig hebben. De Gezondheidsraad adviseerde hierop dat er vervolgonderzoek nodig is. De huidige adviezen wat betreft beweegtijd bij jonge kinderen zijn als volgt:
De WHO adviseert om kinderen in de leeftijd van 0 tot 1 jaar:
Je kunt ook spelletjes doen als:
Verder is wekelijks baby-ouderzwemmen ook een mooie manier om samen te bewegen. Daarbij is het ook goed voor het opbouwen van de band tussen ouder en kind. Zo komt je kind ook in contact met leeftijdsgenoten.
Kinderen van 4 jaar krijgen het advies van de WHO om 180 minuten per dag te bewegen. Op deze leeftijd gaat bewegen vaak al ongemerkt als ze lekker buiten zijn. Jonge kinderen houden namelijk van spel! Ze gaan al snel vanzelf verstoppertje spelen of lopen over de bovenkant van het stenen muurtje.
Als je in je tuin een schommel en glijbaan hebt, zullen kinderen al veel uit zichzelf gaan bewegen. Ook verstoppertje spelen, op de (loop)fiets of step een rondje maken en door het bos wandelen.. Allemaal manieren waarop die dagelijkse beweging in gang gezet wordt. Investeer ook zeker in een trampoline! De manier om 3 keer per week op een speelse manier bot – en spierversterkende oefeningen te doen. Precies de hoeveelheid die de WHO adviseert voor deze leeftijdscategorie. Allemaal manieren om met kinderen vanaf 4 jaar dagelijks actief bezig te zijn.
Sporten als voetbal, zwemmen, tennis en dansen zijn goed om het matig en intensief bewegen af te wisselen. Probeer als ouders om in je dagelijkse routine ook het meer bewegen op te pakken. Met de fiets naar de supermarkt of lopend naar de bakker in plaats van met de auto. Dit helpt allemaal mee.
Dit is vaak een vraag die onder veel ouders leeft. Hoe lang mag mijn kind onder de 2 jaar ‘schermtijd’?
Tot 2 jaar raadt de WHO beeldschermtijd af. Vanaf de leeftijd van 2 jaar is het advies om maximaal 1 uur per dag te kijken. Het kan beter zijn om dit uur in blokken van 2 te knippen. ’s Ochtends een half uur en ’s middags een half uur bijvoorbeeld.
Als richtlijn hoe lang kinderen achter elkaar in een (kinder)stoel kunnen zitten is een tijd van 1 uur vastgesteld door de WHO. Compananny hanteert het beleid dat er zeer beperkt gebruikt gemaakt wordt van kinderstoelen. Kinderen eten op schoot en als ze zelfstandig in de zithouding kunnen komen mogen ze in de kinderstoel aan tafel eten.
Beweging is belangrijk voor de fysieke en mentale gezondheid van je kind en de drang om te bewegen is heel natuurlijk. Waarom bewegen kinderen tegenwoordig dan toch minder? En hoe belangrijk is het om het tij te keren? Onze pedagogen Laurie en Amber leggen dit uit in onze podcast. Ze bespreken luisteraarsvragen en geven nog meer tips over je je kind voldoende kunt laten bewegen.
Gaat jouw kindje meteen huilen als je uit het zicht verdwijnt en wordt het afscheid nemen bij de kinderopvang steeds lastiger omdat je kind ontroostbaar is? Dit is de eenkennigheidsfase en is heel normaal en een belangrijk onderdeel van het hechtingsproces. Lastig is het af en toe wel. In deze blog vertellen we over de eenkennigheidsfases en geven we tips hoe je hier het beste mee om kunt gaan.
Langzaam maar zeker realiseert je kind zich dat hij voor zijn verzorging grotendeels afhankelijk is van de opvoeders. Dat zijn in de eerste plaats zijn vader en moeder en daarnaast misschien nog een paar vertrouwde personen. Dit heeft tot gevolg dat alle mensen die buiten dit kleine vertrouwde kringetje van liefhebbende verzorgers vallen, plotseling bedreigend worden. Daar komt nog bij dat je kind zich er geleidelijk van bewust wordt dat ook zijn verzorgers wel eens afwezig zijn. Bij de gedachte om alleen achter te blijven, raakt je kind in paniek.
Zodra je uit het zicht verdwijnt denkt je kind dat je weg bent en hij begrijpt nog niet dat je echt wel weer terug komt. Afscheid nemen kan in deze periode daarom moeilijk zijn voor je kind en daardoor ook voor jou.
Als een baby tussen de 7 en 9 maanden oud is, kan het voor het eerst eenkennig worden. De eerste gehechtheid treedt in. Dit is heel gezond en betekent dat je kind goed en veilig gehecht is. Het kind lijkt ineens verlegen, en zoekt vooral fysiek contact met zijn opvoeders.Soms beginnen kinderen te huilen als een vreemde te dichtbij komt.
Moeite met afscheid nemen
De meeste kinderen gaan zich nu ook hechten aan andere belangrijke opvoeders en bieden bekende gezichten veel emotionele veiligheid. Bij CompaNanny zullen kinderen een emotionele hechtingsband krijgen met de pedagogisch medewerkers op de groep. Over het algemeen is de hechting het grootst bij degene die het kind het meest ziet en dus de meest stabiele factor is. Dit kan ook voor de pedagogisch medewerkers betekenen dat ze niet uit het zicht van het kind mogen verdwijnen en het kind gaat huilen en protesteren als dit wel gebeurt. Dit kan af en toe ingewikkeld zijn maar blijf altijd bedenken dat een kind echt bang is dat je niet meer terug zult komen.
Drie tips bij het afscheid nemen
Als je kind 19 maanden is kan er weer een lichte vorm van verlatingsangst optreden. Door het vergroten van de mobiliteit is de wereld zoveel groter geworden. Dat kan soms wat angstig zijn en kinderen hebben dan de behoefte zich vast te klampen aan diegene waar ze zich het meest vertrouwt bij voelen. Ze worden vaak wat verlegen en vinden vooral het afscheid nemen van ouders erg moeilijk.
Tips om je kind te helpen
En hoe doen we dat bij CompaNanny?
Bij CompaNanny benoemen we zoveel mogelijk wat er gebeurt, dit doen we om kinderen voorspelbaarheid en oriëntatie van de dag mee te geven. Ook biedt het emotionele veiligheid. Onze pedagogisch medewerkers benoemen wat een kind (en andere kinderen en zij zelf) doet, voelt, ziet, ervaart of wil. Wanneer er voor de kinderen onbekende gezichten op de groep komen, benoemt de pedagogisch medewerker dat, vertelt dat het goed is en legt uit wat het onbekende gezicht komt doen.
Wil je meer weten over eenkennigheid en wat je kunt doen als je kind een hele sterke voorkeur heeft voor één ouder of angstig wordt als er visite is? Pedagogen Laurie en Amber leggen in aflevering 7 van onze podcast uit waarom eenkennigheid een nuttige fase is en beantwoorden luisteraarsvragen.
Kinderen zijn van nature kleine onderzoekertjes. Om de wereld om hun heen af te tasten en te kunnen opgroeien is veel herhaling heel belangrijk. Herhalingen zorgen namelijk voor duidelijke ankers in hun wereld, en die hebben ze nodig! De ervaring van ‘dit gaat altijd zo’ bestaat voor een kind namelijk nog niet. Het is belangrijk om dit aan te leren zodat ze grip krijgen op het leven. Hoe? Dat vertellen we je in deze blog!
Herhaling begint bijvoorbeeld al met het kiekeboe spelletje met je baby, dit spel wil hij het liefst 100 keer achter elkaar doen. Van elke keer hetzelfde doen weet een kind wat er van hem wordt verwacht en het geeft hem oriëntatie en voorspelbaarheid mee.‘’Zo werkt het hier’’ weten ze dan. Herhaling is een ander woord voor het leren en erkennen van situaties, hoe meer je dit met kinderen doet hoe meer ze leren en het helpt ook mee aan het opbouwen van hun zelfvertrouwen.
Ook bij kindertelevisie wordt de kracht van herhaling vaak toegepast! Want hoe vaker iets aan kinderen wordt getoond, hoe beter ze het begrijpen en hoe sneller ze het zullen herkennen. De Teletubbies is hier een mooi voorbeeld van. Alles wat ze doen, doen ze minstens twee keer. Ze roepen ‘Nog een keer’ en vervolgens doen ze exact hetzelfde weer opnieuw of wordt een filmpje nog eens herhaald. Heerlijk herkenbaar voor jouw kleine dreumes. Voor kinderen is het automatiseren een heel belangrijk onderdeel bij onder andere de cognitieve ontwikkeling. Herhalen, herhalen en nog eens herhalen. Als je iets herkent betekent dit nog niet dat je het kunt navertellen, door steeds hetzelfde te horen slaan kinderen dit op in het lange termijn geheugen en worden handelingen en kennis geautomatiseerd.
Je kind wil achter elkaar hetzelfde boek lezen, herkenbaar? Ga hier vooral in mee. Benader het boek elke keer ook weer met hetzelfde enthousiasme als je kind. Hetzelfde boek een paar keer lezen hoeft echt niet saai te zijn als je bijvoorbeeld elke keer een ander onderwerp verzint om het na het voorlezen over te hebben: het thema, de personages of sluit het aan op bepaalde herinneringen? Herhalingen zorgen voor voorspelbaarheid in het leven van je kind. Ook is het lezen van boeken belangrijk voor de communicatie en taalontwikkeling van je kind. Wil je meer weten over de taalontwikkeling bij kinderen? Lees dan zeker ook onze blog taalontwikkeling bij dreumesen.
Kiezen voor het bekende geeft rust bij kinderen. Je verheugen op een croissant van de bakker om de hoek, de glijbaan in de speeltuin waar je altijd komt- geeft rust bij kinderen. Het vertrouwde biedt de ruimte om je iets eigen te maken. Hetzelfde geldt voor de sociaal-emotionele ontwikkeling bij kinderen – trek je weleens een gek gezicht en wordt er aan je gevraagd of je dit nog 10 keer wilt doen? Kinderen leren door te zien, zien is doen. Imitatie zorgt ervoor dat kinderen leren wat gepast is in welke situatie. Ook kunnen jonge kinderen van zich af bijten, slaan etc. Hierin leren ze elke keer weer dat dit niet mag om een bepaalde reden. Bij CompaNanny zeggen we dan vooral wat wel mag, zo leren kinderen dat ze hun woede mogen uiten op een andere manier en dat we vriendelijk en respectvol omgaan met andere mensen.
Op de groepen binnen CompaNanny zorgen de Nannies voor een vaste indeling, dit omdat kinderen de weg makkelijk vinden naar iets waar ze graag mee spelen. De speelruimte heeft invloed op de ontwikkeling van kinderen. Daarom heeft iedere speelhoek op de groep een functie. Zo zijn er hoekjes om te bouwen, om te verzamelen, voor klimmen en klauteren en een keukentje. Iedere groep heeft daarnaast standaard een relaxhoek.
Bij de inrichting zorgen we altijd voor een goede balans tussen niet te veel prikkels en genoeg uitdaging. De Nannies leggen meerdere keren per dag het speelgoed op een aantrekkelijke manier in de hoeken klaar. Zo’n ‘voorbereide ruimte’ wordt afgestemd op de behoeften en ontwikkelingsfasen van de kinderen. Gedurende de dag ordenen zij, met hulp van de kinderen, de groep opnieuw. Door het speelgoed steeds anders neer te zetten, nodigen we de kinderen uit om weer met hernieuwde interesse te spelen. De hoeken zijn herkenbaar voor de kinderen, ze vinden hun weg en dat zorgt voor rust en begrip.
Wil je zien hoe we met herkenbaar aanbod rust creëren op onze vestigingen? Vraag dan een rondleiding aan en laat je verrassen door ons aanbod!
Na de bevalling heb je nog 10 tot 12 weken zwangerschapsverlof. Dat klinkt lang, maar voor je het weet zijn die weken om en is het voor de meeste kersverse moeders tijd om weer aan het werk te gaan. Dat betekent ook vaak dat je je kleintje naar de kinderopvang gaat brengen. Hoe zorg je ervoor dat je uitgerust en met een goed gevoel weer aan de slag gaat? Wij vertellen je er meer over in deze blog.
Weer aan het werk gaan na je zwangerschapsverlof kan een heel dubbel gevoel geven. Aan de ene kant kijk je er naar uit om je collega’s weer te zien en om weer even in een andere omgeving te zijn. Aan de andere kant kun je erg opzien tegen het wegbrengen van je baby. In het begin kan het erg lastig zijn om de zorg voor je baby uit handen te geven. Je hebt de afgelopen maanden zo intensief voor je kleintje gezorgd en nu moet je het ineens aan iemand anders overlaten. Je vraagt je af of het wel goed gaat, zeker als je een kindje hebt die moeilijk eet of moeilijk slaapt.
Na een aantal weken zal je merken dat het steeds makkelijker gaat. Je baby wordt goed verzorgd door de pedagogisch medewerkers op het kinderdagverblijf! Wanneer je het kinderdagverblijf uitkiest laat je dan goed informeren. Bedenk altijd of het goed voelt of dat de plek is waar je je baby een of meerdere dagen in de week wilt brengen. In onze blog:
Hier moet je op letten bij het kiezen van kinderopvang, kun je daar meer over lezen.
Het is belangrijk dat zowel jij als je kind goed uitgerust aan de dag kunnen beginnen. Een goede voorbereiding zal echt een hoop schelen. De meeste baby’s slapen nog niet door op het moment dat jij weer aan het werk moet. We geven je graag wat tips!
Met je werkgever stem je af wanneer je met verlof gaat en natuurlijk ook wanneer je weer terug komt. Kijk goed naar het moment waarop je verlof afloopt. Wil je dan alweer aan de slag of plak je nog wat vakantieweken eraan vast. Ook is het goed om na te denken over het aantal uren dat je gaat werken. Blijf je fulltime werken of ga je terug naar 32 of 24 uur?Waar vaak minder aan gedacht wordt is de inhoud van je werk. Het is heel logisch dat je weer even tijd nodig hebt om erin te komen. Wanneer je dan meteen overladen wordt, kan het zijn dat je paniek ervaart. Maak daarom ook goede afspraken met je werkgever over de opbouw van je taken na je verlof.
Het is ook heel normaal als je wat trager bent dan je collega’s van je gewend zijn! Je moet weer wennen aan het werkritme en fysiek en mentaal ben je nog aan het herstellen van je zwangerschap en bevalling. Je kunt nog lichamelijke klachten hebben, wat vergeetachtig zijn of last hebben van hormonen. Maak je daar niet al teveel zorgen over, er zijn maar weinig vrouwen die zich na drie maanden al weer helemaal de oude voelen. Genoeg slaap, beweging en gezonde voeding zullen zeker bijdragen aan een sneller herstel.
Wanneer je minimaal een jaar in vaste dienst bent heb je, totdat je kind 8 jaar is, recht op ouderschapsverlof. De hoeveelheid uren die je kunt opnemen is afhankelijk van het aantal uren dat je werkt. Je werkgever mag ouderschapsverlof niet weigeren maar het opnemen van het verlof gaat altijd in goed overleg, Je bent verplicht om 2 maanden voor het ingaan van je verlof, je werkgever schriftelijk op de hoogte te stellen van het feit dat je gebruik wilt maken van ouderschapsverlof. Ouderschapsverlof neem je momenteel nog onbetaald op, maar er is goed nieuws! Vanaf 2 augustus 2022 krijgen ouders negen weken van het ouderschapsverlof doorbetaald. Wil je meer over ouderschapsverlof weten? Kijk dan eens op de website van de Rijksoverheid.
Wist je dat je in de eerste negen maanden na je zwangerschap ‘kolfrecht’ hebt? Tot maximaal een kwart van je werktijd mag je gebruiken om de baby te voeden. Daarnaast is je werkgever verplicht om voor een afgesloten en rookvrije ruimte te zorgen waar je in alle rust kunt kolven. In deze ruimte moet in eider geval een fijne bank of stoel staan en een koelkast om de afgekolfde melk in te bewaren. Het is goed om voor je weer aan het werk gaat alvast met je werkgever te bespreken wat de mogelijkheden zijn.
Weer werken na het verlof is voor vrouwen die een fijne zwangerschap en kraamperiode hebben gehad al pittig, maar lang niet iedereen zit tijdens of na de zwangerschap op een roze wolk. Ervaar jij dat ook? Luister dan zeker naar onze podcast met ervaringsdeskundige en therapeut Tilda Timmers. Samen met Amber bespreekt ze het misverstand en taboe rondom geen roze wolk hebben. Ze vertelt over hoe je een grijze wolk herkent, bij welke signalen je aan de bel moet trekken en geeft praktische tips over wat je zelf kunt doen om zo'n grijze wolk tijdens of na de zwangerschap te voorkomen.
Op school en op de kinderopvang hoort het uitdelen van een traktatie bij het vieren van de verjaardag van je kind. Veel ouders vinden het lastig om iets creatiefs te bedenken. Je wilt dat het er leuk uit ziet maar het moet ook gezond zijn. Wij helpen je graag op weg! in onze blog geven we je tips en laten we je zien hoe je eenvoudig zelf een gezonde traktatie maakt!
Wist je dat je kind bij de kinderopvang al snel 20 traktaties per jaar krijgt? Bij het woord traktatie denk je al snel aan een zakje chips of iets te snoepen, maar uit onderzoek van het Voedingscentrum blijkt dat de helft van de ouders toch de voorkeur geeft aan een gezonde traktatie voor hun kind.
Bij CompaNanny zijn we ook groot voorstander van gezonde traktaties. Bij jonge kinderen draait het jarig zijn vooral om het feest en de situatie eromheen en veel minder om de traktatie die ze krijgen. Bij CompaNanny besteden we daarom op de groepen extra aandacht aan het feestje in het algemeen. We hangen slingers op en er wordt gezongen. Soms worden er zelfs allerlei muziekinstrumenten bij gepakt! De jarige krijgt een mooie feestmuts en een klein cadeautje. Uiteraard mag de jarige ook de meegebrachte gezonde traktatie uitdelen aan de andere kinderen.
Bij CompaNanny vinden we het belangrijk dat kinderen gezonde voeding krijgen, en daar hoort uiteraard een gezond traktatiebeleid bij. In het traktatiebeleid laten we ouders weten waarom we bepaalde dingen aan- of afraden en geven we inspiratie voor gezonde eetbare traktaties en ideeën voor niet-eetbare traktaties:
Een gezonde of niet-eetbare traktatie kun je zo omtoveren tot iets heel feestelijks. Wij maakten van een maiswafel een leuke Nijntje traktatie.
Je kunt hier de konijnenoren downloaden en uitprinten.
Op internet zijn allerlei websites te vinden met inspiratie om van een gezonde snack een leuke traktatie te maken. Op de website van het voedingscentrum vind je bijvoorbeeld 8 leuke en gezonde traktatie ideeën.
Ook van voorverpakte dingen zijn hele leuke traktaties te maken! Hoe maak je een gezonde traktatie coronaproof? Van een doosje rozijntjes kun je echt alles maken. Met wat gekleurd papier maak je in een handomdraai een diertje, een poppetje of een auto.
Een mandarijntje in de schil tover je zo om tot Nemo of een indiaantje of spookje. Het ziet er niet alleen ontzettend feestelijk en leuk uit. Kinderen vinden het ook nog eens heel erg lekker. Je kunt natuurlijk ook altijd gaan voor de niet-eetbare traktatie. Welk kind is er nou niet blij met stoepkrijt of bellenblaas? Met cellofaan en een gekleurd lintje zet het er meteen feestelijk uit. Zit je in tijdnood? Op internet zijn er diverse sites te vinden waarop je kant-en-klare verpakte traktaties kunt bestellen!
Snoep vinden de meeste kinderen natuurlijk ontzettend lekker, het past alleen niet binnen de welbekende schijf van vijf. Het is dus eigenlijk overbodig snacken binnen een gezond eetpatroon. Maar je mag je kind best af en toe iets lekkers gunnen. Wanneer je het binnen de perken houdt is daar helemaal niks mis mee, zolang je je er bewust van bent hoe vaak je iets geeft en hoe veel. Om je op weg te helpen geven we je wat tips om een balans te vinden tussen gezonde en ongezonde snacks.
Wil je meer informatie en tips over gezonde voeding en hoe je van groente eten een feestje kunt maken? Lees dan zeker ook eens de blog ‘Je kind wil geen groente eten? Lees onze tips en tricks!'
Als je op zoek bent naar geschikte opvang voor je kind zal je merken dat het aanbod aan kinderopvang groot is en de verschillen tussen de organisaties niet altijd even duidelijk zijn. Wil je weten waar je precies op moet letten bij het kiezen van een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal of buitenschoolse opvang? Wij helpen je graag op weg met onze handige checklist én we vertellen waarom CompaNanny een goed keuze is
Als je zwanger bent komt er heel veel informatie op je af. Je wordt geadviseerd om je kind alvast in te schrijven bij een kinderdagverblijf voordat het geboren is! Hoe eerder je dit namelijk geregeld hebt, hoe groter de kans dat je kind terecht kan bij de kinderopvang waar jouw voorkeur naar uitgaat. De eerste vijf jaar in het leven van een kind zijn erg belangrijk voor de persoon die hij/zij later wordt. Het kiezen van de juiste kinderopvang, die past bij jouw wensen, moet je daarom weloverwogen doen.
Praktische zaken als bereikbaarheid van locatie en openingstijden zijn makkelijk te achterhalen. Maar het gevoel moet ook goed zijn en daarom is het goed om bij een aantal vestigingen een rondleiding aan te vragen. Bij een rondleiding op een vestiging is het ook belangrijk om verdiepende vragen te stellen, om zo te achterhalen of de werkmethode aansluit op jouw wensen. Dit zijn punten waar je op kunt letten bij het selecteren van de juiste opvang:
Met onze uitgebreidere checklist, weet je of een kinderopvang voldoet aan jouw wensen!
In de werkwijze van CompaNanny staat het optimaal begeleiden van kinderen in hun ontwikkeling centraal. Wij bieden een veilige plek, die voelt als thuis. Waar vertrouwen en respect ervoor zorgen dat je kind zich in alle rust kan ontplooien, onder begeleiding van de beste mensen.
Je bent altijd van harte welkom voor een rondleiding. Zo krijg je de beste indruk van de groepen, de Nannies en onze pedagogische werkwijze. Het is het prettigst om de vestiging even met eigen ogen zien en er een gevoel bij te krijgen. Ook in tijden van het coronavirus bieden we je de mogelijkheid om langs te komen voor een rondleiding. Uiteraard volgen we de richtlijnen van het RIVM, zodat je op een veilige manier de vestiging kunt bekijken.
Wil je liever digitaal binnenkijken op de vestiging, dan kan dat natuurlijk ook! Voor de meeste vestigingen bieden we de optie om een digitale 360° tour te bekijken. Daarnaast is er voor elke vestiging een digitaal rondleidingfilmpje beschikbaar. In deze video vertellen we je meer over CompaNanny, onze werkwijze en geven we je een rondleiding door het pand.
Howtotalk is dé expert op het gebied van communiceren met kinderen.Hun methode wordt dan ook door veel ouders omarmd. Ook bij CompaNanny geloven we in deze methode. Al ruim tien jaar worden alle nannies van CompaNanny succesvol getraind door Howtotalk. Naast de boeken en trainingen heeft Howtotalk nu ook een app voor ouders ontwikkeld met oplossingen voor dagelijkse uitdagingen.
Howtotalk leert iedereen (die werkt) met kinderen omgaan met de uitdagingen die bij opvoeden horen. Alle nanny’s van CompaNanny worden volgens deze methode opgeleid. Daarbij ligt de focus op het erkennen van gevoelens van kinderen (0-18 jaar). Door dat met aandacht te doen, leren kinderen weer rekening te houden met hun ouders of verzorgers. Grenzen en afspraken respecteren is tenslotte veel makkelijker als er ook oog is voor jouw situatie als kind. Kinderen leren zo dealen met tegenslag, zelfstandig te zijn en zelf oplossingen te bedenken. Met de methode geef je ze een andere kijk op zichzelf en help je hen te worden wie ze willen zijn. Trots op zichzelf, zelfverzekerd en met respect voor hun omgeving.
Ervaringen thuis waren voor Heleen de Hertog vijftien jaar geleden de aanzet voor Howtotalk. Haar oudste zoon was ‘een pittig mannetje’ met wie ze de nodige strijd had. “Door de bestseller How to talk so kids will listen & listen so kids will talk ontdekte ik dat de moeizame situaties met mijn kind vooral ontstonden door míjn manier van communiceren. Want hoe je als ouder omgaat met de gevoelens van je kind, heeft een enorme impact op de wijze waarop hij zich uit.” Heleen bewerkte het boek voor de Nederlandse markt, evenals een variant met focus op rivaliteit tussen broers en zussen, en gaf ze uit onder de naam How2talk2kids. Ook in Nederland werden het absolute bestsellers: inmiddels zijn er ruim 120.000 exemplaren van verkocht.
Daarna volgden de Howtotalk-trainingen voor ouders. Onder de cursisten van het eerste uur bevond zich ook Bas Beek, founder van CompaNanny. Bas was meteen enthousiast over de methode en besloot Howtotalk voor heel CompaNanny in te zetten. Sindsdien traint Howtotalk alle nannies van CompaNanny in het communiceren met kinderen.
De Howtotalk-formule is gebaseerd op het levenslange werk van kinderpsycholoog en therapeut Haim Ginott, en in zijn navolging op de wereldwijde bestseller How to talk so kids will listen & listen so kids will talk van Adele Faber en Elaine Mazlish. Wetenschappelijk onderzoek en 50.000+ trainingen aan ouders en opvoeders maken de methode waterdicht, durven we wel te zeggen. Liefdevol, sterk onderbouwd, met respect voor alle betrokkenen en met vertrouwen in het kind voorop: precies de kwaliteiten die we bij CompaNanny hoog in het vaandel hebben. Tenslotte is onze missie: ‘Wij geloven in een betere wereld en bouwen elke dag aan generaties die daar aan bijdragen.’ Niet zo gek dus dat we al zo lang samenwerken met Howtotalk!
Naast de boeken en trainingen (tegenwoordig alleen voor professionals) heeft Howtotalk nu ook een app voor ouders ontwikkeld. Heleen de Hertog: “In de app integreren we het beproefde succes van onze methode, onze jarenlange ervaring met ouders en de nieuwste inzichten uit onderzoek naar emoties, hechting en hersenontwikkeling. We zijn hier echt gepassioneerd door geraakt. De methode is simpel, praktisch en direct toepasbaar.”
De app biedt ouders op interactieve wijze oplossingen voor dagelijkse uitdagingen én verbetert de band tussen ouder en kind. De Howtotalk-methode is erin verwerkt als complete training, inclusief voorbeeldsituaties, podcasts, social posts en video’s. Ouders krijgen dagelijks tips, reminders en korte oefeningen, zodat ze zich de vaardigheden op een natuurlijke manier eigen kunnen maken. Heleen: “Een kind dat boos wordt, elke keer uit bed komt, faalangstig is, ruzie maakt of plotseling niet meer naar school wil: de app leert je er op een rustige, effectieve manier mee om te gaan. Zonder strijd, beschuldiging en uitspraken waar je spijt van krijgt. Én zonder je eigen grenzen uit het oog te verliezen.”
Wil je meer weten over Howtotalk, de boeken bestellen of de app downloaden? Kijk dan op de website!
Rondom de feestdagen heerst bij veel gezinnen een bepaalde mate van onrust. Vooral het Sinterklaasfeest gaat vaak gepaard met veel hectiek. Bij je kind zorgt de belofte van cadeaus misschien nog wel voor de meeste spanning. Met de tips in deze blog zorg je ervoor dat jouw kind niet teveel spanning en teleurstelling ervaart in deze leuke maar ook hele spannende periode.
Als je bespreekt wat je kind kan verwachten, neem je al een groot deel van de spanning weg. Een handige afspraak is bijvoorbeeld: “Je mag 2 keer in het weekend je schoen zetten en daarna niet meer”. Maak ook keuzes in op welke plek je Sinterklaas gaat vieren en bespreek hoe de avond gaat lopen, zodat je kind er op voorbereid is dat jullie bijvoorbeeld eerst gaan eten en daarna pas pakjes gaan uitpakken. Visualiseer de periode voor je kind door samen een kalender te maken waarop staat wanneer de schoen gezet mag worden, wanneer de intocht is, wanneer Sinterklaas op school komt en wanneer het pakjesavond is. Tijd is heel abstract voor kinderen en dit kan helpen om ze houvast te geven.
Sta stil bij eventuele teleurstellingen. Als je kind gevraagd wordt om een verlanglijstje te maken, zal het misschien nog niet beseffen dat hij niet alles zal krijgen. Zeker wanneer er een diepe wens was voor een bepaald cadeau, kan er veel verdriet bij komen kijken wanneer dit cadeau niet in de zak blijkt te zitten. Zeker wanneer een vriendje of vriendinnetje dit cadeau wél gekregen heeft. Dit zijn lastige situaties. Erken de teleurstelling van je kind en benoem de emotie. Laat je kind zich gehoord voelen door bijvoorbeeld te zeggen “Jij wilde heel graag een step hebben, die heb je niet gekregen en nu ben je verdrietig”. Stil staan bij het gevoel kan al genoeg zijn. Door daarnaast de emoties te benoemen, help je je kind nog meer bij de ontwikkeling van zijn of haar emotieregulatie.
Het kan erg vervelend zijn wanneer je kind op pakjesavond het ene na het andere cadeautje uitpakt zonder er ook maar goed naar te kijken. Dit doen kinderen niet uit desinteresse of ondankbaarheid, het is een manier om met alle prikkels om te gaan. Het is ook niet nodig om je kind veel of hele dure cadeaus te geven, het is belangrijker dat de cadeaus aansluiten op zijn behoeften en interesses. Is je kind gek op dino’s? Een stickervel kan al een topcadeau zijn. Je kunt er ook aan denken om praktische cadeaus te geven, zoals een pyjama of een wintermuts. Kinderen denken niet eens na over het praktische nut en zijn gewoon in de wolken van alle dino’s die op hun nieuwe pyjama staan.
Wanneer je je dagelijkse ritme blijft aanhouden, biedt dit je kinderen houvast en dat zorgt voor structuur in alle hectiek rondom de Sinterklaasperiode. Schoen zetten en Sint-liedjes zingen zijn een extraatje, geen vervanging voor de dagelijkse bedtijd-routine. Het zorgt er daarnaast voor dat de focus niet enkel op cadeaus ligt.
Luister ook naar onze podcast aflevering over dit onderwerp! Pedagogen Laurie & Amber beantwoorden vragen van ouders over hoe je de periode rondom feestdagen rustig houdt voor jou en je kind én hoe je de focus op cadeaus voorkomt.
Bij CompaNanny vinden we bewegingsvrijheid erg belangrijk. Ruimte om te ontwikkelen in beweging leidt namelijk tot zelfstandigheid en zelfvertrouwen bij baby’s en jonge kinderen. Op onze babygroepen hanteren we de visie van Emmi Pikler. Wat deze visie inhoudt en hoe het zich vertaalt in onze pedagogische werkwijze op de babygroepen vertellen we je graag in deze blog!
Emmi Pikler ontwikkelde haar visie vanuit haar rol als moeder en kinderarts. Wanneer een kind de kans krijgt om te ontdekken en te leren in zijn of haar eigen tempo, dan leert het beter zitten, staan, spreken en denken dan een kind dat geholpen wordt in zijn of haar ontwikkeling. De visie van Pikler is daarmee een belangrijke inspiratiebron voor de pedagogische werkwijze van CompaNanny.
In de ruime grondbox kunnen de allerkleinste baby’s ongestoord, veilig en rustig spelen. Ze krijgen hier voldoende bewegingsruimte om zich in hun eigen tempo alle ontwikkelingsfasen eigen te maken. Een kind wordt altijd op zijn of haar rug gelegd. Dit doen we op een harde mat in de grondbox. Deze harde ondergrond zorgt voor versteviging bij het bewegen. Als het kind op zijn of haar rug wordt neergelegd kan het kind vanuit die positie zelf bewegen (bijvoorbeeld door op de zij te rollen). Het kind kan gaan oefenen met het omrollen en in een later stadium gaan oefenen met tijgeren.
Om het bewegen extra te stimuleren wordt er speelgoed in een halve cirkel om het kind heen gelegd. Onze Nannies zullen kinderen zelf geen speelgoed in de handen geven; zij geven op deze manier kinderen de mogelijkheid om zelf te kiezen wat ze pakken, wanneer ze deze motoriek onder de knie hebben. Per kind wordt bekeken wanneer hij of zij eraan toe is om buiten de grondbox te spelen. De Nannies kijken dan naar wat het kind al kan en of hij of zij zich vertrouwd voelt in een grotere ruimte.
De babygroepen bij CompaNanny zijn overzichtelijk en ruim opgezet met rustige kleuren en voorwerpen. Naast de ruim opgezette grondboxen waar baby’s zich in kunnen bewegen, zijn er diverse klim- en klautertoestellen en veel houten voorwerpen. Alles is aanwezig om de creativiteit en de ontwikkeling op zijn beloop te laten en het kind de ruimte en vooral de rust te gunnen om te groeien en te leren. Er is op onze groepen geen speelgoed aanwezig met knopjes waardoor geluid gaat maken, maar enkel passief speelgoed waar kinderen nieuwsgierig, actief en creatief van worden.
Bij CompaNanny volgen we de ontwikkeling van het individuele kind. Als een kind bijvoorbeeld nog niet zelfstandig in een zitpositie is gekomen, dan kiezen we ervoor om het nog niet aan tafel in de kinderstoel te zetten om te eten. We bieden dan het hapje of brood aan op schoot bij de Nanny. Voordat een kind aan tafel kan zitten, vinden wij het namelijk belangrijk dat een kind eerst zelf in de zitpositie is gekomen. Wanneer een kind dit helemaal vanuit zijn of haar eigen motivatie en kracht heeft gedaan, zorgt dit voor een enorme boost in het zelfvertrouwen. Vanuit deze succeservaring zal het kind zich met nog meer zelfvertrouwen verder kunnen ontwikkelen.
Wil je meer weten over onze pedagogische visie of ben je benieuwd welke werkwijze we hanteren op onze peutergroepen? Bekijk dan onze pagina over het pedagogisch beleid van CompaNanny. Ben je enthousiast over ons aanbod aan kinderopvang? Je kunt een rondleiding aanvragen op een van onze vestigingen of je kind direct inschrijven!
Dacht je het opvoeden helemaal onder controle te hebben met je oudste, blijkt deze manier van opvoeden voor je jongste totaal niet te werken. Dat de opvoeding van elk kind maatwerk is lijkt dus evident, maar het is misschien niet altijd even makkelijk. In deze blog geven we tips en delen we waarom het belangrijk is om ieder kind als uniek persoon te behandelen en op te voeden.
De definitie van opvoeden is dat je kind begeleidt bij zijn of haar ontwikkeling tot iemand die zelfstandig kan meedoen aan de samenleving. Dit doe je door het bieden van een veilige omgeving, het bieden van structuur en door het bijbrengen van normen en waarden. Deze basis zal in de meeste gevallen gelijk zijn voor al je kinderen maar daarnaast is het belangrijk dat je de opvoeding per kind aanpast aan zijn of haar unieke persoon. Elk kind heeft namelijk andere karaktereigenschappen. Wat kun je doen in de opvoeding?
Onthoud altijd dat geen enkel kind hetzelfde is. Ook als het om broers en zusjes gaat die dezelfde ouders hebben, in hetzelfde huis opgroeien en naar dezelfde school gaan. Ze hebben hun eigen plaats in het gezin, een eigen karakter, eigen relaties met anderen en eigen opgedane ervaringen. Dit maakt elk kind tot een uniek individu!
Op zondag 31 oktober 2021 gaat om 03:00 de wintertijd in. De klok gaat dan een uur terug, Voor mensen zonder kinderen betekent dit een uurtje meer slaap, maar voor mensen met (jonge) kinderen betekent dit dat de dag een uur eerder begint. Een baby of peuter heeft zijn eigen bioritme die door de overschakeling naar de wintertijd (tijdelijk) ontregeld wordt. Wat kun jij als ouder doen om je kind voor te bereiden op de wintertijd?
Zorg voor aanpassing in het ritme
Een goede voorbereiding is het halve werk! Geef je kind de kans om alvast aan het nieuwe ritme van de wintertijd te wennen. Je kunt ervoor kiezen om een paar dagen van te voren te wennen aan de ‘nieuwe tijd’ door de tijdstippen van eten, opstaan en naar bed gaan iets te verschuiven. Je kunt dit 1 à 3 dagen van te voren doen en schuif dan het ritme met 10 of 15 minuten per dag op. Dat betekent dat het dagritme van je kind iets later wordt. Let hierbij wel goed op de slaapsignalen die je kind afgeeft en houd je kind niet onnodig langer wakker; hierdoor kan het lastiger zijn om in te slapen.
Als je kind ouder is dan 2 jaar kun je gebruik maken van een ‘slaaptrainer’; deze speciale licht-wekker kun je elke avond iets vroeger zetten waardoor die ’s ochtends wat eerder ‘aan’ gaat. Kinderen vanaf 2 jaar kunnen begrijpen dat ze in bed blijven liggen totdat het lichtje van de wekker aangaat.
Creëer een voorspelbaar avondritueel
Door elke avond hetzelfde, rustige avondritueel te hebben, bied je je kind veel voorspelbaarheid wat hem of haar kan helpen om in de ‘slaapmodus’ te komen. Een vaste volgorde (bijvoorbeeld eerst tandenpoetsen, daarna een pyjama aan en tenslotte even voorlezen) kan je baby ondersteunen om sneller en rustiger in slaap te vallen. Hierbij is het fijn om te kiezen voor rustige momenten; het kijken van een filmpje of nog even stoeien kan je kind juist weer actief maken.
Zorg voor goede raamverduistering
Een praktische tip is om ervoor te zorgen dat er een goede raamverduistering aanwezig is in de slaapkamer waar je kind slaapt. Denk hierbij aan een rolluik, verduisterende gordijnen of rolgordijnen. Zo blijft de kamer lang donker en wordt je kind niet eerder wakker door het natuurlijke licht.
Doe het licht aan en kom in beweging!
In de wintertijd is het ’s ochtend langer donker dus doe bij het opstaan het licht aan. Op die manier help je het natuurlijke dag- en nachtritme van je kind een handje. Door in de ochtend samen even de deur uit te gaan krijgt je kind frisse lucht, daglicht en beweging. Dit kan helpen om de biologische klok sneller te laten wennen aan de tijdsverandering.
Wordt er bij jou in huis ook steeds gevochten om jouw aandacht? Wordt er steeds vergeleken met elkaar en is er altijd één die zich benadeeld voelt ten opzichte van de ander? Maak je niet teveel zorgen, deze onderlinge concurrentie is heel normaal en helpt je kind in zijn verdere ontwikkeling. We geven je tips die bij zullen dragen aan een goede harmonie in huis!
Onderlinge rivaliteit
Het is fijn als je kinderen het goed met elkaar kunnen vinden, voor elkaar opkomen en een vriendschappelijk band ontwikkelen. Maar dit is vaak niet de dagelijkse realiteit en dat kan best teleurstellend of frustrerend zijn voor jou als ouder. Zeker wanneer je merkt dat je kinderen elkaar meer als rivaal zien dan als maatje.
De reden dat broers en zussen met elkaar rivaliseren heeft een biologische oorsprong; er is onderlinge strijd voor voedsel en ouderlijke aandacht. Om deze rivaliteit zo min mogelijk in de hand te werken is het belangrijk dat je elk kind als uniek individu blijft zien en benaderen. Geef elk kind aandacht op basis van zijn/haar behoefte en laat zien dat je van ieder kind houdt op een eigen unieke manier. Waarschijnlijk zijn er ook verschillende eigenschappen die je bij je kinderen waardeert. Benoem deze dan ook zonder hierbij de vergelijking met je andere kind te maken. Je ene kind is niet beter dan je andere kind, ze zijn allebei anders.
Ruimte bieden bij conflicten
Conflicten kunnen vermoeiend zijn, bepalend zijn voor de sfeer in huis en belemmerend werken voor de relatie tussen broers en zussen. Veel ouders proberen daarom conflicten zoveel mogelijk te voorkomen of direct in te grijpen wanneer er een conflict aantreedt. Het is echter raadzaam om kinderen de ruimte te bieden om zelf hun conflict op te lossen. Dit is een leerzame ervaring en zorgt er wellicht voor dat een volgend conflict zich minder snel voordoet of dat je kinderen eerder zelfstandig tot een oplossing kunnen komen. Daarnaast kan een de bemoeienis van jou als ouder het conflict soms juist alleen maar erger maken. Je kinderen zien de scheidsrechter aankomen en zullen beiden alles in de strijd gooien om hun gelijk te halen.
Het lukt kinderen niet altijd om zelf het conflict op te lossen. Wanneer je ingrijpt, zorg er dan vooral voor dat je probeert om zonder oordeel te luisteren naar je beide kinderen en de communicatie weer op gang brengt, zonder dat je zelf de oplossing aandraagt. Complimenteer vervolgens je kinderen als ze hun conflict samen hebben opgelost.
Meer lezen?
Wil je meer lezen over rivaliteit tussen broers en zussen? Dan kunnen we het boek: 'Broers en zussen zonder rivaliteit' van How2TalkToKids zeker aanbevelen.
In dit boek vind je nog veel meer praktische handvatten voor een betere relatie tussen broers en zussen
Midden in de nacht word je wakker omdat je je kind hoort gillen. Je snelt naar z’n kamer en ziet hem verschrikt en nat van het zweet overeind in z’n bed zitten.Ieder kind heeft weleens een nachtmerrie, dat is niet te voorkomen maar je kunt als ouder wel je kind geruststellen en een veilig gevoel geven. Hoe je dit doet vertellen we je graag in deze blog.
Wat is de oorzaak van een nachtmerrie?
Bijna alle kinderen hebben weleens last van nachtmerries. Vaker dan volwassenen zelfs, en met een hoogtepunt op vijf- of zesjarige leeftijd. Omdat peuters het verschil tussen droom en werkelijkheid nog niet zien, kan een nachtmerrie je kind angstig maken. Naarmate je kind ouder wordt, neemt de frequentie van de nachtmerries af.
De oorzaken van nachtmerries zijn niet direct bekend, maar het is wel duidelijk dat er in de droomwereld van een kind veel wordt verwerkt van wat er overdag heeft plaatsgevonden. Daarnaast zijn er bepaalde triggers die de kans op nachtmerries kunnen vergroten. Zo zijn nachtmerries bijvoorbeeld vaak een gevolg van spannende of stressvolle gebeurtenissen, een drukke dag of een nare ervaring. Ook koorts kan aanleiding zijn voor een nare droom.
Wat kun je doen?
Je kunt als ouder niet voorkomen dat je kind een nachtmerrie krijgt, maar je kunt hem hier wel bij ondersteunen. Het is belangrijk dat je zelf rustig blijft, ook als je kind erg overstuur is. Hiermee straal je vertrouwen uit en dit zal helpen om je kind te kalmeren.
Voorlezen is niet alleen ontzettend gezellig, het kan ook een hele belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van een kind. Voorlezen heeft tal van positieve effecten op zowel de emotionele, cognitieve als sociale ontwikkeling van een kind. Begin er daarom mee op hele jonge leeftijd!
Voorlezen heeft een positief effect op taalontwikkeling
Veel ouders beginnen met voorlezen wanneer hun kind start met praten, meestal zo rond de 2 tot 2,5 jaar. Wat niet heel bekend is, is dat de passieve taalontwikkeling (begrijpen van gesproken taal, maar nog niet zelf kunnen praten) al veel eerder start.
Uit onderzoek is gebleken dat het starten met voorlezen vanaf +/- 8 maanden een positief effect heeft op de taalontwikkeling van het kind op latere leeftijd. Door voorlezen wordt een kind blootgesteld aan een breder en meer divers woordenpalet en het vergroot het inzicht in spelling en tekstbegrip. Ook is er een verband tussen voorgelezen worden en de latere interesse (en het beleven van plezier) in lezen.
Hoe kies je een geschikt boek?
Hoe kies je uit het veelvoud van aanbod een geschikt boek uit? Kies in de eerste plaats een boek wat je zelf leuk vindt en lekker wegleest (het ene boek leest nou eenmaal lekkerder dan het andere boek), maar ook wat aansluit bij de leeftijd en interesses van je kind. Ook grote veranderingen in het leven van je kind (denk aan een verhuizing, de geboorte van een broertje/zusje, naar school gaan) kunnen heel goed bespreekbaar gemaakt worden door hier boeken over te lezen.
Enkele boekentips voor het voorlezen aan kinderen tussen de 0-4 jaar:
Een ontroerend, liefdevol verhaal over vriendschap met vertederende illustraties.
Een bemoedigend boek over moed, zelfvertrouwen en meer kunnen dan je denkt.
Een leuk interactief boek waar het kind echt meedoet in het avontuurlijke verhaal.
De verhalen van kikker maken verschillende emoties op een mooie en toegankelijke manier bespreekbaar, zoals in dit boekje de emotie ‘angst’
Wist je dat….
kinderen vanaf hun geboorte al lid kunnen worden van de bibliotheek? Het jeugdabonnement bij de bibliotheek is ook nog eens helemaal gratis voor kinderen tot 18 jaar. Het abonnement biedt eindeloos veel lees-, kijk- en luisterplezier!
Wil je nog meer weten over voorlezen én nog meer leuke boekentips ? Luister dan naar aflevering 14 van de Opvoedcast waarin pedagogen Amber en Laurie je vertellen waarom voorlezen van belang is van jong tot oud, wat goed voorlezen inhoudt en hoe je het leuk maakt voor jezelf. En natuurlijk worden er boekentips gedeeld!
Waar het ene kind al van jongs af aan heel sterk van zich af kan bijten, loopt de andere liever weg bij een conflictsituatie. Dit heeft met aanleg en karakter te maken, maar weerbaarheid is ook zeker aan te leren bij het minder assertieve kind. In deze blog vertellen we wat jij als ouder kunt doen om de weerbaarheid van je kind te vergroten.
Wat is weerbaarheid?
Weerbaarheid is een term die wordt gebruikt om aan te duiden dat een kind op een passende manier voor zichzelf durft op te komen en zijn grenzen kan bewaken. Daarnaast kan een weerbaar kind zichzelf verdedigen en durft hij zijn mening te uiten. Ook het durven vragen van hulp en om kunnen gaan met teleurstellingen zijn eigenschappen die een weerbaar kind bezit.
Versterken van zelfvertrouwen
De basis van weerbaarheid ligt bij het zelfvertrouwen van je kind. Je kunt als ouder het zelfvertrouwen van je kind versterken door hem of haar positieve aandacht te geven, ruimte te bieden voor zijn eigen mening en door in te spelen op de behoeften. Ook de ruimte bieden voor het maken van fouten (en hier mee om leren gaan) is een belangrijke voorwaarde voor het versterken van het zelfvertrouwen en vergroten van de weerbaarheid. Want een kind dat zelf weer overeind krabbelt na een (fysieke of mentale) val, leert dat dit ook een mogelijkheid is en zal een volgende keer minder angstig zijn om een fout te maken.
Bewustzijn van lijf en houding
Een andere belangrijke voorwaarde voor zelfvertrouwen en weerbaarheid is bewustzijn van je lijf en houding. Een rechte rug en opgeheven hoofd maakt dat je kind de wereld letterlijk ander bekijkt dan wanneer je kind gebogen staat en oogcontact het liefst vermijd. Sporten kan hier een grote bijdrage leveren; het kan je kind letterlijke sterker maken in zijn lichaamshouding. Daarnaast helpt het je kind om te leren samenwerken, sociale contacten te maken en om assertiever te worden.
Voorleestips
Het kan jou en je kind helpen om samen te lezen over het vergroten van zelfvertrouwen en weerbaarheid. We hebben een selectie gemaakt van een aantal (prenten)boeken met een waardevolle achterliggende boodschap.
Je kind respect voor anderen en voor zijn of haar omgeving bijbrengen; hoe doe je dit? En hoe start je hiermee op jonge leeftijd? We geven je gelijk het belangrijkste mee: als ouder of verzorger ben je een van de belangrijkste voorbeelden voor een kind!
Respect hebben voor elkaar is een belangrijke kwaliteit om je kinderen al op jonge leeftijd te leren. Het legt de basis en stimuleert positief gedrag zoals empathie, vriendelijkheid, oprechtheid en eerlijkheid. Niet voor niets is ‘respect’ één van de 7 waarden van CompaNanny.
Respect als waarde binnen CompaNanny
Bij CompaNanny vinden we het belangrijk dat kinderen leren om respect voor zichzelf, anderen en de wereld te hebben. Onze Nannies creëren, binnen verschillende leeftijdsgebieden, de juiste voorwaarden voor kinderen om deze waarde te ontwikkelen.
Baby’s, dreumesen en peuters (0- 4 jaar) maken in hun eerste levensjaren grote stappen in hun ontwikkeling. Hierbij kunnen een hoop frustraties en emoties komen kijken. Wij bieden de kinderen ruimte om zich op hun eigen tempo te ontwikkelen en tonen respect voor het oefenproces. Ook krijgen de kinderen de ruimte om hun emoties te uiten, ook als een kind bijvoorbeeld de behoefte heeft om te huilen of boos te zijn. Door het benoemen van deze emoties bieden we kinderen geven we kinderen mee dat zij – én hun emoties – er mogen zijn.
In de communicatie met kinderen praten we vanuit de ‘ik-vorm’. Hierbij gaat het om het beschrijven van het gedrag van het kind. ‘Ik vind het niet goed dat je op tafel klimt, want dan kan je eraf vallen en dan doe je je pijn’. Niet in een jij-boodschap: "Jij mag niet op tafel klimmen dat is heel stout". In de jij-boodschap zit namelijk een veroordeling en beschuldiging uitgedrukt. Door middel van positieve en respectvolle communicatie met kinderen leren wij hen ook respectvol met anderen om te gaan.
In de leeftijd van 4-12 jaar leren we kinderen onder andere om respectvol om te gaan met spullen en in communicatie naar anderen te letten op taalgebruik. We bespreken gedrag dat we afkeuren met de kinderen, maar wijzen ze nooit als persoon af. Zo ondersteunen we kinderen tijdens conflicten en bij het aangeven van hun eigen grenzen.
Respect in de opvoeding
Als ouder wil je graag dat je kind respectvol omgaat met anderen in/en zijn of haar omgeving. Naar mate kinderen ouder worden, worden zij zich ook steeds meer bewust van hun relatie tot hun omgeving en anderen daarin. Jij hebt hier als volwassene een hele bijzondere rol in!
Wat kun jij doen om je kind ‘respect voor anderen’ mee te geven?
In de basisschoolleeftijd kunnen kinderen zich meer en meer inleveren in een ander en rekening houden met de elkaar. Ook het zelfstandig oplossen van conflicten en samenwerken gaat steeds beter. Dit komt onder andere doordat kinderen op deze leeftijd abstracter kunnen denken en hun eigen emoties beter kunnen reguleren. Kinderen blijven hierin ondersteuning nodig hebben en daar kun jij als ouder een belangrijke rol in spelen. Zo kun je je kind ondersteunen in:
Het ontwikkelen van empathie
Door de emoties van je kind (en van de ander) te benoemen leert een kind zich steeds beter in te leven in de ander en zijn gedrag hierop aan te passen. Door met kinderen te praten over emoties en het inleven in de kun je een kind ondersteunen in het ontwikkelen van zijn of haar empathie en respect voor de ander.
Door kinderen mee te geven dat je met respect praat over de mensen om je heen, leer je kinderen de kwaliteiten en positieve kanten van iemand anders te zien en te waarderen.
Je kunt kinderen leren op je beurt te wachten, te luisteren naar elkaar, vragen te stellen aan elkaar, anderen te helpen, et cetera. Bij jonge kinderen is dit nog erg lastig, dit heeft te maken met de ontwikkeling van het besef van zelf en het besef van de ander.
Omgaan met conflicten
Bij conflicten tussen kinderen kun je benoemen wat je ziet gebeuren. Je benoemt wat er gebeurd en spreekt hierin geen waardeoordeel of oplossing uit. Hierdoor worden kinderen gestimuleerd om zichzelf te verplaatsen in de ander en samen tot een oplossing te kunnen komen. Het zeggen van sorry is voor veel kinderen nog erg lastig. Hiervoor hebben ze het besef nodig van een ander, maar ook van oorzaak-gevolg. ‘Sorry zeggen’ is dan ook regelmatig iets wat kinderen doen omdat een volwassene dit van ze vraagt, niet perse omdat ze dit zelf begrijpen of zo ervaren. Leg je kind welke gevolgen hun acties kunnen hebben op de ander en begeleid je kind bij de emoties die hierbij komen kijken.
Zelfrespect en het eigen moreel besef
Het moreel besef (wat is goed en fout) van kinderen ontwikkelt zich in de basisschoolleeftijd steeds verder. Kinderen gaan het verschil zien tussen bedoeling en resultaat en tussen bedrog en vergissing en tussen fantasie en werkelijkheid. Je kunt dit – en daarmee ook het zelfrespect – ondersteunen door te benoemen dat eigen keuzes maken goed is, ook al mag een ander een andere mening hebben. Kinderen worden zo gestimuleerd om na te blijven denken over hun eigen keuzes en leren de keuzes van anderen te begrijpen.
Je kind gaat starten op het kinderdagverblijf, wat een mijlpaal! Misschien vind je het spannend en weet je niet wat je moet verwachten, of kun je moeilijk afscheid nemen van je kind wanneer je hem of haar voor het eerst wegbrengt. Het is voor zowel jou als je kind een heel nieuwe wereld. In deze blog vertellen we je wat je kunt verwachten en wat je kunt doen om je kind te helpen wennen.
Het eerste gesprek
Je bent waarschijnlijk al een keertje langs gekomen om de vestiging te zien, meer te weten te komen over de organisatie en het team te ontmoeten. Het is prettig én belangrijk om vooraf een gesprek te hebben met de pedagogisch medewerkers, zodat zij veel te weten komen over je kind en jullie gezin en hier juist op kunnen inspelen. Ook kun je bespreken wat je kunt verwachten van de eerste keer brengen en de wenperiode. De wenperiode op de kinderopvang start met een aantal dagen waarin de tijd dat je kind op de groep is langzaam wordt opgebouwd.
Nieuwe prikkels
Tijdens die wenperiode gaat er voor je kind een wereld open. Je kind komt in aanraking met andere kinderen, de Nannies op de groep, nieuwe indrukken zoals geuren, kleuren en geluiden en een nieuwe omgeving. Dat je kind veel nieuwe dingen moet opnemen en verwerken, kun je merken aan dat hij/zij ineens meer gericht is op jou (als ouder), in een eenkennigheidsfase terecht komt of gevoeliger is. Maar je kind kan bijvoorbeeld ook vermoeider of hongeriger zijn. Het brein van jonge kinderen heeft nog niet geleerd om prikkels goed te filteren, dus is het logisch dat je kindje overrompeld en vermoeid is na een dag op de kinderopvang.
Vertrouwen uitstralen
Hoe je kind zal reageren op deze veranderingen is van tevoren vaak niet te zeggen en kan afhangen van verschillende factoren. Hierbij kun je denken aan de leeftijd en het temperament van je kind, of de mate waarin je kind al gewend is aan andere mensen en nieuwe plekken. Ook speelt jouw eigen houding als ouder een rol. Je kunt je kind helpen met wennen door rust en vertrouwen uit te stralen. Als jij bij het wegbrengen laat blijken dat het oké is om een dagje op de kinderopvang te zijn, zal je kind daar ook meer vertrouwen in hebben.
Inspelen op zintuigen
Kinderen op jonge leeftijd zijn vooral gericht op ontwikkelen aan de hand van hun zintuigen. Ze zijn zich daardoor heel erg - veel meer dan volwassenen - bewust van geuren. Het kan daarom fijn zijn voor je kindje om iets vertrouwds te hebben op de kinderopvang, zeker wanneer ze voor het eerst gaan. Een knuffeltje wat hij/zij thuis al gebruikt heeft of een shirt dat jij gedragen hebt. Dit kan voor veel geborgenheid zorgen.
Herkenbaar ochtendritueel
Hoewel jij je agenda duidelijk voor ogen hebt, is het voor je kind een grote vraag wat er die dag gaat gebeuren. Voor een baby die volop in ontwikkeling i, kan iedere dag weer anders zijn. Om ervoor te zorgen dat jouw kind zich emotioneel veilig voelt en niet verrast wordt door plotseling bij het kinderdagverblijf gebracht te worden, kun je ervoor zorgen dat deze ochtenden hetzelfde zijn. Maak een ritueel van de dingen die ’s ochtends moeten gebeuren wanneer jullie naar de kinderopvang gaan. Als het herkenbaar is, zal je kindje de associatie steeds sneller maken en beter voorbereid zijn op de overgang van thuis naar de kinderopvang.
Wil je meer weten? Luister dan zeker naar aflevering 12 van onze podcast. Laurie en Amber beantwoorden een luisteraarsvraag, geven praktische tips en bespreken wat de kinderopvang van goede kwaliteit maakt en hoe dit kan bijdragen aan de fundering die gelegd wordt in deze vroege kindertijd.
Wat je ook probeert, je kind wil geen groente eten. Veel ouders lopen er tegenaan, de uitdaging om je kind voldoende maar ook ontspannen groente te laten eten.
Je wilt geen strijd aan tafel maar wel heel graag dat er gezond gegeten wordt. Door opvoeding en voeding samen te brengen, ondersteunt pedagoog en (kinder)voedingsdeskundige Iris Vernooij, van Sterk&Zoet, ouders en kinderen bij beiden! Ook bij CompaNanny passen we dit toe tijdens de warme lunch. In deze blog delen we samen met Iris een aantal praktische tips om eten leuker én voedzamer te maken.
Over het algemeen kan het imago van groente wel een upgrade gebruiken. Het is vaak nogal negatief en dat wordt regelmatig door onszelf gecreëerd, vaak zonder dat we het doorhebben. Bijvoorbeeld wanneer je zegt: ‘Wanneer jij je spruitjes eet, krijg je een toetje'. Daarmee geef je aan dat het toetje veel lekkerder is en je, wanneer je spruitjes eet, een beloning krijgt. Dan moeten die spruitjes dus wel heel vies zijn.
Of: ‘Nog drie happen, dan krijg je vlees'. Daarbij geef je aan dat het één zoveel lekkerder is dan het andere. In dit geval dus het vlees. Voor korte termijn werkt dit vaak wel maar voor de lange termijn werkt dit juist averechts.
In de ideale wereld zou groente een neutraal imago krijgen, net als het andere eten. Maar om het bij neutraal te krijgen moet het eerst opgeleukt worden. Groente eten moet een feestje worden. Dat kan met onder andere pannenkoeken, poffertjes en ijsjes, hoe tof!
Pannenkoeken met spinazie worden monster- of drakenpannenkoekjes genoemd maar ook ijsjes kun je gemakkelijk met groente maken. Wat dacht je van ijsjes met blauwe bes en courgette? Appel en wortel? Of toch liever spinazie en avocado? In het boek IJSJES, van Iris, staan meer dan 45 recepten met gezonde ijsjes met o.a. groente en fruit. Met deze gezonde ijsjes geef je het imago van groente een flinke boost.
Naast de spruitjes zijn hoog scorende groenten in dit rijtje natuurlijk ook broccoli en worteltjes. Terwijl al deze groenten juist zo gezond zijn en vol zitten met bouwstoffen. Je wilt dus graag dat jouw kind ze voldoende eet. Om het negatieve imago een upgrade te geven, helpt het om je kind te leren waarom groente precies gezond is. Waarom heeft het lichaam de groente nodig en welke functie heeft het voor je kind? Dus niet alleen maar ‘Groente eten is gezond’ of ‘Als je je groente eet, word je groot en sterk’. Dat zegt je kind eigenlijk weinig.
In plaats daarvan helpt het om te zeggen: ‘Aubergine maakt je geheugen sterk, daardoor kun je die sommetjes zo goed onthouden’, of ‘Je bent vandaag gevallen op je knie, wortels helpen het wondje om dicht te gaan en te genezen’. Op die manier wordt de motivatie voor je kind om groente te gaan eten een stuk tastbaarder en duidelijker. Je spreekt dan sneller van intrinsieke motivatie; je kind wil de groente eten omdat het daar zelf beter van wordt. Wanneer je alleen spreekt over dat groente gezond is, voelt dit voor het kind vaak als een motivatie die de ouder van hem of haar wilt.
Tip: Download hier gratis de handige poster ‘Kleurrijke groente’ en hang hem op in de keuken.
De avondmaaltijd is vaak de maaltijd waarmee kinderen de meeste moeite hebben, of waarbij ouders zich het meeste zorgen maken. Er ligt soms best een druk op het avondeten. Dat terwijl je kind dan ook moe van de dag is. Daarnaast is honger de allergrootste motivatie voor je kind om te gaan eten. Wanneer je kind geen of weinig honger heeft, zal het ook niet zo snel beginnen aan die groente die op het bord liggen.
Om de druk van het avondeten af te halen, is het raadzaam om de momenten waarop groente gegeten wordt te verspreiden over de dag. Dan is je kind minder moe, zal je kind sneller gaan beseffen dat groente eten neutraal is en hoeft er ook minder groente in één keer gegeten te worden. Groente eten zal luchtiger en ontspannener worden. Daarnaast hebben we nog een aantal tips waarmee groente eten écht een feestje kan worden!
Bij CompaNanny hebben we gezondheid hoog in het vaandel staan. Dit betekent niet alleen dat er samen wordt genoten van gezonde voeding, maar dat we er ook regelmatig met elkaar op uit trekken. Voor een evenwichtige ontwikkeling en gezonde groei hebben kinderen het nodig om regelmatig buiten in de natuur te zijn. Ook als het zonnetje soms niet schijnt. Zo zijn we niet alleen een gezonde kinderopvang, maar ook een groene kinderopvang die naadloos past in onze pedagogische visie waar we onze nannies ook op trainen
Soms is alleen een aantal tips lezen niet voldoende. Het kan fijn zijn als iemand naar jouw situatie of uitdaging kijkt en met je meedenkt. Iedere situatie én ieder kind is tenslotte anders. Vanuit persoonlijke ondersteuning of een cursus denkt Iris graag met je mee.
Binnenkort start er weer een nieuwe groep ouders met de cursus gezond opvoeden van je dreumes of peuter. In deze online cursus doorloop je alle belangrijke informatie over de eetopvoeding van je jonge kind. Ben je benieuwd naar deze cursus of wil je meer lezen over gezond opvoeden? Kijk op www.sterkenzoet.nl
Elke ouder met een nieuwsgierige peuter in huis weet dat de ‘waarom-’ en ‘hoe-’vragen bij de dagelijkse gang van zaken horen. Meestal kom je als ouder nog goed weg met de reactie ‘wat denk je zelf?’, of kun je samen met je peuter op onderzoekende wijze tot een antwoord komen. Maar zodra de vragen het terrein van ongemakkelijkheid bereiken wordt het ineens lastig. En dat is vaak het geval als het gaat om seksuele ontwikkeling.
Waarom heeft mama geen piemel?
Want hoe moet je reageren wanneer je peuter zich afvraagt waar hij eigenlijk vandaan komt? Of waarom mama geen piemel heeft? De sleutel tot succes binnen de seksuele voorlichting van peuters is vaak: houd het eenvoudig.
Maar als jouw antwoord ‘Uit de buik van mama’ toch vervolgvragen krijgt, dan wordt het toch lastig. Want hoewel kinderen zelf nog niet bewust bezig zijn met seksuele ontwikkeling, is er veel nieuwsgierigheid naar alles daaromheen. En de vraag ‘Maar hoe kwam ik dan in de buik?’ is dan onvermijdelijk. Dan is het logisch dat je even met je mond vol tanden staat.
Hoe pak je het aan
Laten we voorop stellen dat de nieuwsgierigheid van peuters, ook op dit gebied, te maken heeft met een aangeboren drang om te ontwikkelen. Om te weten. Om te begrijpen. En dat het ook gewoon een voorrecht is voor jou als ouder dat je peuter zijn kennis over de grote wereld bij jou wilt ophalen.
Dat betekent uiteraard niet dat je altijd voor alles een antwoord paraat hoeft te hebben. Gun jezelf bij lastige of ongemakkelijke vragen dan ook gerust even wat bedenktijd. Juist ook als het gaat over een onderwerp zoals seksuele ontwikkeling en voorlichting. Je kunt best tegen je peuter zeggen dat je het een heel goede vraag vindt waar je later even op terugkomt. En weet dat het later alleen maar makkelijker wordt om te praten over alle onderwerpen rondom het lichaam, sekse en seksualiteit, wanneer je er nu relaxt over doet
Hoe het niet moet
Wat je beter niet kunt doen is de waarheid verdraaien. Een verhaal verzinnen om het makkelijker voor jezelf te maken helpt jouw kind niet. Seksuele voorlichting bij peuters kun je in zoveel of zo weinig detail doen als je wilt, maar wees eerlijk. Baby’s worden niet door ooievaars gebracht en ze zijn tijdens de bevalling ook niet via de navel uit mama gekomen. Kinderen hebben recht op eerlijke informatie die ze de juiste kennis geeft over het ‘hoe’ en ‘waarom’.
Betekent dat dan ook dat je meteen alle waarheden op tafel moet gooien? Nee, dat is absoluut niet noodzakelijk. Tijdens de peuterleeftijd volstaat vaak een eenvoudig en niet al te uitgebreid antwoord. Maar wees open.
Wil je meer weten over de seksuele ontwikkeling van kinderen en ben je benieuwd naar meer tips over hoe je deze ontwikkeling kunt ondersteunen op een goede manier of tips over hoe je de seksuele voorlichting van peuters kunt aanpakken? Luister dan naar onze podcast, waarin host Amber en pedagoog Laurie je van alles vertellen over dit onderwerp en luisteraarsvragen bespreken.
Aan het begin van de zomer strekken ze zich eindeloos voor uit; die 6 weken zomervakantie. Je merkt aan alles dat het voor je kinderen (en jezelf) tijd is om lekker vakantie te vieren. De dagen vullen zich al snel met dingen zoals dagjes uit, hutten bouwen in de tuin, logeerpartijtjes, avonden BBQ-en en een paar weken naar de camping; het is genieten! Maar voordat je het weet is het weer zover en is de vakantie voorbij en gaat school en de BSO weer starten.
Weer wennen
Niet alleen voor volwassenen is het omschakelen na een paar weken vakantie, voor kinderen is dit juist ook weer erg wennen. Hoe help je je kinderen aan een fijne start zo na de zomervakantie? Hoe krijgen jullie het voor elkaar om weer op tijd en gezellig op te staan en – nog belangrijker – op tijd op school aan te komen? En wat als dat allemaal even niet zo soepel gaat? Of wellicht gaat jouw kind voor het eerst naar school? Bij dit alles geldt: Een goede voorbereiding is het halve werk!
Duidelijke afsluiting
Om de vakantie in stijl af te sluiten is het leuk om samen een speciaal ritueel of een bijzondere activiteit te bedenken waarmee je de overgang van het einde van de vakantie en de start het nieuwe schooljaar kunt markeren. Zo kun je denken aan koekjes bakken, een tekening maken of een dagje samen op pad. Ongetwijfeld heeft je kind zelf ook hele leuke ideeën. Als je hier een traditie van maakt, krijgt het meer betekenis en is het voor je kind heel duidelijk welke verandering er aan vast hangt.
Lees en praat erover
Door samen te lezen of voor te lezen over weer naar school gaan, kun je je kind voorbereiden op deze overgang. Er zijn in de boekwinkels en in de bibliotheek specifieke boeken te vinden over naar school gaan. Samen lezen over school en (weer) naar school en de BSO gaan, helpt je kind in de voorbereiding en geef het de kans om vragen te stellen of eventuele zorgen te bespreken. Veel kinderen zijn in gedachten vaak bezig met dat school binnenkort weer begint. Op deze manier maak je ruimte om erover te praten en geef je impliciet al aan dat het oké is om er mee bezig te zijn van tevoren.
Ritme bied rust
Op tijd terug in het ritme van schooldagen maakt het wennen aan vroeg op staan en stress rondom de ochtendspits een stuk beter te doen. Door in de week vóórdat de school begint op tijd naar bed te gaan en weer de wekker te zetten, schuift het ritme weer wat op en zal er meer rust en structuur zijn zodra de schooldagen weer starten.
Plan rustmomenten in
De eerste paar weken weer terug op school kunnen nogal hectisch zijn. Iedereen moet weer even wennen, de eerste (speel)afspraken worden gemaakt, de clubjes gaan weer van start en er moet misschien ook nog huiswerk gemaakt worden. Je kunt hierop anticiperen door de dagen niet gelijk te vol te plannen en je kind de ruimte en rust te geven die het kan gebruiken om weer op te starten na die weken vakantie.
Tas inpakken
Heel praktisch is het om samen na te gaan of je kind alles heeft voor school. Is het nodig om nieuwe gymspullen aan te schaffen? Heeft je kind andere materialen nodig voor school? En is die lekkende drinkbeker nou al vervangen? Pak vooraf samen de school- en gymtas in, leg wat kleren klaar voor de eerste dag en controleer de fiets; zo kan je je kind met een gerust hart het nieuwe schooljaar laten starten!
Vanaf wanneer en op welke manier je met seksuele voorlichting bij kinderen moet beginnen, is voor veel ouders niet duidelijk. Veel van onze seksuele normen en waarden zijn cultureel bepaald, maar ieder kind ontwikkelt zich op zijn of haar eigen manier en tempo. En dus ken je als ouder je eigen kind het best. Op basis van kennis over algemene seksuele ontwikkeling en het karakter van je kind, kun je als ouder zelf het beste bepalen wat wenselijk en toelaatbaar is en hoe je moet corrigeren. Maar waar begin je? We nemen je mee in de fasen van seksuele ontwikkeling.
0-2 jaar
Intimiteitsontwikkeling
Seksuele ontwikkeling bij kinderen is gericht op intimiteit, eigenlijk zou intimiteitsontwikkeling daarom een beter woord zijn. Liefdevol lichamelijk contact met personen waar een baby aan gehecht is, is een basisbehoefte in de jonge jaren. Maar wees je bewust van het feit dat wanneer je een kindje aanraakt, dit zíjn of haar eigen lichaam is. Jij bent te gast, ook wanneer je gewoon een knuffel geeft. Doe dit dus altijd met respect en alleen als het kind het fijn vindt.
Focus op wat wanneer gepast is
Voor kinderen is het hele lijf in deze fase één grote tastzin. Net zoals ze hun eigen handen en voeten ontdekken, ontdekken ze ook hun geslachtsdelen. Ze voelen dat dit anders aanvoelt dan bijvoorbeeld hun dij of dat iets lekker voelt. Langzaam maar zeker ontwikkelen ze het denkvermogen om ook te onthouden waar dat lekkere plekje zit en zullen dit dan opzoeken. Dat ze zichzelf bevoelen en ontdekken is heel normaal en past bij de leeftijd. Ze snappen alleen nog niet wanneer dit gepast is. De seksuele voorlichting bij deze fase zou zich dus moeten richten op tijdens welke momenten dingen wel en niet gepast zijn.
2-4 jaar
Objectief observeren
Kinderen van deze leeftijd zijn extra nieuwsgierig. Dus ook naar hun eigen lichaam en dat van anderen. Ze kijken naar elkaar, raken elkaar aan en merken verschillen op. Bij dit gedrag zit geen seksuele lading zoals wij dat op latere leeftijd kennen. Wat het uiteindelijk lading geeft, is de boodschap die wij als volwassenen afgeven door hoe we er op reageren. Kinderen voelen dan aan dat er iets bijzonders mee is, wat het interessanter maakt.
Daarnaast ontdekken kinderen vanaf deze periode dat jongens jongens zijn en meisjes meisjes zijn. Ze maken onderscheid tussen elkaar en er ontstaat sekse-rolgedrag.
Piemels en vagina’s
Taal is een belangrijk ding en in deze periode, waarin kinderen leren praten, wordt de basis gelegd voor later. Binnen de seksuele voorlichting bij peuters is het goed om vanaf het eerste moment een duidelijke benaming te gebruiken voor geslachtsdelen. Dus jongens hebben een piemel en meisjes een vagina. Verder moeten we ons ook bewust zijn van hóe we praten over dit soort dingen.
Peuters leren net praten en hebben goed door dat taal belangrijk is. Ze hebben ook door dat vieze woorden een ander effect hebben dan gewone woorden, door de reactie die ze erop krijgen van volwassenen. Dit kan zowel met woorden zijn, als onbewust met lichaamstaal of toonhoogte. Kinderen merken dat ze een reactie krijgen bij een bepaald woord, vinden dat interessant en zeggen het dus nog een keer.
4-6 jaar
Stiekem kijken
Eenmaal op de basisschool krijgt je kind te maken met een andere sfeer, waar je niet meer zomaar met je blote billen kan lopen en elkaar niet mag aanraken. Maar de seksuele ontwikkeling bij kleuters is in volle gang. Kinderen zijn heel leergierig en zullen dus andere manieren bedenken om hun nieuwsgierigheid te beantwoorden. Ze gaan bijvoorbeeld achter een muurtje staan om alsnog naar elkaar te kunnen kijken. Binnen het gezichtsveld van de leerkracht wordt het immers niet geaccepteerd en zo voldoen ze naar hun idee aan de norm, namelijk om dit niet in het openbaar te doen.
Open, eerlijk en duidelijk over praten
Je kunt kinderen uitleggen hoe dingen werken, zelfs aan de hand van plaatjes, maar echt begrijpen zullen ze het op deze leeftijd nog niet doen. Ze zien dan een kippenei voor zich of tuinkerszaadjes. Kinderen snappen op dit punt ook nog niet dat zij er eerst nog niet waren, ze zijn in de veronderstelling dat ze altijd al in moeders buik zaten. Toch is het belangrijk om wel open te zijn over dit onderwerp. Het begrip komt vanzelf en er eerlijk over praten is essentieel voor de sfeer en het vertrouwen voor latere gesprekken.
6-8 jaar
Voor het eerst verliefd
Kinderen van deze leeftijd begrijpen nog niet alles volledig binnen seksuele ontwikkeling en hierdoor gaat hun fantasie ermee aan de haal. Ze halen vervolgens hun fantasie en wat ze wél begrijpen door elkaar. Ze zijn nu vooral aan het kijken en registreren alles; wat we doen en zeggen, hoe we ons gedragen. Langzaam maar zeker richten ze hun aandacht steeds meer op anderen en beginnen ook verliefdheden een rol te spelen. Hoewel (de meeste) kinderen hier nog niks mee doen, hebben ze goed door dat verliefd zijn een ander gevoel is dan vriendschap. Als volwassenen moeten we hier daarom ook serieus mee omgaan. Niet ongevraagd over praten tegen andere mensen en geen grapjes over maken dus.
Ik ken een mop, twee tieten in een envelop
Kinderen krijgen nu pret in seksueel getinte grappen en spelletjes, zoals doktertje of flesje draaien. Dit kun je toelaten, het hoort er bij in deze fase, maar spreek af wat wel en niet toelaatbaar is, dat is een duidelijk deel van seksuele voorlichting bij zes jaar oud. Blijf ook in deze periode open en eerlijk met je kind praten. Bijvoorbeeld wanneer hij of zij een tekening heeft gemaakt van een geslachtsdeel, bespreek dan bijvoorbeeld of dit er echt zo uit ziet.
8-10 jaar
Pre-pubertijd
Als kinderen nu verliefd worden, dan gedragen ze zich er ook naar. Ook gaan ze meer duidelijke sekse-rollen aannemen. Jongens en meisjes gaan afzonderlijk groepjes vormen en houden zich vast aan de geleerde normen en waarden. Ze willen meer lichamelijk contact en beginnen met masturberen.
Hoewel kinderen zichzelf (achteraf) op deze leeftijd nog niet homoseksueel zullen noemen, weten ze wel dat het bij hen anders voelt dan bij anderen. Als volwassenen hebben we daarom een verantwoordelijkheid om bijvoorbeeld geen grapjes te maken over homoseksualiteit. We willen immers een veilige omgeving creëren.
10-12 jaar
Plotselinge preutsheid en nog veel te leren
Het lichaam ontwikkelt zich nu verder. Dit gaat bij meisjes sneller dan jongens, maar de emotionele ontwikkeling loopt bij beide groepen achter op de lichamelijke ontwikkeling. De belangstelling voor seksualiteit zoals wij dat als volwassenen kennen, neemt toe. Hoewel het misschien lijkt alsof je kind al heel veel weet en snapt van seksuele ontwikkeling, is dat nog niet zo. Op dit punt kan het helpen om boeken of video’s aan te bieden. Ook helpt het wanneer er binnen het gezin altijd vrij over gepraat is en er een open, eerlijke en veilige sfeer hangt. Desalniettemin zal je kind op deze leeftijd ineens weer preuts worden en gaat de badkamerdeur op slot. Deze preutsheid trekt later weer weg, maar het is belangrijk om je kind ruimte en respect te geven. Klop bijvoorbeeld op de deur voordat je naar binnen loopt.
Praten en afspraken
Bespreek met je kind wat hij of zij normaal vindt en maak vaak gewoon een kletspraatje, zodat je gesprekken onderling makkelijk maakt. Door normaal over seksualiteit te praten, maak je het voor je kind ook normaal. En wordt het makkelijker om over te praten met elkaar. Net zoals je afspreekt dat je niet mag neuspeuteren aan de eettafel, maar wel in bed, maak je dan ook afspraken over seksuele dingen. Het is normaal gedrag, waar wij als volwassenen richting aan moeten geven.
Of je nou goed bent in hockey, zwemmen, boogschieten of atletiek; het is er allemaal (en meer!) tijdens de Olympische Spelen. Dit jaar zijn de Olympische Spelen niet alleen in Tokyo, maar ook bij CompaNanny. Want het BSO Zomerprogramma staat dit jaar in het teken van de CompaLympics!
De CompaLympics
Op de BSO’s draait het 6 weken lang om de Olympische Spelen. Onze Nannies organiseren verschillende soorten activiteiten en spellen, net zoals bij de Olympische Spelen.
Bewegen en het ontdekken van verschillende sporten en culturen speelt hierbij een centrale rol.
Waarom bewegen belangrijk is
Dat sport en bewegen goed is voor de motorische ontwikkeling en fysieke gezondheid van kinderen is niets nieuws. Tijdens beweging zijn driekwart van alle hersencellen actief en betrokken bij het bewegen. Niet alleen om de spieren aan te sturen, maar ook om te communiceren met de zintuigen én elkaar. Dat zorgt er voor dat bewegen ook een positieve invloed heeft op de sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen!
Het effect van bewegen op de ontwikkeling
Zo is bewegen goed voor het geheugen, aandacht, begrijpen en leren. Dat komt omdat onze hersenen gevoelig zijn voor de positieve effecten van bewegen en dit werkt door in de cognitieve functies van de hersenen. Door te bewegen wordt bijvoorbeeld de hippocampus letterlijk groter en deze is heel belangrijk voor het geheugen, ook bij kinderen. En doordat het hart sneller bloed door hun lichaam pompt wanneer ze bewegen, ontvangen de hersenen meer zuurstof, wat weer heel goed is voor hun concentratievermogen! En wist je dat bewegen er voor zorgt dat kinderen zich beter kunnen uiten en beter samenwerken? Ook wordt hun eigenwaarde en zelfvertrouwen vergroot door te sporten.
Wanneer kinderen bewegen heeft dit ook invloed op de afgifte van melatonine, het slaaphormoon. Dus door te bewegen slapen kinderen goed en hebben ze een beter slaapritme. Bewegen zorgt er verder voor dat er gelukshormonen vrij komen in onze hersenen en hier wordt iedereen vrolijker van!
Het Zomerprogramma
Om ervoor te zorgen dat de kinderen op de BSO zoveel mogelijk in beweging komen deze zomer (en te laten profiteren van de voordelen van bewegen), worden er tijdens het Zomerprogramma diverse activiteiten aangeboden. Dit zijn uiteenlopende activiteiten waarbij er voor iedereen iets leuks bij zit. Zo kunnen kinderen in aanraking komen met andere soorten sport en spel, die zij nog niet kennen. Zo leren ze weer nieuwe dingen! Of ze herkennen juist wel bepaalde activiteiten, omdat deze aansluiten bij hun eigen interesses. Op beide manieren wordt de nieuwsgierigheid van kinderen geprikkeld, hun creativiteit gestimuleerd en kunnen ze hun eigen identiteit verder ontwikkelen.
Zo zorgen we er met dit Zomerprogramma voor dat de vakantieperiode niet alleen leuk is, maar ook goed voor de ontwikkeling!
Het is voor de taalontwikkeling van je tweejarige kind heel belangrijk dat je veel met hem of haar communiceert. Je peuter is nog volop aan het leren, zowel over woorden en de betekenis ervan als over interacties en de sociale aspecten van taal. We zetten voor je op een rijtje wat er gebeurt in de taalontwikkeling van peuters én hoe je deze ontwikkeling kunt stimuleren!
2-2,5 jaar
2,5-3 jaar
3-3,5 jaar
3,5-4 jaar
Wil je weten hoe wij op de groep communiceren met kinderen?
Lees meer
Je kindje is één jaar oud! Hij of zij is nu geen baby meer, maar een dreumes. Een persoon met een heel eigen karakter én (onbewust) al heel veel kennis over taal en communicatie. Vanaf nu ligt de focus vooral op zelf oefenen met spreken van echte woorden. Lees door om meer te weten te komen over hoe de taalontwikkeling verder verloopt.
13-14 maanden
Kinderen worden steeds beter in communiceren, ze leren meer klanken en gebruiken deze ook in combinatie met gebaren. Je kind leert vooral van de dingen die jij zegt en begrijpt vaak al goed wat korte zinnen betekenen, zoals “geef maar aan papa”.
Wanneer jij veel praat, kan jouw kindje veel nieuwe woorden leren. Hoewel hij of zij deze nog niet zelf kan zeggen, worden alle woorden en bijpassende beelden opgeslagen in het lange termijn geheugen. Dit geheugen is echter nog in ontwikkeling en om dit te trainen moet er veel herhaald worden.
15-16 maanden
Vanaf vijftien maanden worden kinderen steeds handiger in het gebruiken van taal om duidelijk te maken wat zij willen. Je kind gebruikt waarschijnlijk steeds vaker korte woordjes, mimiek en lichaamstaal om iets duidelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan “nee” terwijl hij of zij het bord met eten wegduwt, of “die” als hij iets wilt pakken.
Lastige woorden kunnen ook met zestien maanden nog niet goed uitgesproken worden door de meeste kinderen. Probeer je kind niet te corrigeren wanneer hij of zij een verkeerd woord gebruikt, maar reageer enthousiast en gebruik zelf het correcte woord in je reactie. Zeg bijvoorbeeld “oja, ik zie het, een vliegtuig!”, in plaats van “nee dat is geen ‘tui’, dat is een vliegtuig”.
Het voorlezen van simpele boekjes is een goede manier om je kind te helpen met de taalontwikkeling. Hij of zij weet vaak precies welk woord er gaat komen. Ook liedjes zingen is goed voor de taalontwikkeling van je kind. Vooral liedjes over lichaamsdelen zijn populair rond deze leeftijd, omdat ze dan ook kunnen aanwijzen waar bijvoorbeeld hun neus zit.
17-19 maanden
Rond de achttien maanden kennen kinderen gemiddeld twintig woorden. Je zult dus waarschijnlijk merken dat ook jouw kind zich steeds beter verstaanbaar kan maken. De woordenschat van je kind zal zich richting negentien maanden verder uitbreiden naar gemiddeld dertig woorden. Ze leren nu ongeveer zes nieuwe woorden per dag! Deze woorden gebruiken ze niet allemaal direct zelf, maar worden wel opgeslagen in hun geheugen.
Je kind merkt zelf ook dat praten steeds beter gaat en vind het leuk om de hele dag lekker te kletsen. Ook dierengeluiden maken is erg populair in deze periode, oefen dat ook met je kind.
Sommige letters van woorden kunnen nog moeilijk zijn om uit te spreken, vooral letters waarbij spieren achterin de mond nodig zijn, zoals ‘r’ en ‘k’. Wanneer jouw kind rond deze leeftijd nog niet zo veel lijkt te praten als andere kinderen, hoef je je geen zorgen te maken. Sommige kinderen zijn in deze fase nog druk bezig met oefenen en opslaan van alle taalkennis. Het verbaast ouders vaak dat hun kind plotseling een enorme woordenschat heeft, terwijl hij of zij eerst nog bijna niets zei.
20 maanden
De woordenschat van je kind wordt alsmaar groter en breidt zich uit tot zeker vijftig woorden rond twintig maanden oud. Het zijn voornamelijk zelfstandig naamwoorden, zoals ‘huis’, ‘auto’ en ‘poes’. Het zal je misschien ook opvallen dat je dreumes in deze fase woorden gaat categoriseren en een bepaald woord gebruikt voor alles in die categorie. Hij of zij zal bijvoorbeeld “auto” zeggen voor alle voertuigen, of “poes” voor alle dieren.
De meeste kinderen oefenen in deze periode ook steeds meer met zinnen van twee woorden, zoals “papa auto”.
Door hun groter wordende woordenschat en hun interesse om taal nog beter toe te passen, willen kinderen van deze leeftijd graag betrokken worden in het gesprek. Je kind zal daarom misschien de aandacht gaan trekken wanneer jij een gesprek voert met iemand anders. Probeer hiervoor aandacht te hebben en je kind te betrekken bij het gesprek. Dit zal hij of zij geweldig vinden en er ook veel van leren.
21-22 maanden
Je dreumes van éénentwintig maanden oud is volop bezig om zijn of haar geheugen te trainen. Een plaatje van een koe wordt niet alleen in dat ene boekje herkend, maar ook in andere boeken of zelfs knuffels en gaat vaak gepaard met “boeeee”. Ook de twee-woordenzinnen worden langzaam verder uitgetest. Je kindje zal bijvoorbeeld steeds vaker dingen zeggen als “kindje nou?” of “poes weg”.
Kinderen zijn ook steeds meer en meer gericht op interactie, zowel non-verbaal als verbaal. En waar je kind eerst vooral geïnteresseerd was in volwassenen en hoe zij taal gebruiken, breidt de interactie zich nu ook uit naar andere kinderen. Samen hebben ze steeds vaker korte gesprekjes, vaak op hun hurken, naar elkaar kijkend met hun hoofd schuin. Je kind vindt het in deze periode dan ook heel leuk om samen te oefenen met de namen van andere kinderen.
Hoewel je kind enorm veel bijleert qua taal, is het wat hem of haar betreft waarschijnlijk nog niet genoeg. Kinderen kunnen zich nog steeds niet zo goed uiten als ze zouden willen en dit kan voor behoorlijk wat frustraties zorgen, wat gepaard kan gaan met driftbuien.
24 maanden
Het gemiddelde aantal woorden dat een dreumes van vierentwintig maanden kent, is honderd. En iedere dag komen hier nieuwe woorden bij. Ook groeit in deze periode het zelfbewustzijn verder door taal. Je kind gaat bijvoorbeeld vaker het woordje ‘mij’ gebruiken en begrijpt ook wat daarmee bedoeld wordt.
Wil je meer weten over hoe we bij CompaNanny omgaan met taalontwikkeling en communiceren met jouw kind? Lees meer of vraag geheel vrijblijvend een rondleiding aan.
lees meer vraag rondleiding aan
Hoewel baby’s zich nog niet in woorden kunnen uitdrukken, begint communicatie lang voordat je baby kan praten. Huilen is in het begin het belangrijkste en meest efficiënte communicatiemiddel. Door middel van verschillende manieren van huilen probeert je baby aan geven wat er aan de hand is. Maar wat kan je verder verwachten met betrekking tot taal en communicatie bij je baby? We nemen je mee in de verschillende fases van taalontwikkeling!
2-3 maanden
Wanneer je baby ongeveer twee maanden oud is, begint hij/zij klanken te gebruiken. Hij of zij begint de tong- en kaakspieren te trainen door klinkerachtige geluiden te maken, zoals “ooooh” en “aaah”. Wanneer je baby ongeveer drie maanden oud is, wordt hij of zij steeds beter in actief het contact met jou opzoeken of beëindigen. Dit doet hij door je aan te kijken en door de ogen weer neer te slaan of het hoofd te draaien.
In deze eerste periode is het heel belangrijk voor de emotionele veiligheid en groei om je baby vaak te knuffelen en aan te raken Ook geeft het rust en vertrouwen wanneer je veel tegen hem of haar praat. Benoem bijvoorbeeld wat je aan het doen bent tijdens het verschonen van de luier.
4 maanden
Richting de vier maanden zal je baby steeds meer nieuwe kraaigeluidjes maken, verschillende keelklanken breiden zich uit en je kindje is volop aan het oefenen met zijn of haar stem. Door terug te praten tegen je baby en te reageren op de kraaigeluiden, raakt je baby vertrouwd met deze vorm van communicatie en stimuleer je de taalontwikkeling.
Rond deze periode gaat je kindje ook echt gezichten herkennen. Daarom wordt het steeds belangrijker om veel mimiek te gebruiken in je interactie met je baby, dit benadrukt de emoties die je toont.
5 maanden
Vanaf vijf maanden worden de klanken die je baby laat horen steeds consequenter en gevarieerder. De reeksen worden langer, zoals “babaababa”, omdat de kaakspieren, tongspieren en stembanden steeds sterker worden en er echt al wordt geoefend om later met woorden te spreken. Je baby zal nieuwe klanken die hij maakt, nu ook onthouden en opnieuw toepassen. Ook stemmen worden nu goed herkend.
Zorg voor veel interactie met je kind, hierdoor leert hij of zij te communiceren met anderen en raakt hij vertrouwd met het sociale karakter van taal. Geef je baby bij deze interactie ook de tijd om op jou te reageren, wanneer je naar hem lacht of tegen hem praat.
6 maanden
Hoewel huilen nog steeds het meest effectieve communicatiemiddel is, is je baby vanaf zes maanden steeds meer aan het oefenen met gezichtsuitdrukkingen, gebaren en klanken. Baby’s zijn steeds meer bewust bezig met het actief zoeken van contact, op alle mogelijke manieren. Door te lachen, armen uit te strekken, bellen blazen, tong en lippen te bewegen en te sputteren en koeren.
Er komen nog meer variaties in de klanken die je baby kan produceren, door zijn spieren, stembanden en ademhaling te laten samenwerken. Ook worden de klanken steeds duidelijker en meer afgestemd op volwassenen. De geluiden beginnen daardoor steeds meer te klinken als woorden in de moedertaal.
7 maanden
Vanaf ongeveer zeven maanden gaan baby’s nog meer verschil horen in de toon waarmee je praat. Ze kunnen nu herkennen of je blij, verrast of boos bent. Ook lukt het je baby om zelf verschillende toonhoogtes en volumes te produceren.
Rond deze leeftijd ontwikkelen kinderen ook eenkennigheid en is je baby het liefst continue bij papa of mama in de buurt. Even naar de andere kant van de kamer lopen, kan zorgen voor een grote huilbui, omdat je baby denkt dat je voor áltijd uit zicht bent. Je kindje is nog niet zo geoefend in taal en communiceren dat hij of zij begrijpt dat je weer terug komt, wanneer je dat in woorden uitlegt. Maar je kunt hier wel mee oefenen door bijvoorbeeld kiekeboe-spelletjes te spelen. Daarmee help je je kindje spelenderwijs met het verminderen van zijn verlatingsangst.
8 maanden
Rond de leeftijd van acht maanden oud begint je baby echt communicatie toe te passen zoals dat sociaal geaccepteerd is. Hij of zij luistert als jij praat en brabbelt zelf wanneer jij luistert. Door te luisteren wordt je kind steeds bekender met de taal. Kinderen doen steeds meer hun best om jouw klanken na te bootsen, dit stimuleert ze vervolgens om nog meer geluiden te produceren.
Zeg de geluiden die je kind maakt zelf ook na, dit stimuleert je kind om nog meer klanken te proberen. Praat veel met je kind, zodat deze met verschillende klanken in aanraking komt en oefent met interactie. Lees veel boekjes met simpele woorden en plaatjes en herhaal dit vaak. Zo leert je kindje om de koppeling te leggen tussen woorden en beelden.
9 maanden
Het brabbelen met tweelettergreep-klanken ontwikkelt zich steeds verder en de meeste kinderen hebben met ongeveer negen maanden hun eigen woordjes voor bekende mensen of dingen. Ze wijzen naar een persoon of object en zeggen een klank, die ze steeds zullen gaan gebruiken voor diezelfde persoon of het voorwerp. Door de naam van de persoon of het voorwerp te noemen leert je kind dit woord te koppelen, zeg bijvoorbeeld “wil je je speen?”.
Baby’s krijgen rond deze leeftijd daarnaast meer controle over de spieren in hun gezicht en zijn daarom druk aan het oefenen met gezichtsuitdrukkingen. Ze testen deze uitdrukkingen uit bij hun omgeving en leren door de reacties te begrijpen welke uitdrukkingen er bij welke emoties passen.
10-11 maanden
De meeste kinderen van tien maanden kunnen nog steeds niet veel verstaanbare woorden zeggen, maar ze begrijpen al veel meer dan volwassenen vaak denken. Ze zijn nog druk bezig met oefenen en de klanken en geluiden die ze maken, gaan steeds meer klinken zoals de spraak van volwassenen. Het zijn nu geen brabbelgeluiden meer, maar duidelijke klanken en spraakgeluiden. Je kindje imiteert je vaak in de geluiden die je maakt en doet ook lipgeluiden zoals “brrr” na. Misschien begint je kindje in deze fase ook mee te zingen met muziek. Nog niet met woorden natuurlijk, maar wel met melodieuze geluiden en verschillende tonen en volumes.
Rond de leeftijd van elf maanden breidt het concentratievermogen van je kind zich verder uit en begint hij of zij ook vaker het lange termijn geheugen te gebruiken. Je kunt dit herkennen door minder interesse in herhaling van klanken en meer interesse in nieuwe klanken. Je kindje luistert dan vaak aandachtig naar pratende mensen. Zo leert hij of zij woorden en de patronen in taal. Het lukt steeds beter om te onthouden welke woorden wat voor betekenis hebben, wat de intonatie van ieder woord is en hoe ze het woord zelf moeten produceren.
12 maanden
De woordenschat van je kind wordt enorm vergroot in de periode van twaalf maanden oud, met name in de vorm van klanken. Een aantal kinderen starten met hun eerste woordjes, vaak een makkelijk uit te spreken woord dat verwijst naar iets vertrouwd, zoals “mama”, “papa” of “happie”.
Het is belangrijk om te oefenen en woorden te herhalen. Je zult misschien merken dat je kind ook de behoefte heeft om iedere keer hetzelfde boekje of muziekje te horen, dit is training van taal, woordenschat en lange termijn geheugen voor kinderen. Benoem ook steeds meer woorden van dingen die aangewezen worden door je kind en praat zelf veel met je kind, zo oefent je kind met het koppelen van woorden aan voorwerpen en mensen en gaat hij of zij steeds meer woorden begrijpen.
Lees meer over hoe wij communiceren op de groep of stel je vragen tijdens een vrijblijvende rondleiding!
Lees meer Vraag rondleiding aan
De nadruk binnen opvoeding ligt tegenwoordig vooral op positief contact en taalgebruik. En dus ook op het geven van lekker veel complimenten aan je kind. Op Nationale Complimentendag hebben we het daarom vandaag over het geven van complimenten.
Waarom je je kind moet complimenteren
Het geven van complimenten stimuleert positief gedrag en zelfwaardering. Enerzijds zal je kind bepaald gedrag vaker gaan vertonen wanneer hij of zij merkt hier waardering voor te krijgen. Anderzijds vergroot waardering ook het zelfvertrouwen van je kind. En wanneer je kind het vertrouwen heeft dat hij iets kan, zal hij er eerder aan durven te beginnen, eerder grenzen durven te verleggen door een volgende uitdaging op te zoeken en er eerder andere kinderen bij betrekken. Wat allemaal goed is voor zijn of haar ontwikkeling.
Bij het gebrek aan dit vertrouwen durven kinderen (net als volwassenen) juist niet te beginnen aan iets en zijn ze sneller geneigd op te geven, omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze toch zullen falen. Verder zorgen complimenten ook voor inzicht in zichzelf en de wereld om hen heen, wat belangrijk is om op te groeien tot een weerbaar en zelfverzekerd persoon!
Kun je ook te veel complimenten geven?
Focussen op wat je kind goed doet, is beter dan focussen op wat je kind verkeerd doet, toch? Daarom zijn wij als volwassenen geneigd om een schijnwerper te zetten op ieder succesmoment, ieder moment van braaf luisteren of ieder moment van dapperheid van kinderen. Je wilt ieder kind immers het gevoel geven dat hij of zij alles kan worden wat ze willen, van kapper tot astronaut tot kunstenaar. Maar waar ligt de grens tussen het op een positieve manier reageren en het overdadig complimenteren?
Uit onderzoek blijkt dat overdreven complimenten averechts werken. Al helemaal wanneer je kind toch al niet zo’n hoge zelfwaardering heeft. Door overdadig complimenteren worden er hoge verwachtingen bij ze neergelegd en hebben kinderen het gevoel dat ze daar continue aan moeten voldoen. Uiteindelijk gaan ze daardoor juist uitdagingen uit de weg. Op die manier verleggen ze ook geen grenzen en ontwikkelen ze zich niet tot hun optimale kunnen. Ook kan het geven van veel complimenten ervoor zorgen dat kinderen geen waarde meer hechten aan het compliment of juist afhankelijk worden van complimenten.
Als kinderen echter weinig tot geen complimenten krijgen, zullen ze uiteindelijk aan zichzelf gaan twijfelen, omdat ze nooit horen dat ze het goed doen. Dus het is lastig om een goede balans te bepalen.
Een procesgericht, productgericht of persoonsgericht compliment
Procesgerichte complimenten gaan over de inzet en inspanning die een kind toont. Productgerichte complimenten focussen vooral op het resultaat en de prestatie. Persoonsgerichte complimenten leggen de nadruk juist op de persoonlijke eigenschappen van een kind, zoals de intelligentie, vriendelijkheid of talent.
Uit onderzoek blijkt dat wanneer je een persoonsgericht of productgericht compliment geeft, bijvoorbeeld “jij bent slim” of “dat is goed gelukt”, kinderen hier geen groter zelfvertrouwen van krijgen. Sterker nog, ze kunnen hier onzeker van worden en zijn meer gericht op eventueel falen. Hierdoor zullen ze niet kiezen voor dingen waar ze van kunnen leren, maar voor dingen waar ze reeds goed in zijn. De ontwikkeling van deze kinderen stagneert dan uiteindelijk ook.
Wanneer kinderen echter gecomplimenteerd worden op hun gedrag, inzet en inspanning, bijvoorbeeld “jij hebt echt je best gedaan”, vergroot hun zelfvertrouwen juist. Ze raken dan niet van slag omdat iets niet gelukt is, maar zijn juist blij omdat ze waardering krijgen voor wat ze proberen. Deze kinderen zijn juist geneigd om moeilijkere uitdagingen aan te gaan, met de overtuiging dat het ze uiteindelijk zal lukken. Het geeft ook niet als iets een keer niet lukt, omdat de focus ligt op hun inzet. Hiermee stimuleer je ook de veerkracht.
De beste manier om een compliment te geven
Ben je benieuwd hoe wij op de kinderopvang omgaan met complimenten geven? Vraag dan geheel vrijblijvend een rondleiding aan!
Veel tijd thuis met de kinderen. Dat is knus, maar kan ook een uitdaging zijn. Hoe vul je je dag op een zinvolle manier in, als je thuis bent met je kind(eren)? Vanuit het team van Pedagogisch Coaches van CompaNanny geven we jullie via deze weg graag praktische suggesties en tips voor leuke activiteiten thuis. Regelmatig vullen we deze pagina aan met nieuwe activiteiten!
In de vakanties zijn je kinderen natuurlijk meer thuis maar hebben ze vaak van alles te doen. Wanneer je echter binnen moet blijven vanwege Corona dan worden de activiteiten waar je uit kunt kiezen een stuk kleiner. Maar ook thuis zijn er genoeg leuke activiteiten waar mee je je kinderen bezig kunt houden. Oudere kinderen kunnen zichzelf meestal prima vermaken maar jongere kinderen kunnen daar wat meer moeite mee hebben.
Een dagschema maken kan helpen bij het aanbrengen van structuur en rust, zowel voor jezelf als voor je kind(eren). Bij CompaNanny of op school is je kind ook gewend aan deze structuur, dus grote kans dat de overgang terug straks ook weer soepeler zal gaan. Wat ook handig kan zijn om rust in huis te creëren is, om een werkzone en een speelzone af te spreken met elkaar. Dat geeft kinderen duidelijkheid én vrijheid en kan irritatie voorkomen. Klik hier voor een voorbeeld van een dagschema. Je vindt hier een leeg dagschema dat je zelf kunt invullen.
Is het nodig je kind de hele dag te entertainen? Nee, eigen spel is juist heel waardevol. Bijvoorbeeld voor het opbouwen van zelfvertrouwen, creativiteit en eigen oplossend vermogen. Het ene kind speelt makkelijker een tijdje zelfstandig dan het andere kind, maar alle kinderen kunnen het leren. Dit zijn tips om je kind zelfstandig te leren/laten spelen:
Hier vullen we regelmatig de lijstjes per leeftijd aan met nieuwe activiteiten.
Een leuke activiteit is natuurlijk samen koken of bakken. Gezonde én lekkere groentepizza's in de leukste dierenvormen maak je snel en eenvoudig met de sjablonen in dit pizza e-book. Hiermee kun je thuis als ware pizza chefs lekkere én gezonde pizza's maken! Welke gaan jullie maken? Wordt het een poes, een hond of misschien wel een aap? Deel je creatie op social media met de hashtag #CompaNannypizza.
Ken je ons Youtube kanaal al? Hier vind je video's gemaakt door onze eigen mensen, waarmee we kinderen aanzetten tot bewegen en creativiteit.
Je thuissituatie is regelmatig anders dan normaal. Voor kinderen is dit ook al zo tijdens een vakantie. Af en toe wat minder/meer slapen, iets later lunchen dan normaal; allemaal heel begrijpelijk. Om je kind(eren) voor te bereiden op de start bij CompaNanny, kun je alvast volgens een vast ritme de dag indelen. Een vaste tijd voor opstaan, samen eten en samen en alleen spelen. Dit geeft namelijk regelmaat.
Zorg ook dat jullie oefenen met zelfstandig spelen. Het is daarbij belangrijk om duidelijk aan te geven dat het nu tijd is om alleen te spelen en ze hier ook de kans voor te geven. Het kan voor kinderen lastig zijn dat papa en mama niet in de buurt en beschikbaar zijn. Het thuis oefenen met zelfstandig spelen helpt ze om op de groep ook sneller hun te spel te kunnen vinden.
Hier vind je alle tips voor een soepele terugkeer naar het kinderdagverblijf!
Beeldschermtijd en mediagebruik onder kinderen zijn populaire thema’s in onze digitaliserende samenleving. Het zijn onderwerpen waar veel opvoedvragen over zijn. Sterker nog, hier worden meer vragen over gesteld dan over slapen en voeding. Daarom nemen we je mee in wat onderzoek hier over zegt en zetten we een aantal tips op een rijtje. Het is ook de moeite waard om het samen eens te hebben over de mediaopvoeding van je kind. Op die manier kun je jouw kind vanaf het eerste moment goed begeleiden in het gebruik van digitale media!
Ook positieve effecten van mediagebruik
Door het snel gegroeide aanbod en veelvuldige gebruik van digitale media onder volwassenen én kinderen, is hier veel onderzoek naar gedaan. Er zijn studies over cijfers; hoe vaak en hoe lang kijken kinderen naar een scherm? Maar de afgelopen jaren zijn er ook steeds meer studies bijgekomen over de consequenties van beeldschermgebruik op de ontwikkeling van kinderen. Iets waar veel ouders nieuwsgierig naar zijn. Er zijn enkele onderzoeken die hebben aangetoond dat veel schermtijd een negatief effect heeft op de ontwikkeling, maar er zijn ook onderzoeken die geen significant effectlaten zien. Daarnaast hebben andere onderzoeken aangetoond dat kleine kinderen logisch redeneren en cognitieve vaardigheden kunnen leren van video’s. Ook is uit onderzoek gebleken dat het gebruik van een touchscreen door kleine kinderen gerelateerd is aan de fijne motorische ontwikkeling, zoals blokken stapelen of een potlood vasthouden.
2,5 uur schermtijd per dag
Jonge kinderen (0-6 jaar) kijken gemiddeld 1 uur en 3 kwartier per dag naar een beeldscherm. Sinds de coronacrisis is dit nog meer geworden, gemiddeld 2,5 uur per dag. Door de gekke situatie en het vaker thuis zijn dit jaar, zijn ouders minder streng geworden. In Nederland vraagt 80% van alle ouders zich af hoeveel schermtijd gezond is voor hun kind. Misschien jij ook wel. En evenveel ouders vragen zich af hoe ze kunnen zorgen voor een alternatief voor het mediagebruik van hun kind. Tegelijkertijd is 84% ook blij dat ze hun kind soms even kunnen bezighouden met behulp van een beeldscherm. Aan de ene kant brengt mediagebruik rust voor het gezin, maar aan de andere kant zouden de meeste ouders liever willen dat hun kind andere dingen doet dan naar een beeldscherm kijken. Veel ouders worstelen dan ook met een goede balans.
Dé gezonde schermtijd
Wat precies een gezonde maximum tijd is voor beeldschermgebruik, is lastig te bepalen. De ene arts zegt maximaal 10 minuten en de andere maximaal een uur. Er wordt hierover dus nog geen officieel advies gegeven. Gezinnen en kinderen verschillen namelijk nou eenmaal ook. Het is dus belangrijk dat je als ouder zelf inschat wat goed is voor jouw kind. Een richtlijn hierbij kan zijn om te letten op wanneer je kind zich niet meer concentreert op het scherm, dan is het tijd voor een andere activiteit.
Zo vind je een goede balans
Wanneer je moeite hebt met het bepalen wat gezond mediagebruik is voor je kind, is dat heel normaal. Je bent niet de enige en in deze moderne maatschappij zijn er overal beeldschermen te vinden, wat het niet makkelijker maakt om een goede balans te vinden. Onthoud dat het niet in één keer hoeft te lukken om je kind te laten minderen als je dat wilt. Probeer het stap voor stap. En misschien word je verder geholpen door de volgende tips:
Bij CompaNanny maken kinderen geen gebruik van tablets, maar besteden we aandacht aan verschillende activiteiten die aansluiten bij de behoeften van ieder kind.
Veel meer dan een volwassene, leeft een kind in het nu. Terwijl wij allemaal constant onze drukke agenda’s in gedachten hebben, denken kinderen gewoon aan dat wat er op dit moment gebeurt. Terwijl hippe, jonge volwassenen een cursus mindfulness doen om zichzelf niet te verliezen in de haastige maatschappij van tegenwoordig, gaan kinderen volledig op in het moment. Een kind leeft onbewust heel bewust.
Dagelijkse activiteiten beleeft een kind als losse onderdelen en het is op jonge leeftijd nog lastig om zich een voorstelling te maken van een dag als geheel. Pas bij heel veel herhaling gaat een kind dingen herkennen en situaties met elkaar associëren. Als specifieke momenten op de dag zich steeds herhalen, bouwt een kind daar kennis en ervaring in op. Zo gaat die herkenning van wat er gaat komen steeds makkelijker. Een kind leert dan langzaam te anticiperen.
Het ritueel van avondeten
Als volwassenen hebben we allerlei vaste rituelen en structuren geïntegreerd in ons handelen. Veel meer dan we denken. Omdat we deze op de automatische piloot kunnen toepassen, zijn we ons hier niet altijd bewust van. Dat gaat van handen wassen na het plassen en achterover leunen wanneer je bord leeg is, tot iedere keer dezelfde supermarkt bezoeken of een bepaald nummer draaien tijdens het schoonmaken. We gebruiken bijvoorbeeld ook steeds dezelfde voorwerpen in specifieke situaties.
Kinderen nemen dit in zich op. Een kind gaat materialen en structuren associëren met een specifieke situatie. Neem het avondeten; hier zitten meerdere rituelen in verwerkt. Zo eten we iedere dag op hetzelfde tijdstip, komen er geuren langsdrijven tijdens het koken, dekken we van tevoren de tafel, wassen we eerst onze handen en scheppen daarna alle borden vol, voordat we daadwerkelijk beginnen met eten. Al deze structuren, het gebruik van bepaalde materialen en zelfs het ruiken van eten dat verwarmd wordt, attenderen je kind er op dat het tijd is om te eten.
Rituelen gaan niet vervelen!
Door een vaste volgorde in de dag aan te houden en met name bij bepaalde situaties, leert je kind de steeds terugkerende dagelijkse gebeurtenissen te herkennen. Door deze herkenning ontstaat een gevoel van veiligheid. Omdat hij of zij kan vertrouwen in zichzelf én zijn omgeving. Pas wanneer een kind zich veilig voelt kan deze zich gaan focussen op wat er om hem of haar heen allemaal gebeurt. En pas dan zal een kind zich ook verder gaan ontwikkelen.
Kinderen zijn nog aan het leren om de miljoenen prikkels die tegelijk binnenkomen op een goede manier te filteren. Dit doen wij, volwassenen, al onbewust, deels omdat ons brein al weet wat niet belangrijk is en wat wel. Maar voor kinderen is alles nieuw. Wanneer er bepaalde momenten zijn die iedere dag terugkeren en grotendeels hetzelfde verlopen, is de input van nieuwe prikkels veel minder groot.
Voorspelbaarheid geeft rust
Voorspelbaarheid, vaste rituelen en herhaling zorgen dus voor rust en voorkomen dat een kind overprikkeld raakt. Daarom wordt bij CompaNanny een vast dagritme voor alle kinderen aangehouden. Het is ook de reden dat alles wordt beschreven en benoemd naar de kinderen. Het geluid van de vuilniswagen buiten, het gedrag van andere kinderen, wat er straks gaat gebeuren, wat we nu aan het doen zijn. Dit praten met ieder kind is dus niet alleen maar nuttig voor de taalontwikkeling. Het is ook belangrijk voor het gevoel van rust en veiligheid.
Heeft jouw kind voorspelbaarheid nodig?
Hoeveel belang een kind heeft bij deze voorspelbaarheid is per individu verschillend. Ieder kind heeft tenslotte een ander temperament. Er kan wel gesteld worden dat jonge kinderen gevoeliger zijn voor veranderingen en onvoorspelbaarheden dan oudere kinderen. Dit komt doordat een wat ouder kind al veel meer kennis heeft over de wereld en zijn directe omgeving. Hierdoor is hij of zij veel sneller in staat om een onverwachte gebeurtenis in een bekend en begrijpelijk kader te plaatsen.
Zo zorg je voor voorspelbaarheid
Wanneer je merkt dat jouw kind onrustig of overprikkeld is, kan het helpen om vaste rituelen te introduceren of de bestaande rituelen aan te scherpen. Daarmee duid je de steeds terugkerende momenten duidelijker aan. Dit kan bijvoorbeeld door altijd hetzelfde liedje te zingen voor het eten, of een boekje te lezen voor het slapen gaan. Ook kan het je kind veel rust bieden als je een verandering of activiteit enige tijd van tevoren aankondigt. Benoem bijvoorbeeld dat jullie over 10 minuten naar boven gaan om tanden te poetsen. Herhaal dit 5 minuten van tevoren nogmaals. Om in te schatten wat jouw kind nodig heeft hierin, is het belangrijk om goed naar hem of haar te kijken en te luisteren en vervolgens in te spelen op wat je ziet.
Wil je weten wat voor dagritme we aanhouden bij CompaNanny of hoe wij zorgen voor voorspelbaarheid? Lees dan verder over onze werkwijze of vraag een rondleiding aan op een vestiging!
Rondleiding aanvragen
Om jouw bezoek aan onze website nog makkelijk en persoonlijker te maken, zetten we cookies en vergelijkbare technieken in. Hiermee verzamelen we persoonsgegevens en volgen wij (en derden) je internetgedrag. Waarom? Zodat we content en advertenties kunnen laten zien die aansluiten bij jouw interesses. Meer weten?