Stel jij je kind ook weleens de vraag: ‘’Wat ben je aan het maken?”, als je kind aan het bouwen is met blokjes of lekker aan tafel zit te knutselen? Wist je dat kinderen vaak zelf niet bezig zijn met wat het wordt maar meer geïnteresseerd zijn in hoe iets werkt? Kinderen leren dus door te experimenteren en te onderzoeken zonder dat ze daarbij een vastgesteld eindresultaat voor ogen hebben. Jij kunt je kind wel helpen bij de ontwikkeling van fantasie en creativiteit. Hoe je dit doet? Dat lees je in deze blog.
Nieuwe ervaringen die kinderen opdoen helpen hen om de wereld om zich heen te begrijpen en zijn van onmisbare waarde voor hun leerproces. Dit leerproces stagneert wanneer ze zich richten op het ‘product’ dat ze maken of moeten afleveren. Aan de hand van verwachtingen die er zijn, gaan kinderen zich anders gedragen dan wanneer ze zelf de ruimte krijgen om te ontdekken.
Als ze succeservaringen op kunnen doen, groeit bovendien hun zelfvertrouwen. Het belangrijkste uitgangspunt bij de ontwikkeling van fantasie en creativiteit is dan ook een onvoorwaardelijk vertrouwen dat het kind zelf over alle capaciteiten beschikt die hij of zij nodig heeft. Volwassenen hoeven alleen de juiste omstandigheden en omgeving te creëren.
Bij baby’s draait het vooral om het ontdekken. Kinderen tussen de 0-2 jaar bevinden zich in verschillende ontwikkelingsfases met daarbij verschillende behoeften en interesses (motorisch en mentaal). Kinderen leren in deze leeftijdsfase zich ontwikkelen van een rugligging, naar kruipen en tijgeren en naar lopen. Om op deze verschillende fases in te spelen, kun je leeftijdsspecifiek materiaal aanbieden
Voor de jongste kinderen die vooral op hun rug liggen kun je speeltjes in een halve boog om het kind heen leggen. Denk aan 4 á 5 speeltjes in verschillende materialen waar kinderen zelf naar toe kunnen rollen of reiken zoals houten rammelaars, ijzeren bakjes, zachte knuffels, et cetera.
Op een gegeven moment gaan baby’s tijgeren en kruipen. Kinderen hebben in deze fase vooral behoefte aan speelgoed ergens in doen, materiaal te laten vallen en weer op te pakken, materiaal te rollen of schuiven of ergens mee te gooien of slaan. Passend is dan om kleine ballen aan te bieden, grote auto’s die gemakkelijk vast te houden zijn, verzamelmateriaal (bijvoorbeeld houten servetringen) en mandjes. Wanneer kinderen gaan lopen wordt het interessant voor ze om te bouwen, sjouwen en verzamelen, duwen en trekken. Denk aan duplo, grote ballen, tassen of grote teilen.
Wil je meer weten over bewegingsontwikkeling bij baby’s? Lees dan ook zeker eens onze blog:
Het belang van vrije bewegingsontwikkeling bij baby’s.
Of luister naar de Podcast: