
Hier bestaat zelfvertrouwen uit
Zelfvertrouwen is meer dan alleen vertrouwen hebben in jezelf. Het gaat ook over:
- Jezelf kennen: waar ben je goed en minder goed in?
- Je voorkeuren: wat vind je leuk en minder leuk?
- Contact met anderen: hoe beïnvloeden anderen jou en hoe maak je contact?
Successen en afwijzingen
Denk bijvoorbeeld aan een situatie waarin je kind aan andere kinderen vraagt of het mag meespelen. Als de anderen hem of haar met open armen ontvangen, dan is het een succesvolle ervaring. Daardoor groeit het zelfvertrouwen. Mag je kind niet meespelen, dan voelt het zich waarschijnlijk afgewezen. Hij of zij zoekt dan misschien de oorzaak bij zichzelf door zich af te vragen: ‘ben ik niet goed of leuk genoeg?’
Voor de ontwikkeling van het zelfvertrouwen van je kind is het goed om beide kanten mee te maken, dus zowel successen als afwijzingen. Door die laatste ervaart je kind dat het goed genoeg is, ook als het even niet mee mag spelen. Die bevestiging leert hij of zij uit zichzelf te halen. Een afwijzing hoeft namelijk niet persoonlijk te zijn. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er al te veel kinderen meespelen. Je kind is dan alsnog goed genoeg. Zelfvertrouwen gaat dus ook over veerkracht en omgaan met tegenslagen.

Hoe kan je het zelfvertrouwen van je kind vergroten?
De opvoeding en wat je je kind van huis uit meegeeft, hebben grote invloed op het zelfvertrouwen. Als ouder kan je van alles doen om het zelfvertrouwen te vergroten van je kind. Hieronder vind je 8 tips om het op een goede manier te stimuleren en op te bouwen.
1. Geef veel liefde
Dit ligt een beetje voor de hand, maar is daarom zeker niet minder belangrijk. Zorg dat je kind zich gewaardeerd en geliefd voelt. Dat doe je door samen leuke dingen te doen en jezelf open te stellen voor je kind. Als je veel liefde geeft, krijgt je kind het gevoel dat het er mag zijn en ertoe doet.
2. Benoem sterke en mooie kanten
Vertel je kind regelmatig wat het goed doet en wat je mooi aan hem of haar vindt. Dat kan in de vorm van een compliment. Of je neemt het mee in de dingen die je samen met je kind doet. Vertel je kind ook dat je goede dingen over hem of haar zegt tegen anderen. Zo geef je het zelfvertrouwen een boost. Benieuwd hoe je dit op een goede manier doet? Lees onze blog met 6 tips om complimenten te geven aan je kind.
3. Laat je kind nieuwe dingen ontdekken
Daarmee geef je je kind de kans om erachter te komen wat het leuk vindt en waar het goed in is. Lukt iets nieuws niet in een keer? Maak dan samen een plan om het wel te laten slagen. Of splits het op in kleine delen. Als het dan toch lukt, zorgt dat voor mooie succeservaringen.
4. Geef het goede voorbeeld
Goed voorbeeld doet goed volgen. Dus ben je als ouder zelfverzekerd, geef je je mening zonder moeite en geef je duidelijk je grenzen aan? Dan is de kans groot dat je kind dit ook gaat doen. Gedraag je dus zelf zoals je wilt dat je kind ook omgaat met bepaalde situaties. Dat helpt om zelfvertrouwen op te bouwen.
5. Durf je kind los te laten
Dat is de beste manier om te laten zien dat je vertrouwen in je kind hebt, waardoor het ook vertrouwen in zichzelf kan ontwikkelen. Door meer zelf te doen, leert je kind op het eigen kunnen te vertrouwen. Geef dus de ruimte om dingen zelfstandig te doen en zeg liever niet ‘ik doe het wel voor je’.
6. Praat over vervelende situaties
Lukt het je kind nog niet goed om in bepaalde situaties voor zichzelf op te komen? Dat is heel normaal. Praat hier samen over. Geef je kind de juiste woorden om grenzen aan te geven. Je kan zo’n situatie ook met elkaar naspelen. Zorg dat dat leuk is en een succeservaring wordt voor je kind, zodat het zelfvertrouwen groeit.
Als dit (ook) op de opvang gebeurt, bespreek het dan met de Pedagogisch Medewerkers. Vraag hoe je kind reageert als het iets niet leuk vindt en hoe de medewerkers hiermee omgaan. Dan kan je thuis hetzelfde doen, waardoor je kind het sneller oppikt.
7. Leer je kind om grenzen aan te geven
Laat je kind zich uitspreken als het iets niet wil of niet leuk vindt. Bij een jong kind kan dit non-verbaal of met korte woorden, zoals ‘stop’ of ‘houd op’. Een ouder kind kan je ook leren om aan te geven welk gedrag moet stoppen, bijvoorbeeld ‘houd op met slaan’. Later komt daar de reden bij, zoals ‘houd op met slaan, want je doet me pijn’. Geef hier de ruimte voor en toon respect. Op die manier leert je kind dat je luistert als hij of zij grenzen aangeeft en het gevoel uitspreekt.
Oefen veel met je kind
Grenzen aangeven is niet voor elk kind even makkelijk. Je leert dit aan door veel te oefenen. Omdat je met broertjes en zusjes of op de opvang geen controle hebt op de reactie, doe je dit het beste thuis in een veilige omgeving. Dat kan op meerdere manieren:
- Geef je kind niet altijd zijn of haar zin. Daarmee daag je het uit om krachtiger grenzen aan te geven
- Ga samen stoeien of plaag je kind een beetje
- Doe een rollenspel met knuffels
- Ga nog even door als hij of zij de grens zachtjes of met een lach aangeeft. Dan leert je kind dat het dit duidelijk moet zeggen

Is zelfvertrouwen aangeboren of aangeleerd?
Wat je kind meemaakt en de persoonlijkheid hebben allebei invloed op het zelfvertrouwen. Sommige kinderen hebben meer natuurlijke aanleg om zelfvertrouwen te ontwikkelen, terwijl anderen hier meer moeite voor moeten doen. Toch dragen de ervaringen tijdens het opgroeien het meest bij aan hoeveel zelfvertrouwen je kind heeft. Het is dus voor het grootste deel aangeleerd.
Het zelfvertrouwen van je kind vergroten bij CompaNanny
Bij CompaNanny laten we kinderen weleens naar huis gaan met bananenvoeten, omdat de schoenen verkeerd om zitten. Of met de sokken binnenstebuiten aan. Zodat ze vol trots aan je kunnen laten zien dat ze zelf hun schoenen of sokken aangetrokken hebben. Dat zorgt niet alleen voor meer zelfstandigheid, maar ook voor meer zelfvertrouwen.
Wil je je kind ook zelfvertrouwen laten opbouwen bij CompaNanny? Vind een vestiging bij jou in de buurt.
