Home Sociaal Taalontwikkeling bij baby's

Taalontwikkeling bij baby's

2021-03-16 00:00:00

Geschreven door Amber Simons

Hoewel baby’s zich nog niet in woorden kunnen uitdrukken, begint communicatie lang voordat je baby kan praten.  Huilen is in het begin het belangrijkste en meest efficiënte communicatiemiddel. Door middel van verschillende manieren van huilen probeert je baby aan geven wat er aan de hand is. Maar wat kan je verder verwachten met betrekking tot taal en communicatie bij je baby? We nemen je mee in de verschillende fases van taalontwikkeling!

2-3 maanden
Wanneer je baby ongeveer twee maanden oud is, begint hij/zij klanken te gebruiken.  Hij of zij begint de tong- en kaakspieren te trainen door klinkerachtige geluiden te maken, zoals “ooooh” en “aaah”.  Wanneer je baby ongeveer drie maanden oud is, wordt hij of zij steeds beter in actief het contact met jou opzoeken of beëindigen. Dit doet hij door je aan te kijken en door de ogen weer neer te slaan of het hoofd te draaien.
In deze eerste periode is het heel belangrijk voor de emotionele veiligheid en groei om je baby vaak te knuffelen en aan te raken Ook geeft het rust en vertrouwen wanneer je veel tegen hem of haar praat. Benoem bijvoorbeeld wat je aan het doen bent tijdens het verschonen van de luier. 

4 maanden
Richting de vier maanden zal je baby steeds meer nieuwe kraaigeluidjes maken, verschillende keelklanken breiden zich uit en je kindje is volop aan het oefenen met zijn of haar stem.  Door terug te praten tegen je baby en te reageren op de kraaigeluiden, raakt je baby vertrouwd met deze vorm van communicatie en stimuleer je de taalontwikkeling.
Rond deze periode gaat je kindje ook echt gezichten herkennen. Daarom wordt het steeds belangrijker om veel mimiek te gebruiken in je interactie met je baby, dit benadrukt de emoties die je toont. 

5 maanden
Vanaf vijf maanden worden de klanken die je baby laat horen steeds consequenter en gevarieerder. De reeksen worden langer, zoals “babaababa”, omdat de kaakspieren, tongspieren en stembanden steeds sterker worden en er echt al wordt geoefend om later met woorden te spreken. Je baby zal nieuwe klanken die hij maakt, nu ook onthouden en opnieuw toepassen.  Ook stemmen worden nu goed herkend.
Zorg voor veel interactie met je kind, hierdoor leert hij of zij te communiceren met anderen en raakt hij vertrouwd met het sociale karakter van taal. Geef je baby bij deze interactie ook de tijd om op jou te reageren, wanneer je naar hem lacht of tegen hem praat. 

6 maanden
Hoewel huilen nog steeds het meest effectieve communicatiemiddel is, is je baby vanaf zes maanden steeds meer aan het oefenen met gezichtsuitdrukkingen, gebaren en klanken. Baby’s zijn steeds meer bewust bezig met het actief zoeken van contact, op alle mogelijke manieren. Door te lachen, armen uit te strekken, bellen blazen, tong en lippen te bewegen en te sputteren en koeren.
Er komen nog meer variaties in de klanken die je baby kan produceren, door zijn spieren, stembanden en ademhaling te laten samenwerken. Ook worden de klanken steeds duidelijker en meer afgestemd op volwassenen. De geluiden beginnen daardoor steeds meer te klinken als woorden in de moedertaal. 

7 maanden
Vanaf ongeveer zeven maanden gaan baby’s nog meer verschil horen in de toon waarmee je praat. Ze kunnen nu herkennen of je blij, verrast of boos bent. Ook lukt het je baby om zelf verschillende toonhoogtes en volumes te produceren.
Rond deze leeftijd ontwikkelen kinderen ook eenkennigheid en is je baby het liefst continue bij papa of mama in de buurt. Even naar de andere kant van de kamer lopen, kan zorgen voor een grote huilbui, omdat je baby denkt dat je voor áltijd uit zicht bent. Je kindje is nog niet zo geoefend in taal en communiceren dat hij of zij begrijpt dat je weer terug komt, wanneer je dat in woorden uitlegt. Maar je kunt hier wel mee oefenen door bijvoorbeeld kiekeboe-spelletjes te spelen. Daarmee help je je kindje spelenderwijs met het verminderen van zijn verlatingsangst. 

8 maanden
Rond de leeftijd van acht maanden oud begint je baby echt communicatie toe te passen zoals dat sociaal geaccepteerd is. Hij of zij luistert als jij praat en brabbelt zelf wanneer jij luistert. Door te luisteren wordt je kind steeds bekender met de taal. Kinderen doen steeds meer hun best om jouw klanken na te bootsen, dit stimuleert ze vervolgens om nog meer geluiden te produceren.
Zeg de geluiden die je kind maakt zelf ook na, dit stimuleert je kind om nog meer klanken te proberen. Praat veel met je kind, zodat deze met verschillende klanken in aanraking komt en oefent met interactie. Lees veel boekjes met simpele woorden en plaatjes en herhaal dit vaak. Zo leert je kindje om de koppeling te leggen tussen woorden en beelden. 

9 maanden
Het brabbelen met tweelettergreep-klanken ontwikkelt zich steeds verder en de meeste kinderen hebben met ongeveer negen maanden hun eigen woordjes voor bekende mensen of dingen. Ze wijzen naar een persoon of object en zeggen een klank, die ze steeds zullen gaan gebruiken voor diezelfde persoon of het voorwerp. Door de naam van de persoon of het voorwerp te noemen leert je kind dit woord te koppelen, zeg bijvoorbeeld “wil je je speen?”.
Baby’s krijgen rond deze leeftijd daarnaast meer controle over de spieren in hun gezicht en zijn daarom druk aan het oefenen met gezichtsuitdrukkingen. Ze testen deze uitdrukkingen uit bij hun omgeving en leren door de reacties te begrijpen welke uitdrukkingen er bij welke emoties passen. 

10-11 maanden
De meeste kinderen van tien maanden kunnen nog steeds niet veel verstaanbare woorden zeggen, maar ze begrijpen al veel meer dan volwassenen vaak denken. Ze zijn nog druk bezig met oefenen en de klanken en geluiden die ze maken, gaan steeds meer klinken zoals de spraak van volwassenen. Het zijn nu geen brabbelgeluiden meer, maar duidelijke klanken en spraakgeluiden. Je kindje imiteert je vaak in de geluiden die je maakt en doet ook lipgeluiden zoals “brrr” na. Misschien begint je kindje in deze fase ook mee te zingen met muziek. Nog niet met woorden natuurlijk, maar wel met melodieuze geluiden en verschillende tonen en volumes.
Rond de leeftijd van elf maanden breidt het concentratievermogen van je kind zich verder uit en begint hij of zij ook vaker het lange termijn geheugen te gebruiken. Je kunt dit herkennen door minder interesse in herhaling van klanken en meer interesse in nieuwe klanken. Je kindje luistert dan vaak aandachtig naar pratende mensen. Zo leert hij of zij woorden en de patronen in taal. Het lukt steeds beter om te onthouden welke woorden wat voor betekenis hebben, wat de intonatie van ieder woord is en hoe ze het woord zelf moeten produceren.  

12 maanden
De woordenschat van je kind wordt enorm vergroot in de periode van twaalf maanden oud, met name in de vorm van klanken. Een aantal kinderen starten met hun eerste woordjes, vaak een makkelijk uit te spreken woord dat verwijst naar iets vertrouwd, zoals “mama”, “papa” of “happie”.
Het is belangrijk om te oefenen en woorden te herhalen. Je zult misschien merken dat je kind ook de behoefte heeft om iedere keer hetzelfde boekje of muziekje te horen, dit is training van taal, woordenschat en lange termijn geheugen voor kinderen. Benoem ook steeds meer woorden van dingen die aangewezen worden door je kind en praat zelf veel met je kind, zo oefent je kind met het koppelen van woorden aan voorwerpen en mensen en gaat hij of zij steeds meer woorden begrijpen.

Lees meer over hoe wij communiceren op de groep of stel je vragen tijdens een vrijblijvende rondleiding!
Lees meer Vraag rondleiding aan