Alle onze kennis ervaring met betrekking tot kindontwikkeling delen we graag, zodat het ten goede komt aan zo veel mogelijk kinderen. Om die reden organiseren we (online) events als CompaTalks en schrijven we regelmatig blogs. We nemen je mee in specifieke onderwerpen over de ontwikkeling van kinderen en geven je tips hoe je thuis verschillende vaardigheden op de juiste manier kunt stimuleren.
De zomertijd komt er aan! Dat betekent makkelijker opstaan, maar moeilijker inslapen. Want onze biologische klok is gebaseerd op daglicht.
Je kind simpelweg op de gewone tijd naar bed brengen, werkt niet. Want de hormonen in het lichaam die slaap reguleren werken nog op wintertijd. Het duurt gemiddeld een week voor kinderen gewend zijn aan de nieuwe tijden. We geven je wat tips om dit proces te vergemakkelijken!
Tips
Stapsgewijs
Heeft jouw kind echt veel moeite met zijn of haar slaapritme aanpassen aan de zomertijd? Dan zou je er ook in stappen naar toe kunnen werken: Verschuif de bedtijd iedere dag met 10-30 minuten (afhankelijk van de leeftijd en vermoeidheid van jouw kind). Gaat jouw kind normaal altijd om 19.30u naar bed en wij hij/zij na het instellen van de zomertijd dus niet eerder slapen dan 20.30u? Breng je kind dan de eerste avond om 20.15u naar bed, de dag erna om 20.00u, etc. Tot jullie weer naar de standaard bedtijd hebben toegewerkt.
Tenslotte
Denk eraan dat ieder kind verschillend is en op een andere manier reageert. Wees flexibel, ook voor jezelf, en maak je niet druk als het wat meer tijd kost. Uiteindelijk haalt je kind eventueel slaaptekort altijd weer in.
En je kunt altijd nog een logeerpartijtje bij opa en oma regelen ;).
Wil jij meer weten of slaapsignalen, bedrituelen en hoe je voor een goede slaapomgeving zorgt? Lees dan onze andere blog of vraag een rondleiding aan om al je vragen te stellen.
Lees blog RONDLEIDING AANVRAGEN
Je kindje is één jaar oud! Hij of zij is nu geen baby meer, maar een dreumes. Een persoon met een heel eigen karakter én (onbewust) al heel veel kennis over taal en communicatie. Vanaf nu ligt de focus vooral op zelf oefenen met spreken van echte woorden. Lees door om meer te weten te komen over hoe de taalontwikkeling verder verloopt.
13-14 maanden
Kinderen worden steeds beter in communiceren, ze leren meer klanken en gebruiken deze ook in combinatie met gebaren. Je kind leert vooral van de dingen die jij zegt en begrijpt vaak al goed wat korte zinnen betekenen, zoals “geef maar aan papa”.
Wanneer jij veel praat, kan jouw kindje veel nieuwe woorden leren. Hoewel hij of zij deze nog niet zelf kan zeggen, worden alle woorden en bijpassende beelden opgeslagen in het lange termijn geheugen. Dit geheugen is echter nog in ontwikkeling en om dit te trainen moet er veel herhaald worden.
15-16 maanden
Vanaf vijftien maanden worden kinderen steeds handiger in het gebruiken van taal om duidelijk te maken wat zij willen. Je kind gebruikt waarschijnlijk steeds vaker korte woordjes, mimiek en lichaamstaal om iets duidelijk te maken. Denk bijvoorbeeld aan “nee” terwijl hij of zij het bord met eten wegduwt, of “die” als hij iets wilt pakken.
Lastige woorden kunnen ook met zestien maanden nog niet goed uitgesproken worden door de meeste kinderen. Probeer je kind niet te corrigeren wanneer hij of zij een verkeerd woord gebruikt, maar reageer enthousiast en gebruik zelf het correcte woord in je reactie. Zeg bijvoorbeeld “oja, ik zie het, een vliegtuig!”, in plaats van “nee dat is geen ‘tui’, dat is een vliegtuig”.
Het voorlezen van simpele boekjes is een goede manier om je kind te helpen met de taalontwikkeling. Hij of zij weet vaak precies welk woord er gaat komen. Ook liedjes zingen is goed voor de taalontwikkeling van je kind. Vooral liedjes over lichaamsdelen zijn populair rond deze leeftijd, omdat ze dan ook kunnen aanwijzen waar bijvoorbeeld hun neus zit.
17-19 maanden
Rond de achttien maanden kennen kinderen gemiddeld twintig woorden. Je zult dus waarschijnlijk merken dat ook jouw kind zich steeds beter verstaanbaar kan maken. De woordenschat van je kind zal zich richting negentien maanden verder uitbreiden naar gemiddeld dertig woorden. Ze leren nu ongeveer zes nieuwe woorden per dag! Deze woorden gebruiken ze niet allemaal direct zelf, maar worden wel opgeslagen in hun geheugen.
Je kind merkt zelf ook dat praten steeds beter gaat en vind het leuk om de hele dag lekker te kletsen. Ook dierengeluiden maken is erg populair in deze periode, oefen dat ook met je kind.
Sommige letters van woorden kunnen nog moeilijk zijn om uit te spreken, vooral letters waarbij spieren achterin de mond nodig zijn, zoals ‘r’ en ‘k’. Wanneer jouw kind rond deze leeftijd nog niet zo veel lijkt te praten als andere kinderen, hoef je je geen zorgen te maken. Sommige kinderen zijn in deze fase nog druk bezig met oefenen en opslaan van alle taalkennis. Het verbaast ouders vaak dat hun kind plotseling een enorme woordenschat heeft, terwijl hij of zij eerst nog bijna niets zei.
20 maanden
De woordenschat van je kind wordt alsmaar groter en breidt zich uit tot zeker vijftig woorden rond twintig maanden oud. Het zijn voornamelijk zelfstandig naamwoorden, zoals ‘huis’, ‘auto’ en ‘poes’. Het zal je misschien ook opvallen dat je dreumes in deze fase woorden gaat categoriseren en een bepaald woord gebruikt voor alles in die categorie. Hij of zij zal bijvoorbeeld “auto” zeggen voor alle voertuigen, of “poes” voor alle dieren.
De meeste kinderen oefenen in deze periode ook steeds meer met zinnen van twee woorden, zoals “papa auto”.
Door hun groter wordende woordenschat en hun interesse om taal nog beter toe te passen, willen kinderen van deze leeftijd graag betrokken worden in het gesprek. Je kind zal daarom misschien de aandacht gaan trekken wanneer jij een gesprek voert met iemand anders. Probeer hiervoor aandacht te hebben en je kind te betrekken bij het gesprek. Dit zal hij of zij geweldig vinden en er ook veel van leren.
21-22 maanden
Je dreumes van éénentwintig maanden oud is volop bezig om zijn of haar geheugen te trainen. Een plaatje van een koe wordt niet alleen in dat ene boekje herkend, maar ook in andere boeken of zelfs knuffels en gaat vaak gepaard met “boeeee”. Ook de twee-woordenzinnen worden langzaam verder uitgetest. Je kindje zal bijvoorbeeld steeds vaker dingen zeggen als “kindje nou?” of “poes weg”.
Kinderen zijn ook steeds meer en meer gericht op interactie, zowel non-verbaal als verbaal. En waar je kind eerst vooral geïnteresseerd was in volwassenen en hoe zij taal gebruiken, breidt de interactie zich nu ook uit naar andere kinderen. Samen hebben ze steeds vaker korte gesprekjes, vaak op hun hurken, naar elkaar kijkend met hun hoofd schuin. Je kind vindt het in deze periode dan ook heel leuk om samen te oefenen met de namen van andere kinderen.
Hoewel je kind enorm veel bijleert qua taal, is het wat hem of haar betreft waarschijnlijk nog niet genoeg. Kinderen kunnen zich nog steeds niet zo goed uiten als ze zouden willen en dit kan voor behoorlijk wat frustraties zorgen, wat gepaard kan gaan met driftbuien.
24 maanden
Het gemiddelde aantal woorden dat een dreumes van vierentwintig maanden kent, is honderd. En iedere dag komen hier nieuwe woorden bij. Ook groeit in deze periode het zelfbewustzijn verder door taal. Je kind gaat bijvoorbeeld vaker het woordje ‘mij’ gebruiken en begrijpt ook wat daarmee bedoeld wordt.
Wil je meer weten over hoe we bij CompaNanny omgaan met taalontwikkeling en communiceren met jouw kind? Lees meer of vraag geheel vrijblijvend een rondleiding aan.
lees meer vraag rondleiding aan
Hoewel baby’s zich nog niet in woorden kunnen uitdrukken, begint communicatie lang voordat je baby kan praten. Huilen is in het begin het belangrijkste en meest efficiënte communicatiemiddel. Door middel van verschillende manieren van huilen probeert je baby aan geven wat er aan de hand is. Maar wat kan je verder verwachten met betrekking tot taal en communicatie bij je baby? We nemen je mee in de verschillende fases van taalontwikkeling!
2-3 maanden
Wanneer je baby ongeveer twee maanden oud is, begint hij/zij klanken te gebruiken. Hij of zij begint de tong- en kaakspieren te trainen door klinkerachtige geluiden te maken, zoals “ooooh” en “aaah”. Wanneer je baby ongeveer drie maanden oud is, wordt hij of zij steeds beter in actief het contact met jou opzoeken of beëindigen. Dit doet hij door je aan te kijken en door de ogen weer neer te slaan of het hoofd te draaien.
In deze eerste periode is het heel belangrijk voor de emotionele veiligheid en groei om je baby vaak te knuffelen en aan te raken Ook geeft het rust en vertrouwen wanneer je veel tegen hem of haar praat. Benoem bijvoorbeeld wat je aan het doen bent tijdens het verschonen van de luier.
4 maanden
Richting de vier maanden zal je baby steeds meer nieuwe kraaigeluidjes maken, verschillende keelklanken breiden zich uit en je kindje is volop aan het oefenen met zijn of haar stem. Door terug te praten tegen je baby en te reageren op de kraaigeluiden, raakt je baby vertrouwd met deze vorm van communicatie en stimuleer je de taalontwikkeling.
Rond deze periode gaat je kindje ook echt gezichten herkennen. Daarom wordt het steeds belangrijker om veel mimiek te gebruiken in je interactie met je baby, dit benadrukt de emoties die je toont.
5 maanden
Vanaf vijf maanden worden de klanken die je baby laat horen steeds consequenter en gevarieerder. De reeksen worden langer, zoals “babaababa”, omdat de kaakspieren, tongspieren en stembanden steeds sterker worden en er echt al wordt geoefend om later met woorden te spreken. Je baby zal nieuwe klanken die hij maakt, nu ook onthouden en opnieuw toepassen. Ook stemmen worden nu goed herkend.
Zorg voor veel interactie met je kind, hierdoor leert hij of zij te communiceren met anderen en raakt hij vertrouwd met het sociale karakter van taal. Geef je baby bij deze interactie ook de tijd om op jou te reageren, wanneer je naar hem lacht of tegen hem praat.
6 maanden
Hoewel huilen nog steeds het meest effectieve communicatiemiddel is, is je baby vanaf zes maanden steeds meer aan het oefenen met gezichtsuitdrukkingen, gebaren en klanken. Baby’s zijn steeds meer bewust bezig met het actief zoeken van contact, op alle mogelijke manieren. Door te lachen, armen uit te strekken, bellen blazen, tong en lippen te bewegen en te sputteren en koeren.
Er komen nog meer variaties in de klanken die je baby kan produceren, door zijn spieren, stembanden en ademhaling te laten samenwerken. Ook worden de klanken steeds duidelijker en meer afgestemd op volwassenen. De geluiden beginnen daardoor steeds meer te klinken als woorden in de moedertaal.
7 maanden
Vanaf ongeveer zeven maanden gaan baby’s nog meer verschil horen in de toon waarmee je praat. Ze kunnen nu herkennen of je blij, verrast of boos bent. Ook lukt het je baby om zelf verschillende toonhoogtes en volumes te produceren.
Rond deze leeftijd ontwikkelen kinderen ook eenkennigheid en is je baby het liefst continue bij papa of mama in de buurt. Even naar de andere kant van de kamer lopen, kan zorgen voor een grote huilbui, omdat je baby denkt dat je voor áltijd uit zicht bent. Je kindje is nog niet zo geoefend in taal en communiceren dat hij of zij begrijpt dat je weer terug komt, wanneer je dat in woorden uitlegt. Maar je kunt hier wel mee oefenen door bijvoorbeeld kiekeboe-spelletjes te spelen. Daarmee help je je kindje spelenderwijs met het verminderen van zijn verlatingsangst.
8 maanden
Rond de leeftijd van acht maanden oud begint je baby echt communicatie toe te passen zoals dat sociaal geaccepteerd is. Hij of zij luistert als jij praat en brabbelt zelf wanneer jij luistert. Door te luisteren wordt je kind steeds bekender met de taal. Kinderen doen steeds meer hun best om jouw klanken na te bootsen, dit stimuleert ze vervolgens om nog meer geluiden te produceren.
Zeg de geluiden die je kind maakt zelf ook na, dit stimuleert je kind om nog meer klanken te proberen. Praat veel met je kind, zodat deze met verschillende klanken in aanraking komt en oefent met interactie. Lees veel boekjes met simpele woorden en plaatjes en herhaal dit vaak. Zo leert je kindje om de koppeling te leggen tussen woorden en beelden.
9 maanden
Het brabbelen met tweelettergreep-klanken ontwikkelt zich steeds verder en de meeste kinderen hebben met ongeveer negen maanden hun eigen woordjes voor bekende mensen of dingen. Ze wijzen naar een persoon of object en zeggen een klank, die ze steeds zullen gaan gebruiken voor diezelfde persoon of het voorwerp. Door de naam van de persoon of het voorwerp te noemen leert je kind dit woord te koppelen, zeg bijvoorbeeld “wil je je speen?”.
Baby’s krijgen rond deze leeftijd daarnaast meer controle over de spieren in hun gezicht en zijn daarom druk aan het oefenen met gezichtsuitdrukkingen. Ze testen deze uitdrukkingen uit bij hun omgeving en leren door de reacties te begrijpen welke uitdrukkingen er bij welke emoties passen.
10-11 maanden
De meeste kinderen van tien maanden kunnen nog steeds niet veel verstaanbare woorden zeggen, maar ze begrijpen al veel meer dan volwassenen vaak denken. Ze zijn nog druk bezig met oefenen en de klanken en geluiden die ze maken, gaan steeds meer klinken zoals de spraak van volwassenen. Het zijn nu geen brabbelgeluiden meer, maar duidelijke klanken en spraakgeluiden. Je kindje imiteert je vaak in de geluiden die je maakt en doet ook lipgeluiden zoals “brrr” na. Misschien begint je kindje in deze fase ook mee te zingen met muziek. Nog niet met woorden natuurlijk, maar wel met melodieuze geluiden en verschillende tonen en volumes.
Rond de leeftijd van elf maanden breidt het concentratievermogen van je kind zich verder uit en begint hij of zij ook vaker het lange termijn geheugen te gebruiken. Je kunt dit herkennen door minder interesse in herhaling van klanken en meer interesse in nieuwe klanken. Je kindje luistert dan vaak aandachtig naar pratende mensen. Zo leert hij of zij woorden en de patronen in taal. Het lukt steeds beter om te onthouden welke woorden wat voor betekenis hebben, wat de intonatie van ieder woord is en hoe ze het woord zelf moeten produceren.
12 maanden
De woordenschat van je kind wordt enorm vergroot in de periode van twaalf maanden oud, met name in de vorm van klanken. Een aantal kinderen starten met hun eerste woordjes, vaak een makkelijk uit te spreken woord dat verwijst naar iets vertrouwd, zoals “mama”, “papa” of “happie”.
Het is belangrijk om te oefenen en woorden te herhalen. Je zult misschien merken dat je kind ook de behoefte heeft om iedere keer hetzelfde boekje of muziekje te horen, dit is training van taal, woordenschat en lange termijn geheugen voor kinderen. Benoem ook steeds meer woorden van dingen die aangewezen worden door je kind en praat zelf veel met je kind, zo oefent je kind met het koppelen van woorden aan voorwerpen en mensen en gaat hij of zij steeds meer woorden begrijpen.
Lees meer over hoe wij communiceren op de groep of stel je vragen tijdens een vrijblijvende rondleiding!
Lees meer Vraag rondleiding aan
Het is voor de taalontwikkeling van je tweejarige kind heel belangrijk dat je veel met hem of haar communiceert. Je peuter is nog volop aan het leren, zowel over woorden en de betekenis ervan als over interacties en de sociale aspecten van taal. We zetten voor je op een rijtje wat er gebeurt in de taalontwikkeling van peuters én hoe je deze ontwikkeling kunt stimuleren!
2-2,5 jaar
2,5-3 jaar
3-3,5 jaar
3,5-4 jaar
Wil je weten hoe wij op de groep communiceren met kinderen?
Lees meer
De nadruk binnen opvoeding ligt tegenwoordig vooral op positief contact en taalgebruik. En dus ook op het geven van lekker veel complimenten aan je kind. Op Nationale Complimentendag hebben we het daarom vandaag over het geven van complimenten.
Waarom je je kind moet complimenteren
Het geven van complimenten stimuleert positief gedrag en zelfwaardering. Enerzijds zal je kind bepaald gedrag vaker gaan vertonen wanneer hij of zij merkt hier waardering voor te krijgen. Anderzijds vergroot waardering ook het zelfvertrouwen van je kind. En wanneer je kind het vertrouwen heeft dat hij iets kan, zal hij er eerder aan durven te beginnen, eerder grenzen durven te verleggen door een volgende uitdaging op te zoeken en er eerder andere kinderen bij betrekken. Wat allemaal goed is voor zijn of haar ontwikkeling.
Bij het gebrek aan dit vertrouwen durven kinderen (net als volwassenen) juist niet te beginnen aan iets en zijn ze sneller geneigd op te geven, omdat ze ervan overtuigd zijn dat ze toch zullen falen. Verder zorgen complimenten ook voor inzicht in zichzelf en de wereld om hen heen, wat belangrijk is om op te groeien tot een weerbaar en zelfverzekerd persoon!
Kun je ook te veel complimenten geven?
Focussen op wat je kind goed doet, is beter dan focussen op wat je kind verkeerd doet, toch? Daarom zijn wij als volwassenen geneigd om een schijnwerper te zetten op ieder succesmoment, ieder moment van braaf luisteren of ieder moment van dapperheid van kinderen. Je wilt ieder kind immers het gevoel geven dat hij of zij alles kan worden wat ze willen, van kapper tot astronaut tot kunstenaar. Maar waar ligt de grens tussen het op een positieve manier reageren en het overdadig complimenteren?
Uit onderzoek blijkt dat overdreven complimenten averechts werken. Al helemaal wanneer je kind toch al niet zo’n hoge zelfwaardering heeft. Door overdadig complimenteren worden er hoge verwachtingen bij ze neergelegd en hebben kinderen het gevoel dat ze daar continue aan moeten voldoen. Uiteindelijk gaan ze daardoor juist uitdagingen uit de weg. Op die manier verleggen ze ook geen grenzen en ontwikkelen ze zich niet tot hun optimale kunnen. Ook kan het geven van veel complimenten ervoor zorgen dat kinderen geen waarde meer hechten aan het compliment of juist afhankelijk worden van complimenten.
Als kinderen echter weinig tot geen complimenten krijgen, zullen ze uiteindelijk aan zichzelf gaan twijfelen, omdat ze nooit horen dat ze het goed doen. Dus het is lastig om een goede balans te bepalen.
Een procesgericht, productgericht of persoonsgericht compliment
Procesgerichte complimenten gaan over de inzet en inspanning die een kind toont. Productgerichte complimenten focussen vooral op het resultaat en de prestatie. Persoonsgerichte complimenten leggen de nadruk juist op de persoonlijke eigenschappen van een kind, zoals de intelligentie, vriendelijkheid of talent.
Uit onderzoek blijkt dat wanneer je een persoonsgericht of productgericht compliment geeft, bijvoorbeeld “jij bent slim” of “dat is goed gelukt”, kinderen hier geen groter zelfvertrouwen van krijgen. Sterker nog, ze kunnen hier onzeker van worden en zijn meer gericht op eventueel falen. Hierdoor zullen ze niet kiezen voor dingen waar ze van kunnen leren, maar voor dingen waar ze reeds goed in zijn. De ontwikkeling van deze kinderen stagneert dan uiteindelijk ook.
Wanneer kinderen echter gecomplimenteerd worden op hun gedrag, inzet en inspanning, bijvoorbeeld “jij hebt echt je best gedaan”, vergroot hun zelfvertrouwen juist. Ze raken dan niet van slag omdat iets niet gelukt is, maar zijn juist blij omdat ze waardering krijgen voor wat ze proberen. Deze kinderen zijn juist geneigd om moeilijkere uitdagingen aan te gaan, met de overtuiging dat het ze uiteindelijk zal lukken. Het geeft ook niet als iets een keer niet lukt, omdat de focus ligt op hun inzet. Hiermee stimuleer je ook de veerkracht.
De beste manier om een compliment te geven
Ben je benieuwd hoe wij op de kinderopvang omgaan met complimenten geven? Vraag dan geheel vrijblijvend een rondleiding aan!
Veel tijd thuis met de kinderen. Dat is knus, maar ook een uitdaging. Hoe vul je je dag op een zinvolle manier in, als je thuis bent met je kind(eren)? Vanuit het team van Pedagogisch Coaches van CompaNanny geven we jullie via deze weg graag praktische suggesties en tips. Ieder week vullen we deze pagina aan met nieuwe activiteiten!
Dagritme
Een dagschema maken kan helpen bij het aanbrengen van structuur en rust, zowel voor jezelf als voor je kind(eren). Bij CompaNanny of op school is je kind ook gewend aan deze structuur, dus grote kans dat de overgang terug straks ook weer soepeler zal gaan. Wat ook handig kan zijn om rust in huis te creëren is, om een werkzone en een speelzone af te spreken met elkaar. Dat geeft kinderen duidelijkheid én vrijheid en kan irritatie voorkomen. Klik hier voor een voorbeeld van een dagschema. Je vindt hier leeg dagschema die je zelf kunt invullen.
Zo leer én laat je je kind zelfstandig spelen
Is het nodig je kind de hele dag te entertainen? Nee, eigen spel is juist heel waardevol. Bijvoorbeeld voor het opbouwen van zelfvertrouwen, creativiteit en eigen oplossend vermogen. Het ene kind speelt makkelijker een tijdje zelfstandig dan het andere kind, maar alle kinderen kunnen het leren. Dit zijn tips om je kind zelfstandig te leren/laten spelen:
- Benoem dat het tijd is voor je kind om zelf te spelen (‘het is nu zelfspeeltijd’ o.i.d.) en benoem wat jij zelf gaat doen. Benoem ook wanneer de ‘zelfspeeltijd’ weer afgelopen is en er een activiteit samen gedaan kan worden.
- Blijf beschikbaar. Geef je kind de ruimte om zelf tot spel te komen, ga er dus niet dicht naast zitten, maar blijf wel zichtbaar. Ga bijvoorbeeld aan tafel of bij bank zitten en pak een klusje voor jezelf op, zoals was opvouwen, een mail versturen o.i.d. Bevestig je kind af en toe met een blik of een knikje, door iets bekijken of te benoemen. Het mooiste is als je dit doet als het kind zelf contact zoekt. Als je kind verdiept in zijn spel is, doe dan vooral niets (behalve kijken en genieten of snel wat werken).
- Heb vertrouwen in je kind, en gun hem of haar de tijd om zelf tot spel te komen. Even zoeken hoe te beginnen is een waardevol proces. Je kind leert om zijn eigen spel te kiezen en te starten.
- Oefen regelmatig. Veruit de meeste kinderen kunnen naar mate ze ouder worden steeds beter zelfstandig spelen. Dit komt omdat hun vermogen om zich te concentreren toe neemt. Toch is het wel een vaardigheid die veel meer tot uiting zal komen als een kind hiermee kan oefenen.
Inspiratie voor activiteiten thuis
Hier vullen we iedere week de lijstjes per leeftijd aan met nieuwe activiteiten.
Activiteiten voor baby's van 0-2 jaar:
Activiteiten voor peuters van 2-4 jaar:
Activiteiten voor kinderen van 4-12 jaar:
Terug naar de vestiging
Hier vind je alle tips voor een soepele terugkeer naar de vestiging!
Gezonde én lekkere groentepizza's in de leukste dierenvormen
In dit e-book vind je sjablonen om thuis als ware pizza chefs lekkere én gezonde pizza's te maken! Welke gaan jullie maken? Deel je creatie op social media met de hashtag #MagionixCompaNannypizza.
CompaNanny op Youtube
Ken je ons Youtube kanaal al? Hier vind je video's gemaakt door onze eigen mensen, waarmee we kinderen aanzetten tot bewegen en creativiteit. Check het Youtube kanaal CompaNanny Kids!
Beeldschermtijd en mediagebruik onder kinderen zijn populaire thema’s in onze digitaliserende samenleving. Het zijn onderwerpen waar veel opvoedvragen over zijn. Sterker nog, hier worden meer vragen over gesteld dan over slapen en voeding. Daarom nemen we je mee in wat onderzoek hier over zegt en zetten we een aantal tips op een rijtje. Het is ook de moeite waard om het samen eens te hebben over de mediaopvoeding van je kind. Op die manier kun je jouw kind vanaf het eerste moment goed begeleiden in het gebruik van digitale media!
Ook positieve effecten van mediagebruik
Door het snel gegroeide aanbod en veelvuldige gebruik van digitale media onder volwassenen én kinderen, is hier veel onderzoek naar gedaan. Er zijn studies over cijfers; hoe vaak en hoe lang kijken kinderen naar een scherm? Maar de afgelopen jaren zijn er ook steeds meer studies bijgekomen over de consequenties van beeldschermgebruik op de ontwikkeling van kinderen. Iets waar veel ouders nieuwsgierig naar zijn. Er zijn enkele onderzoeken die hebben aangetoond dat veel schermtijd een negatief effect heeft op de ontwikkeling, maar er zijn ook onderzoeken die geen significant effectlaten zien. Daarnaast hebben andere onderzoeken aangetoond dat kleine kinderen logisch redeneren en cognitieve vaardigheden kunnen leren van video’s. Ook is uit onderzoek gebleken dat het gebruik van een touchscreen door kleine kinderen gerelateerd is aan de fijne motorische ontwikkeling, zoals blokken stapelen of een potlood vasthouden.
2,5 uur schermtijd per dag
Jonge kinderen (0-6 jaar) kijken gemiddeld 1 uur en 3 kwartier per dag naar een beeldscherm. Sinds de coronacrisis is dit nog meer geworden, gemiddeld 2,5 uur per dag. Door de gekke situatie en het vaker thuis zijn dit jaar, zijn ouders minder streng geworden. In Nederland vraagt 80% van alle ouders zich af hoeveel schermtijd gezond is voor hun kind. Misschien jij ook wel. En evenveel ouders vragen zich af hoe ze kunnen zorgen voor een alternatief voor het mediagebruik van hun kind. Tegelijkertijd is 84% ook blij dat ze hun kind soms even kunnen bezighouden met behulp van een beeldscherm. Aan de ene kant brengt mediagebruik rust voor het gezin, maar aan de andere kant zouden de meeste ouders liever willen dat hun kind andere dingen doet dan naar een beeldscherm kijken. Veel ouders worstelen dan ook met een goede balans.
Dé gezonde schermtijd
Wat precies een gezonde maximum tijd is voor beeldschermgebruik, is lastig te bepalen. De ene arts zegt maximaal 10 minuten en de andere maximaal een uur. Er wordt hierover dus nog geen officieel advies gegeven. Gezinnen en kinderen verschillen namelijk nou eenmaal ook. Het is dus belangrijk dat je als ouder zelf inschat wat goed is voor jouw kind. Een richtlijn hierbij kan zijn om te letten op wanneer je kind zich niet meer concentreert op het scherm, dan is het tijd voor een andere activiteit.
Zo vind je een goede balans
Wanneer je moeite hebt met het bepalen wat gezond mediagebruik is voor je kind, is dat heel normaal. Je bent niet de enige en in deze moderne maatschappij zijn er overal beeldschermen te vinden, wat het niet makkelijker maakt om een goede balans te vinden. Onthoud dat het niet in één keer hoeft te lukken om je kind te laten minderen als je dat wilt. Probeer het stap voor stap. En misschien word je verder geholpen door de volgende tips:
Bij CompaNanny maken kinderen geen gebruik van tablets, maar besteden we aandacht aan verschillende activiteiten die aansluiten bij de behoeften van ieder kind.
Veel meer dan een volwassene, leeft een kind in het nu. Terwijl wij allemaal constant onze drukke agenda’s in gedachten hebben, denken kinderen gewoon aan dat wat er op dit moment gebeurt. Terwijl hippe, jonge volwassenen een cursus mindfulness doen om zichzelf niet te verliezen in de haastige maatschappij van tegenwoordig, gaan kinderen volledig op in het moment. Een kind leeft onbewust heel bewust.
Dagelijkse activiteiten beleeft een kind als losse onderdelen en het is op jonge leeftijd nog lastig om zich een voorstelling te maken van een dag als geheel. Pas bij heel veel herhaling gaat een kind dingen herkennen en situaties met elkaar associëren. Als specifieke momenten op de dag zich steeds herhalen, bouwt een kind daar kennis en ervaring in op. Zo gaat die herkenning van wat er gaat komen steeds makkelijker. Een kind leert dan langzaam te anticiperen.
Het ritueel van avondeten
Als volwassenen hebben we allerlei vaste rituelen en structuren geïntegreerd in ons handelen. Veel meer dan we denken. Omdat we deze op de automatische piloot kunnen toepassen, zijn we ons hier niet altijd bewust van. Dat gaat van handen wassen na het plassen en achterover leunen wanneer je bord leeg is, tot iedere keer dezelfde supermarkt bezoeken of een bepaald nummer draaien tijdens het schoonmaken. We gebruiken bijvoorbeeld ook steeds dezelfde voorwerpen in specifieke situaties.
Kinderen nemen dit in zich op. Een kind gaat materialen en structuren associëren met een specifieke situatie. Neem het avondeten; hier zitten meerdere rituelen in verwerkt. Zo eten we iedere dag op hetzelfde tijdstip, komen er geuren langsdrijven tijdens het koken, dekken we van tevoren de tafel, wassen we eerst onze handen en scheppen daarna alle borden vol, voordat we daadwerkelijk beginnen met eten. Al deze structuren, het gebruik van bepaalde materialen en zelfs het ruiken van eten dat verwarmd wordt, attenderen je kind er op dat het tijd is om te eten.
Rituelen gaan niet vervelen!
Door een vaste volgorde in de dag aan te houden en met name bij bepaalde situaties, leert je kind de steeds terugkerende dagelijkse gebeurtenissen te herkennen. Door deze herkenning ontstaat een gevoel van veiligheid. Omdat hij of zij kan vertrouwen in zichzelf én zijn omgeving. Pas wanneer een kind zich veilig voelt kan deze zich gaan focussen op wat er om hem of haar heen allemaal gebeurt. En pas dan zal een kind zich ook verder gaan ontwikkelen.
Kinderen zijn nog aan het leren om de miljoenen prikkels die tegelijk binnenkomen op een goede manier te filteren. Dit doen wij, volwassenen, al onbewust, deels omdat ons brein al weet wat niet belangrijk is en wat wel. Maar voor kinderen is alles nieuw. Wanneer er bepaalde momenten zijn die iedere dag terugkeren en grotendeels hetzelfde verlopen, is de input van nieuwe prikkels veel minder groot.
Voorspelbaarheid geeft rust
Voorspelbaarheid, vaste rituelen en herhaling zorgen dus voor rust en voorkomen dat een kind overprikkeld raakt. Daarom wordt bij CompaNanny een vast dagritme voor alle kinderen aangehouden. Het is ook de reden dat alles wordt beschreven en benoemd naar de kinderen. Het geluid van de vuilniswagen buiten, het gedrag van andere kinderen, wat er straks gaat gebeuren, wat we nu aan het doen zijn. Dit praten met ieder kind is dus niet alleen maar nuttig voor de taalontwikkeling. Het is ook belangrijk voor het gevoel van rust en veiligheid.
Heeft jouw kind voorspelbaarheid nodig?
Hoeveel belang een kind heeft bij deze voorspelbaarheid is per individu verschillend. Ieder kind heeft tenslotte een ander temperament. Er kan wel gesteld worden dat jonge kinderen gevoeliger zijn voor veranderingen en onvoorspelbaarheden dan oudere kinderen. Dit komt doordat een wat ouder kind al veel meer kennis heeft over de wereld en zijn directe omgeving. Hierdoor is hij of zij veel sneller in staat om een onverwachte gebeurtenis in een bekend en begrijpelijk kader te plaatsen.
Zo zorg je voor voorspelbaarheid
Wanneer je merkt dat jouw kind onrustig of overprikkeld is, kan het helpen om vaste rituelen te introduceren of de bestaande rituelen aan te scherpen. Daarmee duid je de steeds terugkerende momenten duidelijker aan. Dit kan bijvoorbeeld door altijd hetzelfde liedje te zingen voor het eten, of een boekje te lezen voor het slapen gaan. Ook kan het je kind veel rust bieden als je een verandering of activiteit enige tijd van tevoren aankondigt. Benoem bijvoorbeeld dat jullie over 10 minuten naar boven gaan om tanden te poetsen. Herhaal dit 5 minuten van tevoren nogmaals. Om in te schatten wat jouw kind nodig heeft hierin, is het belangrijk om goed naar hem of haar te kijken en te luisteren en vervolgens in te spelen op wat je ziet.
Wil je weten wat voor dagritme we aanhouden bij CompaNanny of hoe wij zorgen voor voorspelbaarheid? Lees dan verder over onze werkwijze of vraag een rondleiding aan op een vestiging!
Rondleiding aanvragen
Het leven van een baby bestaat voor een groot deel uit basisbehoeften als eten, drinken, poepen, plassen én slapen. Wanneer dit zonder problemen verloopt, zit een kind beter in zijn vel. Het is immers makkelijker om te spelen wanneer je een volle buik en schone luier hebt en uitgerust bent. Pas dan zal een kind zich ook verder gaan ontwikkelen.
Goed slapen is soms echter minder vanzelfsprekend dan we zouden willen. En het maakt het extra lastig als jouw kind nog niet zelf kan duidelijk maken wat er misschien mis is. Daarom zetten we wat tips op een rij om jouw kind te helpen zijn of haar natuurlijke slaapritme te vinden!
Ben je nieuwsgierig geworden naar hoe we bij CompaNanny werken met betrekking tot het slapen van kinderen? Vraag dan vrijblijvend een rondleiding aan!
Om jouw bezoek aan onze website nog makkelijk en persoonlijker te maken, zetten we cookies en vergelijkbare technieken in. Hiermee verzamelen we persoonsgegevens en volgen wij (en derden) je internetgedrag. Waarom? Zodat we content en advertenties kunnen laten zien die aansluiten bij jouw interesses. Meer weten?